Wat Daan Weddepohl zou doen met bijna tweeënhalf miljoen? Kort antwoord: Peerby naar het volgende niveau brengen. Nu het deelplatform voor het eerst sinds de oprichting in 2012 winstgevend is, staan Weddepohl en team te popelen om uitbreiding in het buitenland te realiseren. We spreken hem over het afgelopen én aankomende decennium. “Gelukkig hebben we ons op tijd bedacht en gerealiseerd: dit moeten we anders gaan doen.”
2,3 miljoen groeigeld! Dat is een mooi kapitaal om mee te – jawel – groeien.
“Absoluut! Voor nu willen we verder investeren in marketing, maar er is ook genoeg te verbeteren aan het platform zelf. Maar dit is natuurlijk vooral een mooi bedrag om te kunnen uitbreiden in de rest van Nederland. Er zijn namelijk nog wat witte plekken en ons concept werkt simpelweg het best wanneer zo veel mogelijk mensen, uit zoveel mogelijk steden, meedoen.
Daarna maken we stappen naar het buitenland. Daar gaat nog best wat financiën in zitten: om te internationaliseren moet er een hele hoop gebeuren. Nu zijn we eerst tests aan...
Wat Daan Weddepohl zou doen met bijna tweeënhalf miljoen? Kort antwoord: Peerby naar het volgende niveau brengen. Nu het deelplatform voor het eerst sinds de oprichting in 2012 winstgevend is, staan Weddepohl en team te popelen om uitbreiding in het buitenland te realiseren. We spreken hem over het afgelopen én aankomende decennium. “Gelukkig hebben we ons op tijd bedacht en gerealiseerd: dit moeten we anders gaan doen.”
2,3 miljoen groeigeld! Dat is een mooi kapitaal om mee te – jawel – groeien.
“Absoluut! Voor nu willen we verder investeren in marketing, maar er is ook genoeg te verbeteren aan het platform zelf. Maar dit is natuurlijk vooral een mooi bedrag om te kunnen uitbreiden in de rest van Nederland. Er zijn namelijk nog wat witte plekken en ons concept werkt simpelweg het best wanneer zo veel mogelijk mensen, uit zoveel mogelijk steden, meedoen.
Daarna maken we stappen naar het buitenland. Daar gaat nog best wat financiën in zitten: om te internationaliseren moet er een hele hoop gebeuren. Nu zijn we eerst tests aan het doorlopen om te kunnen vaststellen waar we naartoe willen. We kijken naar de Verenigde Staten en Europa. Daar is nog geen definitieve keuze in gemaakt.”
Het heeft tien jaar geduurd voordat jullie rendabel waren. Is het een kwestie geweest van een lange adem?
“Ik moet toegeven: ik heb me wel eens afgevraagd of het onbegonnen werk was. Of dat wij iets verkeerd deden, omdat we er nog steeds niet waren. Maar dan kijk je naar vergelijkbare startups in de rest van de wereld. Ik kon me dan goed realiseren dat het gewoon ingewikkeld is om met zo’n concept winstgevend te worden. De meeste bedrijven halen de drie jaar niet en vallen om.
We hebben te maken met een ingewikkeld businessmodel. Mensen delen onderling gratis producten, dus dan is de vraag: hoe zorg je ervoor dat je een financieel model hebt dat werkt? Je moet geld zien te verdienen met een concept dat uitgaat van ‘consuminderen’. Het was dus de vraag of we zo’n model konden ontwikkelen. Nu kunnen we gelukkig opgelucht zeggen: het kan dus wel.”
Ja, vertel eens. Jullie hebben ervoor gekozen om betaalde lidmaatschappen te introduceren. Hoe ging die afweging in zijn werk?
“Veel van de spullen die je bezit, gebruik je maar eens in de zoveel tijd. Als je bijvoorbeeld een boor koopt, koop je eigenlijk duizend gaten in de muur, terwijl je er hooguit eens tien nodig hebt. Maar voor de winkelier levert het niet zo gek veel op om spijkers of schroeven per stuk te verkopen. Je verkoopt je product vanzelfsprekend in een bundel die werkt.
We hebben er eerst over gedacht om leden te laten betalen per gehuurd product. Dat je bijvoorbeeld betaalt voor die tien gaten in de muur die je écht nodig hebt. Dat is een ingewikkeld model – want hoe stel je dat aantal schroeven vast? – en hebben we uiteindelijk overboord gegooid. We willen mensen toegang geven tot een enorme range producten in de buurt. We zeggen eigenlijk: voor de prijs van één boormachine heb je nu toegang tot alles wat je wilt lenen. Van bakfiets tot kajak.
Dat model heeft zichzelf meermaals bewezen. Denk maar aan Netflix. Als je toch al lid bent, check je welke series nog meer de moeite waard zijn. Zo werkt dat ook bij ons lidmaatschap. Onder het mom van: ‘nu we er toch zijn’ zie je dat mensen ook eerder geneigd zijn om eigen producten te gaan uitlenen. Het gaat dus echt om kruisbestuiving.”
Was de introductie van het betaalde lidmaatschap dé oplossing?
“Het is natuurlijk de vraag waarom het nu wel werkt. Dat lidmaatschap doet inderdaad een hoop. Maar ook is de betrokkenheid van onze leden heel belangrijk. Veel Nederlanders zijn zo enthousiast over het concept dat ze hun eigen buren gaan uitnodigen. Dat is uiteindelijk de beste manier om iedereen aan het delen te krijgen. Veel van soortgelijke initiatieven kijken naar financiële prikkels, terwijl je daar de menselijke aard naar mijn mening mee tekort doet. Mensen willen deel zijn van hun buurt en vinden het belangrijk om betrokken te zijn met elkaar.
Dat heeft heel veel invloed op het succes van Peerby: in plaats van alles te zien als transacties, zijn we de waarde van communities gaan inzien. Maar eerlijk is eerlijk: je komt nooit met één sprong van nul tot honderd. Dat kost tijd. Onderdeel daarvan is experimenteren en concluderen dat een idee niets oplevert, bijvoorbeeld.”
Was het ontbreken van financiën – en een winstgevend businessmodel – jullie grootste uitdaging?
“Het ging niet per se om een financieel gebrek. We zijn blij dat we niet té veel investeringen ophaalden, en zoals een flitsbedrijf ineens honderd miljoen binnenkregen. Experimenteren en daarmee falen, kan dan niet meer. We zijn niet kapot gegroeid. Al hebben we wel dat risico gelopen in het begin, hoor. In de tijd dat Facebook en Twitter voorbeeldstartups waren zonder businessmodel, dachten wij: ach, dat loopt wel los. Toen zijn wij ook zonder model gaan schalen. Gelukkig hebben we ons op tijd bedacht en gerealiseerd: dit moeten we anders gaan doen.”
Zullen de komende tien jaar zich kenmerken als circulair decennium, denk je?
“Delen is alleen maar meer relevanter door de hoge inflatie. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat Nederlanders steeds vaker bereid zijn om te delen of iets te lenen. Dezelfde trend zie je globaal. Maar ja, misschien wordt de perceptie van bezit heel anders, en wordt alles van iedereen. We moeten toch toe naar modellen waarmee we de aarde niet uitputten. Misschien gaan we wél naar een economie waarin we ‘gewoon’ voldoende hebben en meer kunnen doen met minder grondstoffen.
Het verschil tussen nu en 2012 wordt wel steeds duidelijker. Ik denk dat we aan den lijve beginnen te ondervinden dat we het anders moeten gaan doen. Samen. Snel. Waar het milieu vroeger iets heel abstracts was, voelen we nu wat milieuverandering doet. Wij mensen kunnen het goed verpesten voor onszelf. Maar als we iets kunnen verpesten, kunnen we het ook oplossen.”
En nu?
“Ja, goede vraag. Dit is echt een unieke periode. Voor het eerst in tien jaar zitten we niet in de overlevingsmodus. We verkeren nu in financiële rust. Ik ga die spanning bijna missen, want het ‘als we niets doen, redden we het niet’ geeft een enorme drive. Je kan nooit helemáál stilzitten, maar misschien is het nu wel eens tijd voor vakantie.”