De kersverse minister van Economische Zaken Micky Adriaansens had maandag haar eerste werkbezoek. De primeur was voor de retailsector. In de stad die ze goed kent: Rotterdam.
Een bruisende winkelstraat. Wie wil dat nou niet? Ook het nieuwe kabinet vindt dat belangrijk, getuige een passage in het coalitieakkoord. “Een bruisende winkelstraat is cruciaal voor de leefbaarheid in dorpen en steden. Het kabinet gaat samen met lokale overheden aan de slag om de leegstand tegen te gaan en de samenwerking tussen retail, horeca en cultuur te stimuleren.”
Daar willen we meer over weten, dachten INretail, de Raad Nederlandse Detailhandel en het Vakcentrum. Samen met de gemeente Rotterdam nodigden de brancheorganisaties de nieuwe minister van Economische Zaken uit, Micky Adriaansens van de VVD. Deze maandag op de kop af vier weken in functie.
Bekend terrein
Het werkbezoek begint in koffiezaak Heilige Boontjes aan het Eendrachtsplein, waar onder anderen ex-gedetineerden werkervaring kunnen opdoen. Adriaansens (57) is terug in Rotterdam, de stad waar ze rechten en bedrijfskunde studeerde en waar...
De kersverse minister van Economische Zaken Micky Adriaansens had maandag haar eerste werkbezoek. De primeur was voor de retailsector. In de stad die ze goed kent: Rotterdam.
Een bruisende winkelstraat. Wie wil dat nou niet? Ook het nieuwe kabinet vindt dat belangrijk, getuige een passage in het coalitieakkoord. “Een bruisende winkelstraat is cruciaal voor de leefbaarheid in dorpen en steden. Het kabinet gaat samen met lokale overheden aan de slag om de leegstand tegen te gaan en de samenwerking tussen retail, horeca en cultuur te stimuleren.”
Daar willen we meer over weten, dachten INretail, de Raad Nederlandse Detailhandel en het Vakcentrum. Samen met de gemeente Rotterdam nodigden de brancheorganisaties de nieuwe minister van Economische Zaken uit, Micky Adriaansens van de VVD. Deze maandag op de kop af vier weken in functie.
Bekend terrein
Het werkbezoek begint in koffiezaak Heilige Boontjes aan het Eendrachtsplein, waar onder anderen ex-gedetineerden werkervaring kunnen opdoen. Adriaansens (57) is terug in Rotterdam, de stad waar ze rechten en bedrijfskunde studeerde en waar ze in die periode zong in de Hermes House Band, later bekend van de nummer-1-hit I Will Survive.
Tijdens het rondetafelgesprek wordt door menigeen het belang van de winkelstraat benadrukt. Wethouder Roos Vermeij: “Het is een ontmoetingsplek. Je spreekt elkaar, je leert ook omgaan met anderen. Als we alles via de app binnen laten komen, dan raken we verwijderd van elkaar.” En dat vraagt om actief handelen van de overheid, zegt Vermeij. Zowel lokaal als landelijk.
Vermeij wijst op het besluit van Rotterdam om een jaar lang geen nieuwe darkstores van flitsbezorgers toe te staan. Deze mini-magazijnen, met afgeplakte ruiten, zorgen voor veel overlast. Koeriers rijden af en aan, blokkeren met hun fietsen de winkelstraten en zijn luidruchtig. De gemeente gaat de komende tijd onderzoeken waar deze darkstores wel en niet een plaats kunnen krijgen.
Daarna wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld, want in het huidige wordt geen onderscheid gemaakt tussen een 'winkel' en een 'distributiecentrum'. “We hadden het twee jaar geleden niet voor mogelijk gehouden dat we als overheid zo'n maatregel zouden moeten treffen. Het gaat nu heel snel”, zegt Vermeij.
Meer regie vanuit Den Haag
De wereld verandert en daarmee ook de winkelstraat. “Wat ons betreft is de grootste uitdaging de transformatie creëren van de retail in de binnensteden”, zegt algemeen directeur Jan Meerman van INretail. “Dat is best een opgave, waar je ook de landelijke overheid voor nodig hebt. Er is meer regie vanuit Den Haag nodig.”
Zo zou INretail graag zien dat de rijksoverheid een maximaal leegstandspercentage van vijf procent vaststelt. Gemeenten en provincies moeten dan voor de invulling zorgen. Met geld en steun van de rijksoverheid. Oftewel: kom op met die honderd miljoen euro die het vorige kabinet al in het vooruitzicht stelde voor lokale projecten waarbij gemeenten samen optrekken met private partijen.
Adriaansens moet na afloop het antwoord schuldig blijven op de vraag wanneer deze subsidieregeling Impulsaanpak Winkelgebieden wordt opengesteld. “Ik weet eerlijk gezegd de planning niet, maar wat mij betreft gaan we er tempo op zetten.”
Vergeet de dorpen niet
Maar vergeet ook de dorpen niet, zegt voorzitter Harrie ten Have van het Vakcentrum, de belangenorganisatie van zelfstandig ondernemers. Hij vreest dat veel dorpen hun Spar, Coop of andere super kwijtraken als die vanaf 1 januari 2024 geen tabak meer mogen verkopen.
“Dat is soms wel goed voor twintig procent van de omzet. Als ze dat niet meer hebben, dan kunnen ze deur op slot doen.” De leefbaarheid van dorpen komt zo in gevaar, benadrukt Ten Have. Uit een onderzoek in opdracht van toenmalig staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid bleek eind vorig jaar dat door het tabakverbod mogelijk vijfhonderd supermarkten het loodje leggen.
“Dit is wel een spannende, dat begrijpt u ook”, reageert Adriaansens. Ze wijst erop dat we 'met elkaar' vinden dat tabak schadelijk is en dat het minder aantrekkelijk moet worden gemaakt. “Maar ik hoor heel goed wat u zegt: denk goed na over welke effecten dit heeft.”
Kritiek op coronabeleid
Uiteraard komt ook het coronabeleid aan de orde. Directeur Jan-Peter Dankaart van Daka Sport zegt dat veel steunmaatregelen onvoldoende waren, zeker tijdens de lockdown. “Een lockdown zou de kaart moeten zijn die je als laatste trekt. En als je het doet, dan zou er honderd procent vergoeding moeten zijn.”
Adriaansens vraagt om begrip. Ze wijst erop dat de steunmaatregelen in een heel korte tijd zijn gebouwd. “Ze zijn bedoeld geweest om snel liquiditeit te verschaffen. Ik denk dat die doelstelling is behaald. Alles wat maatwerk wordt, gaat jaren duren. Daar word je ook niet blij van.”
Meld je bij de RVO
Retailers die kopje onder dreigen te gaan maar niet in aanmerking komen voor coronasteunpakketten, kunnen mogelijk toch hulp van de overheid verwachten. “De écht schrijnende gevallen, daar zit ik bovenop”, zegt Adriaansens.
“Er zijn mensen die echt tussen wal en schip vallen. Als iemand denkt: 'daar hoor ik bij', meld je dan bij de RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, red.). Daar is veel aandacht voor mensen die met een stapeling van ellende te maken hebben. Het kan niet voor iedereen, maar we proberen ze onder een regeling te krijgen.”
Directeur Pieter Rozendaal van Action Nederland pleit voor een verdere versoepeling van de quarantaineregels. “Wij hebben echt een bezettingsprobleem. Afgelopen weekend hebben we een aantal winkels iets eerder moeten dicht doen, omdat we niet voldoende mensen hadden.”
Dat het met de bezetting zo nu en dan behelpen is, blijkt ook tijdens de rondleiding. Bij de winkel Print & Stitch, waar kleding kan worden bedrukt, zitten nu twee van de drie medewerkers ziek thuis. Het zijn lange dagen, krijgt de minister te horen.
Een mooie mix
Takuhi Cekem van De Kaashoeve, even verderop aan de Oude Binnenweg, breekt een lans voor kleine ondernemers. “Kleine ondernemers brengen kleur in de straat. Niet de grote ketens”, zegt ze. “Het moet een mooie mix zijn”, reageert Adriaansens. “Waar iedereen iets kan vinden en waardoor je levendigheid en de dynamiek in de binnenstad houdt. Zo trek je veel verschillende mensen en dan houd je het met elkaar heel erg leuk.”
De laatste halte is schoenenwinkel Caland, gespecialiseerd in grote maten. Adriaansens ontvangt daar het INretail-rapport 'De maatschappelijke meerwaarde van retail', waaraan 75 partijen bijdroegen - van wetenschap tot vastgoed, van lokale overheid tot financiële sector.
Daarin wordt ook gewezen op de kansen die online liggen. Veel winkeliers hebben inmiddels een webwinkel, maar het blijkt lastig om op te boksen tegen de grote platformen. “Het vraagt om een gezamenlijke programmatische aanpak door zowel landelijke als lokale overheden, de retailsector en andere stakeholders die betrokken zijn bij binnensteden en dorpskernen. Voor de rijksoverheid is hierbij een leidende rol weggelegd”, aldus het rapport.
Kortom, op veel gebieden is er werk aan de winkel voor de minister. Maar dát er met elkaar wordt gesproken is al een groot goed, zegt wethouder Vermeij. “Ik zeg het ook namens mijn collega's in de andere grote steden: dat hebben we de afgelopen vier jaar echt gemist.” Adriaansens: “Dat is fijn. En ik hoop in gesprek te blijven. Ik heb het heel erg gewaardeerd dat u allemaal zo lekker open was. Dat helpt ook. Dank u wel.”