Misja Vroom (Domino's): 'Ik laat me niet zo gemakkelijk sturen'
‘Dat wordt niks meer met die jongen’, dacht moeder Vroom weleens. Het keerpunt voor de eigengereide Misja Vroom (52) kwam toen hij een vestiging van Domino’s Pizza onder zijn hoede kreeg. “Ik had het geluk dat mijn leidinggevende mijn opstandigheid voor lief nam.” Twee uur waarin de Nederlandse ceo van Domino's openhartig vertelt hoe hij is gekomen waar hij nu staat.
Vader
“In de nacht dat mijn vader stierf, woonde ik met mijn vrouw en zoons bij mijn ouders. We hadden net een nieuw huis gekocht maar omdat we er nog niet in konden, hadden we een overbrugging nodig. Hij overleed in zijn slaap. 63 jaar – veel te jong. De avond ervoor hadden we nog een stuk gewandeld en een foto gemaakt toen hij met onze mennekes op schoot zat. Heel waardevol. Ook al kwam zijn dood onverwacht, ik denk niet dat ik op een andere manier afscheid van hem genomen had. Onze band was goed. Alles wat ik tegen hem had willen zeggen, heb ik kunnen doen. Ook al zijn er geen gemiste kansen of ‘had-ik-maars’, vrede met zijn dood zal ik nooit hebben.”
...
‘Dat wordt niks meer met die jongen’, dacht moeder Vroom weleens. Het keerpunt voor de eigengereide Misja Vroom (52) kwam toen hij een vestiging van Domino’s Pizza onder zijn hoede kreeg. “Ik had het geluk dat mijn leidinggevende mijn opstandigheid voor lief nam.” Twee uur waarin de Nederlandse ceo van Domino's openhartig vertelt hoe hij is gekomen waar hij nu staat.
Vader
“In de nacht dat mijn vader stierf, woonde ik met mijn vrouw en zoons bij mijn ouders. We hadden net een nieuw huis gekocht maar omdat we er nog niet in konden, hadden we een overbrugging nodig. Hij overleed in zijn slaap. 63 jaar – veel te jong. De avond ervoor hadden we nog een stuk gewandeld en een foto gemaakt toen hij met onze mennekes op schoot zat. Heel waardevol. Ook al kwam zijn dood onverwacht, ik denk niet dat ik op een andere manier afscheid van hem genomen had. Onze band was goed. Alles wat ik tegen hem had willen zeggen, heb ik kunnen doen. Ook al zijn er geen gemiste kansen of ‘had-ik-maars’, vrede met zijn dood zal ik nooit hebben.”
Moeder
“Al met al hebben we vier maanden bij mijn moeder gewoond. Dat was voor ons allemaal fijn. Zij ving de jongens op na schooltijd, zij gaven haar afleiding en een doel. Hun band werd in die periode nog hechter. We wonen vlakbij elkaar en onze jongens zoeken haar nog steeds graag op. Geen verplicht bezoekje aan oma, maar gewoon omdat ze dat leuk vinden.”
Nest I
“Ik ben enig kind. Mijn vader was journalist. Hij schreef en vertaalde hoorspelen voor de radio. Hij las en studeerde veel, was geïnteresseerd in geschiedenis en talen. Hij kon daar boeiend over vertellen, ik luisterde graag naar hem. Mijn moeder was huisvrouw, zoals gebruikelijk was in die tijd. Ze was altijd in de weer. Schilderde het huis, kweekte tomaten en paprika’s in de groentekas of maakte kaas van onze eigen geitenmelk. Ik lijk het meest op haar. Die mix van verschillende interesses en altijd bezig zijn, dat herken ik wel.”
‘De Belgische markt uitbouwen was het gaafste wat ik ooit gedaan heb’
Sociaal
“We woonden in een klein dorp vlak over de grens in België. Het was een zoete inval. Dan kwamen er spontaan wat mensen langs en voor je het wist zat er een groep van twintig man rond een kampvuurtje met een biertje. Mijn ouders stimuleerden me om interesse te hebben in de wereld en verschillende perspectieven te omarmen. Op zaterdag lagen er altijd kranten met regionaal en landelijk nieuws. Ik vond het leuk om die te lezen en kon daardoor ook aardig meepraten met oudere mensen.”
Mijmeren
“Ik heb een foto waarop ik met vier vriendjes aan de slootkant lig, met een grassprietje in onze mond. Het enige wat af en toe voorbij kwam was een tractor of een verdwaalde auto. Overdag lag ik weleens in de zon in het weiland achter ons huis te mijmeren. Zorgeloos genieten van het moment. Zo’n onbezorgde jeugd, ik weet niet of het nog bestaat.”
Meisjes
“Ik ging in België naar de basisschool en daar had je jongensen meisjesscholen. Hoe ik met meisjes moest omgaan, geen idee. Ik heb weleens een meisje met de fiets in de sloot geduwd, terwijl ze een oogje op me had. Had ik mooi mijn eigen glazen ingegooid. Tja. Al doende leert men.”
Nest II
“Ik ben door twee dingen gevormd. Mijn ouders gaven me veel ruimte om mijn eigen weg te zoeken en ze leerden me dat ik iedereen met respect moet benaderen. De loodgieter en de bankdirecteur zijn allebei een mens en daar ga je op dezelfde manier mee om. Daardoor voel ik me in elke setting comfortabel en maak ik gemakkelijk een praatje, zonder een vooroordeel dat samenhangt met iemands beroep of opleiding.”
Autoriteit
“Ik houd niet zo van autoriteit. Dat uitte zich in het opzoeken van de grenzen. Niet in extreme zin hoor. Expres met losse handen fietsen als er een agent in de buurt was, dat soort dingen. Het is niet zo dat ik ceo ben geworden omdat er dan niemand meer boven mij in rang is. Zeker in een beursgenoteerd bedrijf werkt dat niet zo. Hoe hoger je in de organisatie komt, hoe meer bazen je krijgt.”
‘Je moet geen dingen laten liggen omdat het zo wel genoeg is. Het is nooit genoeg’
Belgisch-Nederlands
“Ik ging in Nederland naar de middelbare school en kwam in twee werelden terecht. Ik had nog steeds vrienden in België en kreeg ook vrienden in Nederland. Aan de ene kant van de grens was ik die gierige Hollander en aan de andere kant die domme Belg. Ik zag het niet als pesten, maar ik werd uitgedaagd om daar op een goede manier mee om te gaan. Ik leerde: wie ik ben hangt niet samen met mijn nationaliteit.”
Middelbare school
“Ik heb acht jaar over mijn vwo gedaan. Er was altijd iets leukers dan huiswerk maken. In de vierde klas ben ik bijna van school gestuurd en moest ik een jaar overdoen. Het vijfde jaar kwam ik door met wat extra opdrachten in de zomervakantie, in de zesde zakte ik voor mijn examen. Ik had mijn herexamen kunnen halen, maar ach. Een jaar later slaagde ik alsnog. Ik kwam laatst mijn cijferlijst tegen. Daar stonden toch maar mooi twee achten op.”
Handeltjes
“Het was niet zo dat ik lui was. Ik zag altijd manieren om geld te verdienen: afwassen en oberen in een restaurant, klussen bij een bouwbedrijf. Of ik had een schoenenhandeltje met sneakers met een productiefoutje. Liep de halve school op die schoenen. Wat mij enorm triggerde: ik moest elke schooldag een uur heen en een uur terug fietsen, door weer en wind. Ik was vastbesloten om dat te veranderen, die brommer moest er komen. En toen die er eenmaal was, was ik daar zelf verantwoordelijk voor. Als ik mijn zakgeld had opgemaakt aan biertjes dan gaven mijn ouders me echt geen benzinegeld. Dat stimuleerde me natuurlijk ook om aan te pakken.”
Perspectief
“Mijn ouders vonden dat ik in elk geval de middelbare school moest afronden. Helaas was ik niet zo makkelijk te sturen. Op een bepaald punt dacht mijn moeder: dit gaat niks meer worden met die jongen. Ze kreeg het gevoel dat ze me helemaal kwijt was, dat ze niet meer tot me doordrong. Bang ook dat het de verkeerde kant op ging, ja. Nu was ik zeker geen engeltje, maar ik zat niet in de problemen en ging ook niet met foute mensen om. Je kunt een situatie dus totaal anders beleven dan een ander die met jou daarin zit.”
Vertrouwen
“Er was altijd ruimte om te zeggen wat we op onze lever hadden. Een veilig thuis, dat geeft ontzettend veel vertrouwen. Ik was eens mijn slaapkamerraam uitgepiept om naar een feestje te gaan. Een vriend klikte. Mijn ouders zeiden: ‘We weten dat het is gebeurd, maar omdat we het niet van jou hebben gehoord doen we er niks mee.’ Met die houding proberen mijn vrouw en ik onze jongens groot te brengen. Ik heb liever dat ze het eerlijk vertellen – ook al is het niet oké – dan dat stiekeme gedoe. Dat zit ook in mijn manier van leidinggeven: uitgaan van vertrouwen en leren hoe het een volgende keer anders kan.”
Erasmus Universiteit I
“Hoewel ik niet van blokken hield, schreef ik me na mijn eindexamen in voor een studie. Studeren betekende ook: niet continu werken. (Lacht) Het studentenleven had zo zijn aantrekkingskracht, dat begrijp je. Enfin, civiele techniek in Delft moest het worden. Ik had niet helemaal opgelet toen de decaan vertelde over de inschrijvingsprocedure en was dus was veel te laat. Een paar klasgenoten gingen naar Rotterdam. Ik vond econometrie wel interessant en besloot mee te gaan. Mijn moeder huilde toen ik wegreed en daar snapte ik niks van. Toen nog niet. Als je zelf kinderen krijgt wordt dat anders.”
Durven
“Ik logeerde bij mijn vrienden, omdat ik nog geen kamer had. Op een gegeven moment was ik in de supermarkt om voor drie gulden een warme maaltijd in elkaar te draaien. Ik zag iemand met een winkelwagen en vroeg: ‘Mevrouw, hebt u toevallig een kamer voor mij?’ Zo had ik ineens een kamer vlakbij mijn vrienden. Ik maakte me altijd weinig zorgen omdat het wel weer goed kwam. Stap over dat drempeltje van schroom heen en doe het. Dan heb je nog best kans dat het lukt ook.”
Erasmus Universiteit II
“Na een jaar verruilde ik econometrie voor economie. Ik had een ov-jaarkaart en reisde het land door om wat centjes te verdienen in de horeca of de bouw. Drieënhalf jaar en zeven herexamens voor boekhouden verder was ik het zó beu. Ik stopte. Mijn ouders vonden dat natuurlijk jammer. En als ik eerlijk ben vind ik het nu zelf ook niet slim. Zo’n papiertje geeft je net wat meer bagage en keuze. Ik probeer onze zoons uit te leggen waarom zij hun opleiding moeten afronden. Ze lijken extreem op mij in dit opzicht en dat gebruiken ze natuurlijk ook tegen me. ‘Je hebt het zelf ook niet gedaan en het is toch goed gekomen.’”
De bouw
“Ik ging werken in het bouwbedrijf van mijn oom. Houtwol plaatsen in parkeergarages, een jaar lang. Ik kan je vertellen: dat spul jeukt vreselijk. En dagen achtereen in zo’n ruimte zonder daglicht, dat vond ik niet echt wat. Ik ben er wel handiger geworden.”
Domino's 1
“In de krant las ik dat Domino’s Pizza een manager zocht. Ik had er nog nooit van gehoord, er zaten toen ook nog maar vier vestigingen in Nederland. Ik werd aangenomen en mocht de locatie in Tilburg aansturen. Ik merkte dat ik mensen kon enthousiasmeren om samen een doel te bereiken. Een jaar later was het winkelbestand verdubbeld en kreeg ik een regio van vier vestigingen onder mijn hoede. Het jaar daarop waren er dertien winkels, we groeiden maar door. Het was geweldig. Het concept staat zo goed omschreven – als je een club enthousiaste mensen met een drive hebt, dan komt het wel goed. Ik ging het hele land door, kwam overal. Heel spannend.”
Eduard Swagemakers
“Hij gaf mij in 1994 de kans om te beginnen bij Domino’s Pizza. (Eduard Swagemakers haalde de Domino’s Pizzaformule eind jaren tachtig naar Nederland, red.) Swagemakers laat mensen graag groeien en hij gunde me de ruimte om mezelf te ontwikkelen. Ik was in het begin best een beetje opstandig hoor. Ik trok mijn eigen plan, wilde zelf bepalen wat wel en niet goed was. Ik had geluk dat hij dat voor lief nam omdat het ook resultaat bracht.”
‘Twee snotneuzen naar het hoofdkantoor van Domino’s Pizza in Michigan, let’s do it’
Weddenschap
“Toen ik begon sloot ik een weddenschap met Eduard af. Als de winkel onder mijn beheer winst ging maken, mocht ik twee weken naar Amerika om het hoofdkantoor van Domino’s Pizza te bezoeken. Het lukte en ik ging met een collega naar de VS. Twee snotneuzen in een huurauto van New York naar Michigan, let’s do it. Vanuit het hoofdkantoor kregen we een soort mentor toegewezen die ons helemaal onderdompelde in het bedrijf: de geschiedenis, het verhaal, de cultuur, de werkwijze. Een supertrip.”
Bekeuring
“Ik kwam helemaal geïnspireerd thuis. En dan komt het erop aan: wat doe je met alle inzichten? We besloten voor het eerst een landelijke stuntweek te organiseren. Dat sloeg aan, we hadden ineens rijen voor onze winkels. Die week erop reed ik naar een afspraak en ik was nog helemaal euforisch. Ik had een ballon van die stuntweek in mijn mond die ik onder het rijden opblies en liet leeglopen. Hield een agent me aan omdat ik volgens hem niet bezig was met het verkeer. Die boete kon me niks schelen, want ik had net een fantastisch resultaat geboekt. Dat succes, wow. Daar word je zo vrolijk van.”
Franchisen
“In 1999 was ik inmiddels operationeel directeur, Domino’s Pizza had 47 vestigingen. Ik wilde verder pionieren en voelde dat ik eigenlijk nog niet klaar was voor een gestructureerde organisatie. Ik hakte de knoop door: ik werd franchiser van twee winkels in Eindhoven. Echt voor mijzelf die tenten runnen, dat gaf zoveel energie. Het resultaat was een direct gevolg van wat ik erin stopte. En het boekhouden, waarop ik tijdens mijn studie was vastgelopen, bleek nu een van mijn sterke punten.”
Echtgenote
“Maart, 2000. Ik was net begonnen als franchiser toen een voor mij wildvreemde vrouw binnenstapte in de winkel en zomaar achter de counter liep om iets te bekijken. Ze bleek daar te werken en was even uit de running geweest na een ongelukje. Ik werd op slag verliefd. Niet alleen omdat ze er mooi uitzag, maar ook omdat ze zich zo vrij voelde en vooral lef toonde om zomaar achter die counter te gaan. Een half jaar later woonden we samen. Ze is een doorzetter. Ondanks dat ze er regelmatig alleen voor stond met onze vier zoons en het een drukke boel is, heeft ze een studie afgerond. Heel knap. Ze is erg onafhankelijk, doet ze haar eigen ding. Dat past me goed. Ik heb weleens relaties gehad waarin dat anders was. Daar word ik erg tegendraads van.”
Doorzetten
“Als franchiser was ik vastbesloten voor het beste te gaan, te winnen. In de kou op pad om flyers te bezorgen, met kapotte knokkels die folders door de brievenbus duwen, tegen die ruwe borsteltjes aan. Maakt niet uit, dóórgaan. En ik zat altijd ruim voor openingstijd in de zaak. Ik wist dat secretaresses van grote bedrijven als eerste actiepunt vaak eten bestellen. Omdat ik de telefoon opnam had ik al heel vroeg handel. Ik probeerde mijn team uit te leggen: elke pizza die niet bij ons besteld wordt, is verlies. Je moet alles eruit halen, geen dingen laten liggen omdat het zo wel genoeg is. Het is nooit genoeg. Morgen komt er iemand anders die wel dat stapje extra zet en dan ben jij weg. Ja, dat is toch?”
Mijlpaal
“In 2012 vroeg Domino’s Pizza of we terug wilden naar de moederschoot. Ik was wel toe aan iets nieuws en werd verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de Belgische markt. België telde destijds 21 winkels die helemaal niet goed liepen. Een paar jaar later waren er honderd succesvolle winkels. Die markt uitbouwen is wel het gaafste wat ik gedaan heb.”
België
“België is ontzettend complex, met verschillende talen, subsidiepotjes en zelfs verschillende voorschriften voor de nutsvoorzieningen. Mijn Belgisch-Nederlandse achtergrond kwam me goed van pas. Ik wist bijvoorbeeld welke verwachtingen ik moest hebben. In Nederland maak je afspraken met de overheid en de werknemers en het gebeurt. In België spreek je iets af en je weet eigenlijk dat het níet gebeurt. En dat moet je accepteren, want als je boos doet tegen degene van wie je wat nodig hebt, kun je nog wat langer wachten. Natuurlijk zijn Belgen uiteindelijk net zo enthousiast en welwillend als Nederlanders, maar je moet je boodschap anders brengen. Daarom moet ik weleens glimlachen als ondernemers overmoedig roepen dat ze België gaan veroveren. Bon courage, denk ik dan.”
Ceo Nederland
“Sinds drie jaar ben ik ceo van Domino’s Pizza in Nederland. Mensen om me heen zeggen dat ze dat wel zagen aankomen, maar voor mijn gevoel ging het organisch. Ik had geen duidelijk plan met dit als doel. Ik heb deze benoeming ook niet gevierd. Ik kan wel vieren dat ik ceo ben, maar wat ben ik zonder al die andere mensen in het bedrijf? Volgens mij heb ik mijn LinkedIn-profiel aangepast en dat was het wel.”
‘Stap over de schroom heen en doe het. Dan heb je nog kans dat het lukt ook’
Fouten maken
“In deze rol kan ik mijn drang om te pionieren op een andere manier kwijt. Ik vind het ’t leukst om met collega’s mee te kijken en suggesties te doen. ‘Heb je het weleens op die manier bekeken?’ en daar dan de resultaten van te zien. Soms weet ik uit ervaring dat iets niet werkt, maar ik probeer de ruimte te geven om het te proberen. Er zijn dingen die je alleen leert door het zelf te ervaren.”
Blunder
“Een jaar of twee geleden geloofde ik extreem in de introductie van een pizza die in de VS een succes was. Mijn marketingcollega’s waren niet overtuigd, maar ik dacht echt dat dit het zou worden. Dat werd het niet. (Zucht diep) Niet bepaald een moment of glory dus. Ik geef dan schoorvoetend mijn ongelijk toe. En de volgende keer ben ik extra scherp om te weten wat de succesvoorspellers zijn.”
Deuren
“Ik wil voor het beste gaan en ik besef heel goed dat ik daar in mijn eentje nooit kom. Ik ben bereid om iemand meerdere kansen te geven en de mogelijkheid te bieden om zichzelf te ontwikkelen. Als de goede wil er maar is kun je meer dan je denkt. Ik vind het bijvoorbeeld fantastisch dat mensen waarmee ik gewerkt heb, doorgroeien als franchisenemer. Via de socials volg ik wat ze doen en ik spreek hen regelmatig één op één. Overigens ben ik ook nog steeds bevriend met een aantal klasgenoten. Deuren openhouden, dat doe ik graag.”
Franchiseconflict
“In 2019 botsten we hard met een deel van de franchisers over het aanpassen van de openingstijden. Hoewel ik zelf lange tijd deel heb uitgemaakt van de franchiseclub voelde het niet alsof ik een spagaat zat. Het biedt gewoon kansen als we langer open zijn en daar geloof ik in. Maar natuurlijk werd ik er niet vrolijk van, niemand houdt van conflicten.”
Herstel
“We zijn eruit gekomen. Het belangrijkst in zo’n conflictsituatie is dat je in gesprek blijft. Probeer er op een normale manier met elkaar uit te komen. Ook hier geldt: houd de deuren open.”
Stip op horizon
“Ik zit al bijna mijn hele werkzame leven bij Domino’s Pizza, maar zo voelt dat niet. Dat is te danken aan het feit dat ik zoveel verschillende dingen kon doen. Alle ervaringen die ik heb opgedaan helpen me in mijn huidige rol. Voor mijn gevoel zit ik nog steeds op mijn plek en heb ik nog genoeg uitdagingen. Wie weet moet er ergens nog een keer een buitenlandse markt uitgebouwd worden. Als men me daarvoor vraagt zou ik het wel overwegen.”
Dankbaar
“Ik heb tot nu toe een fantastisch leven gehad, ondanks de nare momenten waar we allemaal weleens mee te maken krijgen. Natuurlijk had ik het mooi gevonden als mijn vader had kunnen zien waar ik nu sta, als hij zou weten wat ik nog heb bereikt. En hij had ook leuk gevonden om onze jongens groot te zien worden. Wat ik me al snel na zijn dood realiseerde: uiteindelijk zijn het leven en de dood relatief. Toen hij stierf had ik verdriet, maar de buurman moest bij wijze van spreken nog steeds zijn bedrijf runnen. De wereld draait gewoon door, ook als de mijne stilstaat.”
Dit is een premium artikel
Verder lezen?
Sluit je net als 2.500 bedrijven aan bij de RetailTrends-community
Slechts€10voor de eerste maand
Word member van RetailTrends en krijg;
✅ toegang tot alle premium content;
✅ het RetailTrends-magazine (print + online);
✅ net als 40.000 nieuwsbriefabonnees dagelijks het laatste nieuws in je mailbox;
✅ gratis vacactureplaatsingen op RetailTrends Jobs;