RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: Niels Bosma, hoogleraar Social Entrepreneurship aan de Universiteit Utrecht, over sociaal ondernemen. Nederland scoort goed op dit gebied, blijkt uit Europees onderzoek.
Zo zijn sociale ondernemingen in Nederland vaak volwaardige bedrijven, met veel 'echte' werknemers en weinig vrijwilligers. Vergeleken met veel andere landen wordt er weinig omzet gehaald uit subsidies en donaties. Bij ruim 78 procent van de sociale ondernemingen is verkoop van producten en diensten de belangrijkste inkomstenbron.
Meer dan de helft van de sociale ondernemingen in Nederland boekte het afgelopen jaar, ondanks corona, omzetgroei. Ruim 14 procent verwacht komend jaar 'substantieel meer' personeel aan te nemen, blijkt uit de tweede European Social Enterprise Monitor. Reden voor zes vragen aan hoogleraar Social Entrepreneurship Niels Bosma, die bij het onderzoek betrokken was.
Hoe...
RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: Niels Bosma, hoogleraar Social Entrepreneurship aan de Universiteit Utrecht, over sociaal ondernemen. Nederland scoort goed op dit gebied, blijkt uit Europees onderzoek.
Zo zijn sociale ondernemingen in Nederland vaak volwaardige bedrijven, met veel 'echte' werknemers en weinig vrijwilligers. Vergeleken met veel andere landen wordt er weinig omzet gehaald uit subsidies en donaties. Bij ruim 78 procent van de sociale ondernemingen is verkoop van producten en diensten de belangrijkste inkomstenbron.
Meer dan de helft van de sociale ondernemingen in Nederland boekte het afgelopen jaar, ondanks corona, omzetgroei. Ruim 14 procent verwacht komend jaar 'substantieel meer' personeel aan te nemen, blijkt uit de tweede European Social Enterprise Monitor. Reden voor zes vragen aan hoogleraar Social Entrepreneurship Niels Bosma, die bij het onderzoek betrokken was.
Hoe komt het dat Nederland het goed doet?
“Ik denk dat het te maken heeft met de professionaliseringsslag in de afgelopen tien jaar. Tien jaar geleden was het concept nog behoorlijk onbekend. Belangenorganisatie Social Enterprise NL, die ook heeft meegewerkt aan dit onderzoek, werd toen opgericht. Bij de Universiteit Utrecht begonnen we rond die tijd ook met onderzoek naar sociaal ondernemerschap.
Er is dus veel gebeurd in Nederland. Meer kennis (wat is het?), maar ook hoe je het handen en voeten moet geven. In het begin ontstond het vanuit een ideëel perspectief en daar bleef het een beetje bij hangen. Met subsidies en dergelijke. Maar op een gegeven moment moet je een rendabel businessmodel hebben om ook financieel duurzaam te kunnen zijn. Dat proces is veel beter geworden. Het ondernemerschap is veel sterker naar voren gekomen.
Daarbij zijn investeerders vaker geïnteresseerd in sociaal ondernemen en beleidsmakers besteden meer opdrachten aan. Er is steeds meer reuring.
Ik moet er wel bij zeggen dat het hier om een vragenlijst gaat die sociaal ondernemers uit zichzelf invullen. Het is niet per se een representatieve steekproef. Als onderzoeker moet ik die slag om de arm houden. Maar ik herken wel de algemene uitkomst.”
Bij sociale ondernemingen staat het oplossen van een maatschappelijk probleem voorop. Winst maken is een middel en niet zozeer een doel. Zou dit niet voor veel meer bedrijven moeten gelden?
“Wat mij betreft wel. Ik denk ook dat we het steeds meer gaan zien. Die druk komt ook vanuit de maatschappij. En ook vanuit regelgeving wordt het steeds meer gestimuleerd. Het gaat zeker meer die kant op. Dat merk ik ook bij onze studenten die daar steeds meer geïnteresseerd in zijn. Als ze willen gaan ondernemen, dan willen ze ook echt iets goeds doen.”
Leeft het vooral bij de jongere generatie en minder bij de, oneerbiedig gezegd, oude garde?
“O, daar leeft het ook wel hoor. Sociale ondernemingen die tien jaar geleden zijn begonnen, worden nog steeds met hart en ziel geleid door degenen die dat hebben opgezet. Dat waren toen niet per se jongeren. Maar ook mensen die in de consultancy werkten en daar klaar mee waren.
Je ziet het nog steeds in alle groepen. Bij de Universiteit Utrecht verzorgen we een leergang voor sociaal ondernemers om de professionalisering op gang te krijgen en de volgende stap te bereiken. Daar was de groep ook dit jaar weer heel divers: van heel jong tot, nou ja, redelijk oud. Dat is mooi om te zien.”
Iedereen kan zich een sociale onderneming noemen. Bestaat het gevaar van greenwashing?
“Dat gevaar is er wel. Aan de andere kant filtert dat zich ook wel uit. Als je je nek uitsteekt en zegt dat je voor maatschappelijke impact gaat, dan moet je dat ook kunnen laten zien. Je kunt het niet lang volhouden zonder tegen de lamp te lopen als je aan greenwashing doet.
Een maatschappelijke bv zou daarbij ook kunnen helpen. Je moet dan in je statuten vastleggen wat je maatschappelijke doelstelling is en je moet daarover rapporteren. Voor belanghebbenden is het dan mogelijk om ertegen in te gaan als ze vinden dat het niet bewerkstelligd wordt.”
Die aparte rechtsvorm is er nu nog niet. Het kabinet is ermee bezig. Nu zijn het vaak bv's, stichtingen of een combinatie daarvan. Wat is de toegevoegde waarde van zo'n BVm?
“Uit een SER-rapport en uit andere studies blijkt dat het vooral om de erkenning en herkenning gaat. Technisch gezien is het eigenlijk niet nodig. Je kunt het ook nu al in de statuten aangeven, maar nu wordt vaak nog niet herkend wat sociaal ondernemers doen. Sommigen denken dat het hobbywerk is of dat het op basis van subsidies is. Anderen zijn juist bang voor die greenwashing.
Om dat te kunnen bedienen en bijvoorbeeld ook aan inkopers van grote bedrijven of van overheden dat meer duidelijk te maken, is het wel een goed instrument. Ik ben wel benieuwd wat de exacte criteria zullen zijn om zo'n maatschappelijke bv te kunnen dragen.”
Tot slot: wat vindt u mooie voorbeelden in de Nederlandse retail?
“Je ziet heel veel smaken. Dopper is een bekend voorbeeld. Een merk als Fairphone (duurzame smartphones, red.). Seepje, dat in de schappen van supermarkten is te vinden. Goede voorbeelden van organisaties die laten zien dat ze kunnen opschalen en impact kunnen hebben. Door hun manier van werken inspireren ze ook anderen.
Rebottled vind ik ook leuk. Ook omdat het voortkomt uit een initiatief van studenten. Rebottled hergebruikt vooral wijnflessen en maakt daar strakke, nieuwe glazen van. Dus het is circulair, maar ze maken ook gebruik van mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben.
Ook leuk: i-did. Met allerlei producten van gerecyceld vilt, onder meer gemaakt van oude kleding van stewards en stewardessen van KLM. De producten liggen onder meer bij IKEA. En je hebt Mud Jeans, met een leasemodel voor spijkerbroeken. Mooie voorbeelden van sociaal ondernemers in de retail, in verschillende fasen.”