Geen hoge marketingbudgetten, offshore productie en eindeloos veel producten op voorraad: met zo min mogelijk opsmuk slaat Reshirt een andere weg in. De one man show, met Arend-Jan Majoor in de hoofdrol, levert overhemden die gemaakt zijn van oude horecalakens. Op maat en op bestelling, eenvoudig door de brievenbus thuisbezorgd. “We focussen ons niet op de mannen die maandelijks naar de Zara gaan.” 

Hoe ben je op het idee voor Reshirt gekomen? 

“Ik ben al zo’n vijf á zes jaar bezig met recycling en afval. Toen ik eens met wasserettes in gesprek kwam, werd mij verteld dat er bergen lakens zijn die worden afgekeurd. Met een scheurtje of een vlekje worden de lakens van prachtig materiaal weggegooid of op z’n hoogst als poetsdoek gebruikt. Terwijl je er prima de lelijke plekken uit kunt knippen en het katoen opnieuw kunt gebruiken. Voor overhemden bijvoorbeeld.

Ik ben klein begonnen. Er zijn twee wasserijen die de lakens voor mij apart houden. We hebben nu zo’n tweehonderd lakens ‘gered’, waar dus zo’n tweehonderd overhemden van zijn gemaakt. Het concept staat dus echt nog in de kinderschoenen. Er zijn tienduizenden lakens die worden weggegooid, dus er is absoluut nog genoeg werk te doen.”

Je hebt natuurlijk een startpunt nodig. Hoe heb je alles gefinancierd? 

“Ik kom andere ondernemers tegen die het hebben over miljoenen, en grote investeerders. Ikzelf ga liever terug naar de basis. In eerste instantie heb ik de overhemden voor mezelf gemaakt. Al snel kwam ik erachter dat de interesse van vrienden en kennissen was gewekt. Toen ben ik een crowdfunding gestart waarin mensen in de voorverkoop een overhemd konden bestellen. 

Op dit moment hebben we bijna tienduizend euro opgehaald. We wilden honderd overhemden verkopen, ter waarde van negenduizend euro. Daar zijn we nu overheen. Om een succesvol bedrijf te worden, wil ik uiteindelijk naar de duizend overhemden. Dan is het idee bewezen en kunnen we het hele proces ook aan de achterkant gladstrijken.”

Wat maakt jouw concept levensvatbaar? 

“Mensen die ze dragen, zijn hartstikke enthousiast. Naast dat het lekker zit – niet geheel onbelangrijk – vinden mensen het leuk dat het om materiaal gaat dat anders wordt weggegooid, en alles in Nederland wordt gemaakt in plaats van India of Bangladesh. De mensen die gecharmeerd zijn door het verhaal vallen natuurlijk precies in de doelgroep van Reshirt. Dan ben je voornemens om zuiniger om te gaan met je kleding. 

Pricing vind ik nog wel een ding. Vroeger kocht ik zelf altijd overhemden voor vijftig euro. Reshirt-hemden zijn 99 euro. Ikzelf vind dat veel geld, en ik vind als ondernemer moeilijk om dat van de klant te vragen. Goedkoper kán het simpelweg niet. Maar goed, onze overhemden gaan met gemak twee jaar mee. Zelfs als je hem vier keer per week draagt. Een man die geen tientallen overhemden per jaar koopt, is er hartstikke blij mee. We focussen ons ook niet op de mannen die iedere maand naar de Zara gaan.” 

Tekst gaat door onder de foto

De overhemden worden na de bestelling op maat gemaakt. Is de levertijd dan niet erg lang? 

“Het productieproces gaat in nadat een klant een overhemd heeft besteld. In deze strategie geloven we heilig. Het is namelijk hartstikke belangrijk voor de kledingindustrie om onnodige voorraden te schrappen. Duurzame merken maken de producten pas nadat iets wordt besteld. Ofwel: slow fashion. Daar is Reshirt niet anders in. Dus inderdaad: het duurt even. Zo’n product maak je niet in een dag of een week. Deze doelgroep vindt dat ook niet zo nodig. Onze klant wil eens per jaar een mooi overhemd kopen. We maken een product voor je omdat je zeker weet dat je het wilt. 

Een abonnementsvorm zou voor ons wel een uitkomst zijn. Kijk, als je van je klant weet dat hij ieder jaar in oktober een nieuw overhemd wil, kan je al in juli beginnen met de productie. Als je in juni alvast vraagt welke kleur hij dit jaar in zijn kledingkast wenst, staan alle stoplichten op groen. Zo’n model is best baanbrekend. Moet je je voorstellen hoe ánders dat is dan tientallen overhemden hebben liggen in de winkel, die je aan de man wilt brengen.”

Dus je hebt niet de ambitie om ooit in fysieke retail te duiken? 

“Jawel, maar op onze eigen manier. Via een flagshipstore of een pop-upwinkel, bijvoorbeeld. Dat zou hartstikke goed kunnen werken. Een locatie waar mensen even de stof kunnen zien en bekijken. Want hoe gaaf is het bijvoorbeeld om de witte lakens uit te kunnen stallen en ze ter plekke te verven? Dat kan namelijk heel simpel in een wasmachine. Als iemand zegt: ik wil dit shirt in een zandkleur, kunnen we dat direct doen. Daarna kunnen we het laken opsturen naar een naaiatelier voor de finishing touch, waarna het overhemd netjes wordt thuisbezorgd. 

Ja, dat zou wel een heel toffe stap zijn. Maar dan denk ik echt aan één centrale plek; meerdere locaties heeft niet zo’n zin. Een Reshirt-man komt eens per jaar even langs om een cocktail te drinken en te zien hoe zijn overhemd wordt geprepareerd. Zo’n belevingswinkel zou ik een mooie toekomst vinden.”

Gaan jouw ambities ook tot over de Nederlandse grens? 

“Zeker. Tot de klantenkring horen nu ook een aantal expats. Daarom is de website ook in het Engels. We hebben bestellingen gehad vanuit Frankrijk, en dat gaat prima. Dus ik denk dat we wel naar heel West-Europa kunnen leveren. Het model is daar ook klaar voor. 

Maar we willen écht niet te hard gaan. Een paar bestellingen vanuit het buitenland is prima, maar het moet niet kapot groeien. Ik ben al blij als we duizend overhemden verkopen en heel langzaam naar andere landen gaan. We zijn geen Mr Marvis, met groeiplannen in Amerika en grote investeerders. We mogen klein blijven. Zolang we maar duurzaam groeien.”