Op 4 januari heeft foodretailer Jumbo in Bleiswijk zijn derde e-fulfilmentcenter (EFC) in gebruik genomen. Net als de eerste twee EFC’s wordt de operatie aangestuurd met Locus WMS van Centric, dat speciaal hiervoor is verrijkt met nieuwe functionaliteit. Met elk nieuw EFC wordt de operatie slimmer en efficiënter, ziet supply chain directeur Karel de Jong. “Hier komen de werelden van winkellogistiek en warehousing bij elkaar.” 

In 2020 passeerde de online omzet van Jumbo voor het eerst de grens van 500 miljoen euro. Toen het coronavirus half maart razendsnel om zich heen greep, maakten onverwacht veel consumenten gebruik van de mogelijkheid om online boodschappen te bestellen en thuis te laten bezorgen. “Direct na de virusuitbraak moesten we onze EFC’s in Den Bosch en Raalte opschalen naar maximale capaciteit. Wekenlang waren we helemaal volgeboekt”, vertelt Karel de Jong. 

De supply chain directeur van Jumbo prijst zich gelukkig dat de oplevering en ingebruikname van het derde EFC in Bleiswijk met twee maanden kon worden versneld. “In december vorig jaar konden we daar beginnen met inruimen, op 4 januari met het verwerken van orders. Pas vanaf dat moment was vraag en aanbod weer beter in balans. Met de kennis van nu hadden we ons derde EFC liever een jaar eerder geopend”, lacht De Jong.
 


“In dit EFC komen de werelden van winkellogistiek en warehousing bij elkaar”
Karel de Jong, supply chain directeur bij Jumbo


Separaat distributienetwerk 
Naast het distributienetwerk voor supermarkten heeft Jumbo de afgelopen jaren een volledig separaat distributienetwerk voor het online kanaal opgezet. Dat was een bewuste keuze toen in 2015 het eerste EFC in Den Bosch werd geopend. “Een alternatief was levering vanuit de winkels, maar lang niet elke winkel biedt het complete assortiment. In onze foodmarkten liggen maar liefst 32.000 verschillende artikelen. Dat is het assortiment dat we online beschikbaar willen maken voor alle klanten.” 

Levering vanuit de bestaande distributiecentra was ook geen optie, stelt De Jong. “Die zijn volledig ingericht op handelseenheden. Maar consumenten bestellen geen twaalf pakken rijst, hooguit één of twee. Levering vanuit de bestaande distributiecentra zou betekenen dat we voor elk artikel twee picklocaties moesten reserveren: één voor handelseenheden en één voor consumenteneenheden.”

Aparte EFC’s voor het online kanaal is de beste optie, is de overtuiging van De Jong. “Een EFC is in systeemtechnisch en organisatorisch opzicht een combinatie van een hele grote winkel en een warehouse. Hier komen de werelden van winkellogistiek en warehousing bij elkaar. Die combinatie is cruciaal voor een efficiënte operatie.” 

Anderhalve dag 
Qua inrichting en herbevoorrading lijken de EFC’s op winkels. Het pand in Bleiswijk is bijvoorbeeld ingericht met palletstellingen, waarvan de grondlocaties zijn voorzien van legbordkasten. In feite zijn dat opgeblazen winkelschappen. “Drie keer per dag vullen we de voorraad aan vanuit de bestaande distributiecentra. Wat we leveren moet in één keer in het schap passen om te voorkomen dat we een restant overhouden. Daarvoor maken we gebruik van dezelfde forecastingen replenishmentsoftware als voor de winkels. Die helpt ons om het consumentengedrag te herkennen en te voorspellen.” 

Voor de indeling van de schappen gebruikt Jumbo de principes die in elk ander warehouse worden gehanteerd. De snellopers liggen vooraan, de langzaamlopers achteraan. “In de winkel liggen alle pastasoorten bij elkaar, zodat consumenten kunnen kijken en vergelijken. Dat is in de EFC’s totaal niet aan de orde. Wij kijken alleen naar de omloopsnelheid, zodat onze medewerkers zo min mogelijk meters hoeven te maken.” 

Nieuwe versie 
Voor de aansturing van de operatie in de EFC’s gebruikt Jumbo hetzelfde warehousemanagementsysteem (WMS) als in de bestaande distributiecentra: Locus WMS. Dat was niet vanzelfsprekend, stelt De Jong. “Toen we besloten in 2015 een separaat EFC te bouwen, hebben we een inventarisatie gemaakt van de syste men in de markt. Voor de online food-sector was op dat moment weinig standaard software beschikbaar. Omdat we al met Locus werkten, hebben we besproken of Centric op basis van dat systeem een passend WMS kon bouwen. Daarin zijn ze geslaagd.”

Het resultaat is een volledig nieuwe versie van Locus met functionaliteit die specifiek voor de EFC’s is ontwikkeld. “Centric weet niet alleen hoe je een complex warehouse aanstuurt, maar ook hoe je een winkel runt. Die kennis hebben zij ingebracht. Daarin schuilt hun meerwaarde”, legt De Jong uit. 

Polsscanners 
De operatie in de EFC’s start met de ritplanning voor thuisbezorging. Als die vaststaat, weet Locus welke orders op welk moment klaar moeten staan voor transport naar de thuisbezorghubs. Vervolgens knipt Locus elke order op in deelorders, één voor elke zone. De Jong: “In totaal hebben we vijf zones. Per zone combineert Locus de verschillende deelorders tot batches, zodat de medewerkers meerdere deelorders tegelijk kunnen verzamelen. Daarvoor gebruiken ze een kar met ruimte voor vijftien tot achttien orders.” 

Anders dan in de regionale distributiecentra zijn de medewerkers in de EFC’s uitgerust met polsscanners in plaats van headsets. “Voicepicking is een uiterst efficiënte oplossing voor het verzamelen van winkelorders. Maar bij het verzamelen van online orders willen we er honderd procent zeker van zijn dat elke consument het juiste product ontvangt. Daarom scannen we niet alleen elk afzonderlijk artikel, maar ook de krat waar die in gaat.” 

Restanten 
Met elk nieuw EFC is zowel de operatie als het WMS weer verbeterd. De Jong wijst op het marshalling-gebied, waar de deelorders uit de verschillende zones weer samenkomen en worden samengevoegd. “In Den Bosch was dat een erg gefragmenteerd proces. In Raalte hebben we daarin verbetering gebracht, onder meer met behulp van barcodescanning. In Bleiswijk doen we dat nog weer iets slimmer door Locus te koppelen aan ons transportplanningssysteem.” 

Een ander leermoment betreft de aanvulling van de pickvoorraad. “We doen ons best om restanten te voorkomen, maar toch gebeurt het wel eens dat niet alles in het schap past. In Den Bosch moesten we die restanten elders neerleggen zonder ondersteuning van het WMS. In Raalte hebben we in het WMS onderscheid gemaakt tussen bulk- en picklocaties. De restanten liggen op bulklocaties, waarbij het WMS een seintje geeft als een picklocatie moet worden aangevuld. In Bleiswijk doen we het nog slimmer. Daar leggen we de restanten nu standaard neer op het onderste of bovenste schap van de legbordkasten. Dat scheelt flink in loopafstand en zorgt bovendien voor een hogere beschikbaarheid.”
 



Back-up 

Uniek is dat het EFC in Bleiswijk ook is ingericht als back-up voor winkeldistributie. “Eén van de nachtmerries van een steeds groter wordend bedrijf is dat één van de distributiecentra volledig uitvalt, bijvoorbeeld door brand. Hoe snel zijn we dan in staat om de bevoorrading van winkels te herstellen?”, vraagt De Jong zich hardop af. 

Het EFC in Bleiswijk is gevestigd in een courant logistiek pand met een hoogte van twaalf meter, waarvan alleen de onderste twee meter wordt gebruikt. “We hebben desondanks besloten om het pand volledig in te richten met palletstellingen inclusief liggers met het juiste draagvermogen. We hebben extra headsets voor voicepicking aangeschaft en zijn nu bezig om een kopie te trekken van de Locus-versie die we in onze regionale distributiecentra gebruiken. Als we onverhoopt het distributiecentrum in bijvoorbeeld Woerden of Breda verliezen, kunnen we in een week tijd het EFC volledig leegmaken en inrichten voor winkeldistributie. Daarvandaan kunnen we dan 150 winkels bevoorraden.” 

Hoe de markt voor online food zich verder ontwikkelt, is onduidelijk. De totale omzet blijft ongetwijfeld groeien, maar misschien minder snel dan het afgelopen jaar. En het is afwachten wat de impact zal zijn van flitsbezorgers zoals Gorillas en Flink. “Volgens de laatste marktcijfers zijn wij na Albert Heijn en Picnic de nummer drie in online food. Net als in de wereld van fysieke supermarkten willen wij de nummer twee worden. Dat betekent dat we extra gas moeten geven”, stelt De Jong. 

Vierde EFC 
Het online distributienetwerk blijft daarom groeien. Dit jaar breidt Jumbo het aantal thuisbezorghubs uit van zes naar zestien. Daarnaast is het niet de vraag of een vierde EFC nodig is, maar wanneer. Of dat wederom een manueel of een gemechaniseerde operatie wordt, weet De Jong nog niet. Bij mechanisatie, moet het wel om bewezen technologie gaan. “Maar het inrichten van een gemechaniseerd EFC zijn doorgaans projecten van drie jaar. De verwachting is dat we het vierde EFC al eerder nodig hebben.”