In 2025 wil de Bijenkorf alleen nog duurzamere merken verkopen en daarmee behoort de partij tot de meest ambitieuze warenhuisketens op dit vlak. Justin Pariag werkt als head of sustainable business mee aan de praktische vertaling van deze doelstelling en bewaakt de voortgang. “Een merk dat niet wil bewegen is geen partner van de Bijenkorf."
Het jaar 2030 is voor veel retailers een richtjaar om naartoe te werken met ambitieuze duurzaamheidsplannen. Helemaal CO2-neutraal, alleen hergebruikte materialen of een einde aan verspilling komen daarin vaak voorbij. Ook de Bijenkorf heeft zich een aantal doelstellingen gesteld voor dat magische jaar. De CO2-uitstoot moet dan met de helft zijn teruggedrongen. Nog eens tien jaar later wil de Bijenkorf helemaal CO2-neutraal zijn.
Opvallender is dat de premium warenhuisketen zich in 2017 ten doel stelt om al in 2025 een assortiment volledig bestaande uit ‘duurzamere merken’ te bieden. Dat is niet alleen ambitieus omdat 2025 een stuk dichterbij is dan 2030, maar ook omdat veel merken die de Bijenkorf aanbiedt van ver moeten komen. Zo bungelen merken als Max Mara, Dolce & Gabbana, Tom Ford en Longchamp in de onderste regionen van de Fashion Transparency Index, een overzicht waarin Fashion Revolution merken en retailers rangschikt aan de hand van hun openheid over hun duurzaamheidsbeleid.
Justin Pariag komt in 2016 bij de Bijenkorf binnen in de nieuwe functie van head of sustainable business. Aan hem de taak om de warenhuisketen te voorzien van één overkoepelende duurzaamheidsstrategie voor de lange termijn. Vóór de Bijenkorf werkte hij in een vergelijkbare rol bij Tommy Hilfiger en daarvoor als klimaatonderzoeker voor beleidsmakers.
Bewust maakte hij de overstap naar retail. “Als onderzoeker zie je niet snel genoeg resultaat”, vertelt hij. “Mijn vrouw, die ook in de retail/FMCG werkt, adviseerde me die stap te maken. Daar kun je écht verschil maken.”
Hoever was de Bijenkorf op duurzaamheidsgebied toen u in 2016 begon?
“Ik zag een organisatie die al veel goede dingen deed op het gebied van duurzaamheid. Denk aan ledverlichting, aandacht voor duurzamere materialen en oog voor de mensen die in de supplychain werken. Wat ontbrak was een strategische aanpak en dat was de grote kans die ik zag. Die overkoepelende visie hebben we in 2017 gelanceerd en heeft inmiddels de noemer De toekomst is groen, waarbinnen verschillende speerpunten vallen. En daaraan zijn weer concrete doelstellingen gekoppeld, waaronder die honderd procent duurzamere merken in 2025.”
Hoe heeft u dat aangepakt?
“Ons uitgangspunt was de vraag waar onze impact ligt als third-party retailer in de mode-industrie. We produceren heel weinig zelf. Veel mensen denken dat we een heel grote privatelabelcollectie hebben, maar dat is al lang niet meer zo. We kopen in van merken en verkopen aan consumenten. Dat maakt je impactprofiel heel anders. Als onderdeel van het senior managementteam had en heb ik nog steeds veel toegang tot de directie. Ik heb daarom allereerst meerdere sessies begeleid om het met de directie van de Bijenkorf over onze impact te hebben. Naar aanleiding daarvan hebben we een aantal speerpunten geformuleerd om ons beleid honderd procent duurzaam te krijgen.”
Wat verstaan jullie eigenlijk onder ‘honderd procent duurzamer’?
“Het is goed om het verschil aan te geven tussen een duurzaam product en een duurzamer merk. Onze 2025-doelstelling gaat over duurzamere merken. Voor ons betekent dat dat een merk aan drie criteria moet voldoen. Ten eerste moet er due dilligence zijn gedaan: een merk moet weten wat de risico’s zijn en wat je kunt doen om je impact te verminderen. Het tweede criterium is de aanwezigheid van een concrete strategie en visie op het gebied van duurzaamheid, die aansluit bij onze strategie en doelen. Tot slot moeten er concrete voorbeelden zijn waarmee je laat zien dat je die in de praktijk brengt. Heb je alle drie die vinkjes, dan ben je voor de Bijenkorf een duurzamer merk.”
'Het enthousiasme onder merken is in alle eerlijkheid best inspirerend'
Even terug naar de 2025-doelstelling. Hoe groot is het enthousiasme bij merken?
“Dat is in alle eerlijkheid best inspirerend. Toen we in 2018 gesprekken hierover gingen voeren, begonnen we met een groep van ongeveer veertig strategisch gekozen merken. Bij onze mensen merkte ik best wat koudwatervrees. Hoe zouden ze gaan reageren? Zouden ze überhaupt wel een sustainabilitymanager hebben? We kregen echter terug van de markt dat eigenlijk bijna iedereen er onder de radar wel mee bezig was.
Op een paar na hadden de merken allemaal ideeën over duurzaamheid. Niet altijd een heel concrete strategie, maar ze wilden bijvoorbeeld inzetten op duurzamere materialen of betere omstandigheden rondom dierenwelzijn of energiegebruik. Daarom is dat eerste stuk van due dilligence ook zo belangrijk. Het is essentieel om te begrijpen waar je risico’s liggen, zodat je ervoor kunt zorgen dat wat je doet daadwerkelijk impact heeft.”
Hoever zijn de merken nu?
“Een concreet cijfer kan ik je niet geven, we zitten nog middenin het beoordelingsproces. Maar ik kan zeggen dat we positief zijn over wat we zien in de markt. Dat is een kanteling in een tempo dat ik niet eerder heb meegemaakt.”
En wat te doen met de achterblijvers?
“Daar zijn we helder over: een bedrijf dat niet wil bewegen is geen partner van de Bijenkorf. We ervaren echter in de gesprekken dat het geen kwestie is van niet willen, maar van niet weten hoe. Een concreet voorbeeld is het pilotprogramma dat we dit jaar met tien merken zijn gestart om hun eigen transparantie te verbeteren. Dat hebben wij mede gefinancierd om hen te helpen hun risico’s inzichtelijk te maken, hoe de supplychain eruitziet en wat de strategie rond duurzaamheid is. En dan wordt het steeds helderder voor deze merken, het is geen onwelwillendheid.”
In de Transparency index van Fashion Revolution scoren veel merken waarmee de Bijenkorf samenwerkt erg slecht op transparantie. Wat betekent dat voor jullie met het oog op 2025?
“Voor die ranglijst kijkt men naar wat merken in het openbaar publiceren over de eigen duurzaamheidsstrategie. En ja: ik geloof absoluut dat dat beter moet. En dat geldt overigens voor alle merken, niet alleen voor de luxespelers. Wij zijn één op één de gesprekken met onze partners aangegaan. Dat heeft ons heel veel inzichten gegeven die niet toegankelijk zijn voor de bezoekers van de website van deze merken. En zonder namen te noemen kan ik zeggen dat veel luxemerken vooruitstrevend zijn. Een grote uitdaging voor hen is om daarover te communiceren. Een aantal van de huidige achterblijvers zou dan tot de koplopers behoren.”
Zien consumenten de Bijenkorf al als een duurzame voorloper?
“Dat is moeilijk te zeggen. We doen meerdere keren per jaar onderzoek onder onze klanten en de laatste keer bleek daaruit dat zo’n veertig procent globaal weet wat wij doen op duurzaamheidsgebied. Met name de laatste anderhalf jaar zit daar een mooie stijgende lijn in. Sinds we er meer over communiceren zie je de impact op het bewustzijn van klanten. Maar we zijn er zeker nog niet.”
Dit is een deel van een interview dat eerder verscheen in het oktobernummer van RetailTrends. Lees het complete artikel hier terug.