Een museum, expositie, magazine, documentaire of boek. Heritage brands vieren hun verleden en beheersen de kunst van conserveren. Gemakkelijk is dit niet, maar nodig wel. Want wie wat bewaart, die heeft wat te vertellen. Met dat in het achterhoofd hebben ook Apple, Albert Heijn en IKEA hun historie vastgelegd.
Apple
Nog niet eerder werd de historie van het merk Apple op zo’n grote schaal vastgelegd als in The Wall in Utrecht. Daar verschijnt begin 2022 het grootste Apple Museum van Europa. De drijvende kracht achter het Apple Museum is Ed Bindels, ceo van Apple-reseller Amac. Zelf werkt Bindels al sinds 1979 met het merk en in de loop der jaren had hij al aardig wat oude objecten om zich heen verzameld. “Sommige items heb ik verkregen bij een overname die ik deed. Van lieverlee kwam er elke keer weer wat bij, ook klanten leverden zo nu en dan wat bij me in”, vertelt Bindels.
Tijdens de coronacrisis had de Amac-ceo tijd om alles wat hij tot dusver verzameld had in kaart te brengen. “Het bleek een aardige collectie te zijn, maar toch ontbrak er ook nog veel. Vanaf toen ben...
Een museum, expositie, magazine, documentaire of boek. Heritage brands vieren hun verleden en beheersen de kunst van conserveren. Gemakkelijk is dit niet, maar nodig wel. Want wie wat bewaart, die heeft wat te vertellen. Met dat in het achterhoofd hebben ook Apple, Albert Heijn en IKEA hun historie vastgelegd.
Apple
Nog niet eerder werd de historie van het merk Apple op zo’n grote schaal vastgelegd als in The Wall in Utrecht. Daar verschijnt begin 2022 het grootste Apple Museum van Europa. De drijvende kracht achter het Apple Museum is Ed Bindels, ceo van Apple-reseller Amac. Zelf werkt Bindels al sinds 1979 met het merk en in de loop der jaren had hij al aardig wat oude objecten om zich heen verzameld. “Sommige items heb ik verkregen bij een overname die ik deed. Van lieverlee kwam er elke keer weer wat bij, ook klanten leverden zo nu en dan wat bij me in”, vertelt Bindels.
Tijdens de coronacrisis had de Amac-ceo tijd om alles wat hij tot dusver verzameld had in kaart te brengen. “Het bleek een aardige collectie te zijn, maar toch ontbrak er ook nog veel. Vanaf toen ben ik actief zelf objecten gaan zoeken.” Met de overname van de collectie van het Apple Museum in Westerbork verleden week kwam de totale verzameling in één klap uit op ruim vijfduizend items. “De collectie is zo goed als compleet, op een paar producten na die lastig te verkrijgen zijn”, vertelt Bindels. “Bijvoorbeeld een Lisa 1, de voorloper van de Macintosh. De Lisa is uitgebracht een jaar voordat de Mac uitkwam. Vrijwel alle Lisa’s zijn daarna omgebouwd naar Mac’s.”
Alle vijfduizend objecten op een rij vertellen de geschiedenis van Apple. “Het toont aan hoe belangrijk dit merk geweest is voor de ontwikkeling van onze technologie”, stelt Bindels. Het is mooi om die historie in kaart te brengen, maar nog mooier vindt Bindels de kick van het verzamelen. “Het is nostalgie. Naast het verhaal van Apple, vertelt het museum ook het verhaal van mijn loopbaan. Alle tussenfasen en alle herinneringen komen samen. Het is echt een hobby.”
Of Apple zelf ook zit te wachten op een museum, is een tweede. “Apple wil als merk vooral geassocieerd worden met nieuwe producten en niet met zijn historie, verwacht ik. Ik heb nog geen reactie gehad op het museum en ik ga het ook maar niet vragen”, zegt Bindels lachend. Apple kan het museum zelf niet tegenhouden, meent de Amac-ceo, maar ze kunnen misschien wat vinden van de naamvoering. “Ondanks dat iedereen het Apple Museum zal noemen, weet ik niet of Apple daar zelf mee akkoord gaat. Mogelijk ontvang ik een brief waarin staat: ‘wil je stoppen met het gebruiken van de naam Apple in combinatie met museum?’”, stelt Bindels. Aan de andere kant kan het ook zo zijn dat Apple in het museum wil participeren, zodat het ‘echt heel goed wordt’. “Laten we maar geen slapende honden wakker maken.”
Albert Heijn
Bij ’s lands grootste supermarktketen Albert Heijn zit het bewaren én bewaken van het erfgoed al decennialang in de organisatie verankerd. De Museumwinkel in Zaandam werd al meer dan vijftig jaar geleden geopend en is een replica van de eerste kruidenierswinkel uit Oostzaan. In 1887 begon het hier allemaal, met circa honderd producten op twaalf vierkante meter. Jaarlijks trekt het kleine museum zo’n 150 duizend bezoekers.
Even verderop, in de Ahold Delhaize Coffee Company, ligt het volledige bedrijfsarchief. Een ruimte van ruim zeshonderd vierkante meter, die volgens Reinier van Elk richting de status van een museum opschuift. Naast zijn functie als risicomanager bij Ahold Delhaize is hij voorzitter van de Stichting Albert Heijn Erfgoed. “Zo’n veertien jaar geleden begonnen we met de centralisatie van het archief. De familie Heijn schonk veel materiaal, terwijl collega’s hun archiefdozen brachten. Digitaliseren was meteen ons doel. Er hoeft maar iets te gebeuren en weg is voor altijd weg. Bijvoorbeeld, van de eerste uitgave van Allerhande uit 1958 hebben we maar twee originele exemplaren.” Daarom is besloten om een stichting op te richten. “Door het archief los te koppelen van het bedrijf is de continuïteit ervan altijd gewaarborgd.”
Aan verantwoordelijkheidsgevoel is hier geen gebrek. Bij de stichting werken zo’n dertig vrijwilligers, vooral oud-medewerkers, die gemiddeld één dag in de week komen. “Ze runnen de Museumwinkel en zorgen voor het bedrijfsarchief. Nog belangrijker is dat ze verhalen vertellen, want die maken oude spullen pas interessant.”
De Museumwinkel van Albert Heijn is een replica van de eerste kruidenierswinkel
Zo vinden er lezingen plaats en haakt de stichting in op elk mogelijke mijlpaal – kleine en grote. Denk aan het vijftig jaar bestaan van het AH-logo, maar ook van de vijftigste verjaardag van de avocado. Op de Facebook-pagina van de stichting en het bedrijfsintranet worden dan achtergrondartikelen en beeldmateriaal gepubliceerd. Sinds 2017 staat het archief live. “Aan de hand van thema’s kan elke Nederlander onze oude foto’s, video’s en documenten bekijken, inclusief alle Allerhande-edities.”
Die brede toegankelijkheid past bij de groeiende interesse, merkt Van Elk. “Dankzij online media leeft het verleden steeds sterker, zelfs bij jonge collega’s. Onze geschiedenis is eigenlijk de geschiedenis van de Nederlandse maatschappij. Het is een feest der herkenning, voor allerlei generaties.” Bovendien komt het archief bij ingrijpende, strategische veranderingen van pas. Zoals bij de fusie met het Belgische Delhaize. “We ontdekten dat beide familiebedrijven tegelijkertijd dezelfde ontwikkelingen doormaakten, zoals de stap naar een eigen merk of zelfbediening. Met onder andere een animatie lieten we dit aan werknemers, aandeelhouders en de pers zien. Toen we in beeld brachten hoeveel die twee partijen gemeen hebben, voelde de fusie vertrouwder aan.”
IKEA
Sinds vijf jaar heeft ook IKEA een eigen museum. Het IKEA Museum in Älmhult is gevestigd in het eerste IKEA-filiaal, dat tussen 1958 en 2012 open was. Toen al stond hier een kleine, permanente tentoonstelling van klassieke IKEA-producten. Doordat bezoekers daar zo enthousiast op reageerden, was een volwaardig museum een logische stap. “Onze meubels staan bij miljoenen mensen thuis, het IKEA-gevoel leeft wereldwijd. Het museum is voor ons een nieuwe manier van communiceren en versterkt de band met IKEA. We zien het dan ook als een platform voor fans. In plaats van dat IKEA bij hen thuis staat, zijn zij eens bij ons thuis”, vertelde voormalig managing director Carina Kloek-Malmsten ons destijds.
Het oude pand telt vier verdiepingen met 38 duizend vierkante meter aan expositieruimte. In de sectie Our roots wordt de bezoeker helemaal meegenomen naar de kindertijd van oprichter Ingvar Kamprad en zijn inspiratiebronnen. Our story vertelt juist het IKEA-verhaal, via klassiekers als de Klippan-bank uit 1984 en het democratic design-proces (‘design voor iedereen’) waarmee het woonmerk groot is geworden. Omgedraaid vind je er ook verhalen van klanten en hun favoriete meubels, ingezonden via Ikeamuseum.com.
Los hiervan zijn er jaarlijks twee wisselende exposities, die wonen en design in hun algemeenheid belichten. Inmiddels is het museum al door honderdduizenden mensen uit de hele wereld bezocht. Niet alleen klanten, designers en (oud-)medewerkers, maar ook nieuwe collega’s weten het museum te vinden. “Een bezoek is niet verplicht, maar we raden het wel aan. Eigenlijk is er geen betere manier om het verhaal van IKEA te leren kennen.” Natuurlijk ligt Älmhult voor de meeste fans niet naast de deur en daarom lanceerde IKEA in 2018 de online versie van het IKEA Museum, met onder andere een archief.
Een deel van dit artikel verscheen eerder in RetailTrends-magazine.