RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: Jenny van Doorn, hoogleraar dienstenmarketing aan de Rijksuniversiteit Groningen, over dynamisch afprijzen bij Albert Heijn.
Producten die tegen de houdbaarheidsdatum aanlopen met korting verkopen. Dat principe bestaat natuurlijk al jaren. Maar Albert Heijn pakt het sinds deze week ietsje anders aan.
Via een algoritme gaat de supermarktketen de producten in de winkels dynamisch afprijzen. Zo wil Albert Heijn voedselverspilling tegengaan. Hoe korter de houdbaarheid, hoe hoger de korting voor de consument. Op de digitale schapkaartjes begint het met 25 procent korting. In de loop van de dag loopt de korting op tot 40 procent en uiteindelijk tot 70 procent.
Vindt u dit een goede stap?
“Het is altijd goed als je voedselverspilling terugdringt. Wat dat betreft is het een goede stap. Maar we moeten ons wel realiseren dat de grootste verspilling bij de consument zit. Afhankelijk van hoe je rekent en naar welk land je kijkt, gooien mensen tussen de 10 en 25 procent van de dingen die ze...
RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: Jenny van Doorn, hoogleraar dienstenmarketing aan de Rijksuniversiteit Groningen, over dynamisch afprijzen bij Albert Heijn.
Producten die tegen de houdbaarheidsdatum aanlopen met korting verkopen. Dat principe bestaat natuurlijk al jaren. Maar Albert Heijn pakt het sinds deze week ietsje anders aan.
Via een algoritme gaat de supermarktketen de producten in de winkels dynamisch afprijzen. Zo wil Albert Heijn voedselverspilling tegengaan. Hoe korter de houdbaarheid, hoe hoger de korting voor de consument. Op de digitale schapkaartjes begint het met 25 procent korting. In de loop van de dag loopt de korting op tot 40 procent en uiteindelijk tot 70 procent.
Vindt u dit een goede stap?
“Het is altijd goed als je voedselverspilling terugdringt. Wat dat betreft is het een goede stap. Maar we moeten ons wel realiseren dat de grootste verspilling bij de consument zit. Afhankelijk van hoe je rekent en naar welk land je kijkt, gooien mensen tussen de 10 en 25 procent van de dingen die ze kopen weg.
Het is leuk als door dynamisch afprijzen de verspilling niet optreedt bij de retailer zelf. Maar als het vervolgens bij een consument alsnog in de kliko belandt - omdat die ’s avonds toch ineens andere plannen heeft - dan ben je het probleem aan het verschuiven.
Ik denk dat retailers ook een opdracht hebben om ervoor te zorgen dat consumenten minder verspillen.”
Wat zou een retailer dan kunnen doen?
“Met erop wijzen kom je niet zover. Iedereen weet dat je eigenlijk geen voedsel moet verspillen. Dat is fijn: er is consensus. Dat heb je bij veel andere problematieken niet. Maar toch gebeurt het. We moeten er met z’n allen heel goed over nadenken hoe we het kunnen terugdringen.
Als ik iets koop bij Albert Heijn dan is voedselverspilling the least of my worries. Ik koop iets om een andere reden. Omdat het in de aanbieding is, omdat ik er zin in heb, omdat ik verleid word.
Je zit dan aan het kernmodel van de retailer hè. Mensen kopen te veel. Aan Albert Heijn vragen ervoor te zorgen dat mensen wat minder kopen, dat is lastig. Je kunt wel wat doen aan bijvoorbeeld verpakkingsgrootte en portiegrootte. Wat je aan voedsel aanbiedt meer op maat maken. Zo verminder je de kans dat het weggegooid wordt.
Je kunt je ook afvragen: moet je bij versproducten nog wel ‘2 halen, 1 betalen’ adverteren?”
Dan is het antwoord ‘nee’?
“Lastig. Uit voedselverspillingsperspectief zou ik zeggen: doe dat nou niet. Maar het businessmodel van een retailer is nou eenmaal omzet genereren. En waar moet je dan de promoties op doen? Op cola en chipjes? Dan krijg je die discussie weer.”
Voedselverspilling bij de consumenten verminderen, klinkt als een hele opgave.
“Ja, het is echt lastig hoor. Voedsel is iets heel emotioneels. ‘Ik weet zelf wel hoe ik dingen moet klaarmaken, ik weet zelf wel hoeveel ik nodig heb.’ Maar ja, aan het einde van de week is de kliko toch weer vol.”