Waar veel retailers zich van crisis naar crisis worstelen, zijn er altijd uitzonderingen die juist voordeel hebben van economisch zwaar weer. Goudwisselkantoor is zo’n formule. De keten met meer dan honderd locaties voor in- en verkoop van goud en sieraden heeft ambitieuze groeiplannen in binnen- en buitenland.
De coronacrisis is nog nauwelijks voorbij of de inflatie en economische onzekerheid zorgen alweer voor een nieuwe klap voor veel retailers. Het consumentenvertrouwen is laag en shoppers hebben minder te besteden. En in een tijd waarin veel onzeker is, wenden traditiegetrouw veel mensen zich tot goud. Daarvan profiteert de formule Goudwisselkantoor op twee manieren, vertelt algemeen directeur Johan de Ruiter van het familiebedrijf. “Enerzijds kopen mensen goud in als zekerstelling van vermogen. Daarnaast is er een groep die het interessant vindt om nu juist goud te verkopen, omdat het meer waard is dan een half jaar geleden.”
Beide groepen wenden zich tot Goudwisselkantoor. De keten volgt bij economische ontwikkelingen vaak precies de omgekeerde trend ten opzichte van de meeste retailers. “Als...
Waar veel retailers zich van crisis naar crisis worstelen, zijn er altijd uitzonderingen die juist voordeel hebben van economisch zwaar weer. Goudwisselkantoor is zo’n formule. De keten met meer dan honderd locaties voor in- en verkoop van goud en sieraden heeft ambitieuze groeiplannen in binnen- en buitenland.
De coronacrisis is nog nauwelijks voorbij of de inflatie en economische onzekerheid zorgen alweer voor een nieuwe klap voor veel retailers. Het consumentenvertrouwen is laag en shoppers hebben minder te besteden. En in een tijd waarin veel onzeker is, wenden traditiegetrouw veel mensen zich tot goud. Daarvan profiteert de formule Goudwisselkantoor op twee manieren, vertelt algemeen directeur Johan de Ruiter van het familiebedrijf. “Enerzijds kopen mensen goud in als zekerstelling van vermogen. Daarnaast is er een groep die het interessant vindt om nu juist goud te verkopen, omdat het meer waard is dan een half jaar geleden.”
Beide groepen wenden zich tot Goudwisselkantoor. De keten volgt bij economische ontwikkelingen vaak precies de omgekeerde trend ten opzichte van de meeste retailers. “Als het begin mei mooi weer wordt en mensen gaan massaal naar de tuincentra, dan is het bij ons rustiger”, zegt De Ruiter. Ook de kerstperiode, voor de gemiddelde retailer de toptijd, is voor Goudwisselkantoor juist een dalmoment. “Dan zijn mensen bezig met het besteden van geld, leuke dingen doen. Niet met het zekerstellen van vermogen of de verkoop van sieraden.”
Niet alle consumenten weten Goudwisselkantoor al te vinden. De kantoren komen voor de gemiddelde shopper soms nog wat ‘bancair’ over, weet De Ruiter. Daarom wordt gewerkt aan een restyling van het winkelconcept. “De locaties moeten wat hipper en meer van deze tijd worden”, aldus De Ruiter. “Zodat ook consumenten die één gouden ring willen verkopen zich welkom voelen, en niet bang zijn dat we ze uitlachen.”
Webshop een gouden greep
De lancering van de webshop in 2020 heeft de laagdrempeligheid volgens De Ruiter al sterk vergroot. “De omzet is sindsdien verdrievoudigd.” Een hele nieuwe groep weet nu de weg naar het familiebedrijf te vinden. “Voorheen zag je bestedingen van tien- tot honderdduizend euro per klant. Online zien we ook gewoon mensen met een modaal inkomen die twee of drie gouden munten kopen. Daarnaast zien we veel jongere beleggers die even klaar zijn met de cryptomunten.”
De sieraden die Goudwisselkantoor inkoopt worden op drie manieren weer verkocht: als tweedehands sieraden in de drie winkels van dochterformule Reclaimed Jewels, via de veiling of omgesmolten als pure goudblokjes via de webshop. In die verhouding wordt de eerste categorie steeds belangrijker. Goudwisselkantoor bekijkt dan ook de mogelijkheid om meer tweedehands juwelierszaken te openen in stadscentra, in combinatie met een regulier Goudwisselkantoor.
Reclaimed Jewels werd in 2016 als extra tak opgezet om meer te doen met alle ingekochte sieraden dan het simpelweg omsmelten en deze een tweede leven te geven. Momenteel onderzoekt het bedrijf hoe meer synergieën tussen beide formules kunnen worden behaald, waarbij de overstap naar één merk een serieuze optie is. “Goudwisselkantoor is weliswaar niet zo’n fantasierijke naam, het vertelt wat we doen”, aldus De Ruiter. “Maar de naamsbekendheid is wel veel groter.” Binnen enkele maanden wordt meer duidelijk over de volgende fase.
Nieuwe directie
Goudwisselkantoor wil de komende jaren fors doorgroeien in binnen- en buitenland. De familie De Ruiter heeft een volledig nieuw directieteam aangesteld dat die plannen moet aansturen. “Zo willen we een volgende fase in”, aldus De Ruiter. “Als familie hebben wij veel koopmanschap en vakkennis, maar niet alle managementkwaliteiten om een grote keten op te bouwen.” De familieleden zitten voortaan ook in een adviesraad en blijven betrokken bij projecten. Johan de Ruiter zelf behoudt zijn rol als algemeen directeur en bewaakt de lange termijn. Zijn broer Erik de Ruiter behoudt zijn rol als cfo. Een managing director van buiten de familie stuurt de dagelijkse operatie aan.
De taak voor die nieuwe directie liegt er niet om: binnen vijf jaar van de huidige 120 naar 350 winkels groeien. Die moeten verspreid zijn over zes landen, in plaats van de huidige drie. Luxemburg komt er volgend jaar als vierde land bij, naast Nederland, België en Duitsland. Op de andere twee landen oriënteert het bedrijf zich nog. “Het zal in ieder geval binnen Europa zijn, waarschijnlijk Noord-Europa.” Ook binnen Nederland en België ziet De Ruiter nog volop groeikansen. “Maar de echt grote getallen zitten in Duitsland.”
Ondanks de ambitieuze groeiplannen ziet De Ruiter voorlopig geen noodzaak voor externe investeerders. Goudwisselkantoor is al ruim 35 jaar een familiebedrijf en dat houdt hij graag zo. “De groei kunnen we zelf handelen. Wat we nodig hadden was kennis en kunde om die te managen, en dat is met het aanstellen van de nieuwe directie gelukt.” Helemaal uitsluiten kan hij het aan boord halen van externe financiers ook weer niet. “Zeg nooit nooit, maar het is zeker geen doel op zich.”