Een diersuper, met een breed assortiment tegen een scherpe prijs. Zo zet Jumper zich in de markt. En dat legt de keten geen windeieren. De omzet is met dubbele cijfers gegroeid. En groeien, dat wíl Jumper. Op diverse vlakken. Maar zonder webshop.
Een webshop? Daar moeten ze bij diersuper Jumper op dit moment niets van weten. "Wij zijn van de bricks. Daar geloven we in", zegt Jan Jennissen. Hij (verantwoordelijk voor inkoop en categoriemanagement) vormt samen met Edwin Keizer (verkoop/expansie), Peter Verschuur (verkoop/marketing) en Janco Catoen (financiën/IT) het managementteam van Jumper. Jumper had drie jaar lang een webshop, maar die kostte volgens hen alleen maar geld. Verschuur: "De vorige directie was met een webshop bezig, maar wij hebben de keuze gemaakt: we gaan het nu niet doen."
Zichtbaar zijn op internet is wél belangrijk, weten ze bij Jumper. Daarom komt er een nieuwe website, een loyaliteitsprogramma en worden ook de sociale media niet vergeten. Maar de fysieke winkel, dáár moet het vooral gebeuren. Daar ziet het nieuwe managementteam, dat begin dit jaar aantrad na het...
Een diersuper, met een breed assortiment tegen een scherpe prijs. Zo zet Jumper zich in de markt. En dat legt de keten geen windeieren. De omzet is met dubbele cijfers gegroeid. En groeien, dat wíl Jumper. Op diverse vlakken. Maar zonder webshop.
Een webshop? Daar moeten ze bij diersuper Jumper op dit moment niets van weten. "Wij zijn van de bricks. Daar geloven we in", zegt Jan Jennissen. Hij (verantwoordelijk voor inkoop en categoriemanagement) vormt samen met Edwin Keizer (verkoop/expansie), Peter Verschuur (verkoop/marketing) en Janco Catoen (financiën/IT) het managementteam van Jumper. Jumper had drie jaar lang een webshop, maar die kostte volgens hen alleen maar geld. Verschuur: "De vorige directie was met een webshop bezig, maar wij hebben de keuze gemaakt: we gaan het nu niet doen."
Zichtbaar zijn op internet is wél belangrijk, weten ze bij Jumper. Daarom komt er een nieuwe website, een loyaliteitsprogramma en worden ook de sociale media niet vergeten. Maar de fysieke winkel, dáár moet het vooral gebeuren. Daar ziet het nieuwe managementteam, dat begin dit jaar aantrad na het vertrek van de vorige directie, voldoende groeikansen. Jumper heeft op dit moment zo'n negentig verkooppunten, waarvan 35 eigen winkels en twaalf franchisefilialen. De rest bestaat uit shop-in-shops, vooral bij tuincentra.
Groene stippen
Jumper zet in op groei van het aantal filialen. Twintig eigen winkels erbij in twee jaar tijd. "Een heel ambitieuze doelstelling", beseft Verschuur. Nu nog het juiste pand vinden (800-1000 vierkante meter, op de juiste plek (aan de rand van de stad, goed met de auto bereikbaar), tegen de juiste prijs en met de juiste vergunning. Jennissen: "Dus pandeigenaren, meld u!" Die groene stippen op het bord aan de muur in het hoofdkantoor in Arnhem zijn dat misschien de gewenste locaties? "Nee, dat zijn alle tentjes waar we lekkere broodjes kunnen eten", grapt Keizer. Nou, vooruit: ze willen niet kinderachtig zijn. Inderdaad, daar zou Jumper graag willen zitten. Utrecht, Den Haag en omgeving, Rotterdam en omgeving, Den Bosch, Breda, Zeeland.
Groei. Het woord valt vaak in het gesprek met Jennissen, Verschuur en Keizer. Het gaat dan ook goed met Jumper. De omzet is vergeleken met vorig jaar met dubbele cijfers gegroeid. Op basis van hetzelfde aantal winkels en los van de 'corona plus'. Want die is er; net als de supermarkten en de bouwmarkten boekt de dierenwinkelketen deze periode een flinke plus. "Het waren eerst hamsterweken", zegt Jennissen. "Verbruiksartikelen zoals kattenbakvulling, maar ook stro. Daarna zag je dat consumenten hun huisdieren extra begonnen te verwennen met snacks. Ze waren meer thuis en hadden dus meer contactmomenten met hun dier. En mensen keken in huis rond: past die hondenmand er nog wel bij, moet er niet een andere krabpaal komen?" En toen werd het ook nog eens mooi weer: er was veel vraag naar buitenspeelgoed, zwembadjes en fonteintjes.
Drukke tijden dus voor Jumper, dat sinds ruim een halfjaar een twee keer zo groot distributiecentrum op het Arnhemse bedrijventerrein IJsseloord 2 heeft. Vanuit dat dc worden alle winkels bevoorraad, zo veel mogelijk met eigen wagens. Er komt binnenkort een derde truck bij. Dat er ruimte is voor flinke investeringen is voor een groot deel te danken aan Kees Vierhouten, sinds drie jaar eigenaar/directeur van Jumper. Onder de Vierhouten Groep vallen vele bedrijven, vooral op het gebied van verpakkingen en transport. "Een fantastische aandeelhouder", zegt Jennissen. "Kees wil groeien", vult Keizer aan. "Hij vindt retail heel erg leuk. Een rasondernemer. Hij geeft ons alle vrijheid om het groot te maken."
Eigen merken
Jumper wil ook meer inzetten op eigen merken, onder meer van dochterbedrijf Jaap Koopman for Pets. Die zijn en worden opgefrist. Het gaat onder meer om Konacorn (vogelvoer) en Boer'n Goed (instapmodel vogel-, pluimvee-, en knaagdiervoer). In het najaar komt er een premium merk bij op het gebied van vogel- en knaagdiervoeding.
Net als concurrent Pets Place, dat doorgaans kleinere winkels heeft, kiest ook Jumper steeds meer voor het aanbieden van diensten. Zo is er een mobiele dierenarts die langs de filialen trekt en zijn er ook winkels met een vaste dierenarts. Verder is er voor tien winkels een dogwash besteld en hebben sommige winkels een trimsalon of een uitlaatservice. "Een onestopshop", zegt Jennissen.
En in een dierenwinkel horen ook dieren, vinden ze bij Jumper. Er worden cavia's, hamsters, konijnen, vissen, vogels en wat pluimvee verkocht. "Met de verkoop daarvan gaan we door", zegt Keizer. "Het zijn mooie verblijven, waar ze goed de ruimte hebben, waarbij we ruimschoots voldoen aan de richtlijnen." En het zorgt voor 'emotie en beleving' in de winkel. Jennissen: "Mensen hebben dan ook meteen de associatie: ja, ik ben bij een dierenwinkel."
De naamsbekendheid kan nog wat beter; daar wordt aan gewerkt. Zo prijkt vanaf komend seizoen de naam Jumper op de voorkant van het shirt van voetbalclub Go Ahead Eagles, waar het bedrijf al rugsponsor was. Jennissen: "Bij onze doelgroep, die best breed is, past voetbal erg goed. We zijn een beetje down to earth. Dus we zijn meer van het voetbal en minder van het hockey en het cricket."