RetailTrends belt iedere week met een expert over een opvallende actuele ontwikkeling. Deze keer: mixed-use strategist Tony Wijntuin over de doorbraak van blurring.

Blurring: jarenlang was het een punt van hevige discussie, maar daarna werd het stil. Totdat het stimuleren van mengformules in winkelgebieden opdook in het regeerakkoord. Volgens een onderzoek dat deze week verscheen, staan ook consumenten steeds meer open voor mengvormen. Is de doorbraak dan toch nabij?

Oude wetgeving houdt een doorbraak van blurring al jaren tegen, maar dit jaar dook het begrip ineens op in het regeerakkoord. Mengformules moeten gestimuleerd worden, vindt het nieuwe kabinet. Hoe bijzonder is dat?

“Dat vond ik wel verrassend. Blijkbaar heeft men met elkaar nu wel door dat er van alles aan de hand is in retailland, en dat dit een knop is waaraan je kunt draaien om binnensteden extra aantrekkelijk te maken. Wetgeving loopt altijd achter op dit soort ontwikkelingen. En Koninklijke Horeca Nederland heeft er jarenlang hard tegen gevochten. Dat snap ik vanuit hun perspectief wel, maar je moet niet rigide vasthouden aan een verouderde Drank- en Horecawet. Het is goed om dit, ondersteund door de overheid, van de grond te laten komen.”

Bij blurring denken we al gauw aan het wijntje bij de kapper. Is dat wat u betreft ook waar het om gaat?

“Dat is een veelgemaakte denkfout: dat blurring alleen draait om zuipen in de winkel. Het gaat veel verder dan dat. Je creëert meerwaarde door verschillende dimensies bij elkaar te brengen. Neem als voorbeeld woonwinkel Loods 5. In hun horeca gebruiken ze serviesgoed en mooie glazen die daar ook te koop zijn. Ook dat is blurring wat mij betreft. Of denk aan een galerie waar een mooie wijn wordt geschonken, en waar ze je doorverwijzen naar de slijter waar je die met korting kunt kopen. De discussie moet veel breder dan sec alcohol consumeren op plekken waar dat nu niet is toegestaan.” 

Hoe belangrijk is het dat mengformules van de grond komen?

“Het is een wezenlijke toevoeging, ik ben er razend fan van. Aan de andere kant hoor je ook wel eens zeggen dat blurring de redding van de binnenstad is. Dat gaat mij veel te ver. Het is een van de dimensies die gaat bijdragen aan meer attractiviteit. Maar ik hoop niet dat er ondernemers, gemeenten of vastgoedeigenaren zijn die denken dat als blurring maar voor elkaar komt, de binnenstad gered is. Dat is absoluut wishful thinking.”

Volgens het onderzoek van Lightspeed dat deze week verscheen, heeft ook de coronacrisis bijgedragen aan de verdere opmars van blurring. Hoe ziet u die link? 

“Aan de ene kant heeft de pandemie de behoefte om samen te zijn versterkt. Daarnaast zijn veel ondernemers buiten de kaders gaan denken om te kijken hoe ze binnen de restricties toch konden ondernemen. Ze gingen dingen doen die ze voorheen nooit deden. Je zag een natuurlijke zoektocht naar nieuw ondernemerschap. Op basis van wat er al was, want retail en horeca zijn natuurlijk niet nieuw.” 

Liggen er voor iedere ondernemer kansen om te gaan blurren?

"Het is sterk propositieafhankelijk. Niet iedere kapperszaak leent zich voor een glaasje wijn. Er zijn ook concepten waar de klant gewoon snel naar binnen en weer naar buiten wil. Er zullen ondernemers zijn die zeggen: hoezo drank in mijn winkel, of winkelwaren in mijn horecagelegenheid? Dat zal zich vanzelf uitkristalliseren. En dan zal blurring voor de ondernemers bij wie het past voor dynamiek zorgen in het zeker op sommige plekken verschralende winkellandschap. Daar kan volgens mij niemand het mee oneens zijn.”

Wordt blurring straks volledig gemeengoed in de Nederlandse binnensteden? 

“Dat verwacht ik wel, maar de mate waarin dat gebeurt is een tweede. Soms zal het heel terloops zijn: by the way, de borden waaruit je net hebt gegeten kun je ook kopen. Of de wijn die net op dit event is geschonken kun je bij ons bestellen. Het gaat erom dat er een platform voor ondermerschap wordt gecreëerd. Hoe dat er dan precies uitziet, is minder belangrijk. In retailland is niets zo belangrijk als doorontwikkelen. En daarbij moet alles gericht zijn op waaraan behoefte is bij de eindconsument, maar nog belangrijker, wat je kunt bieden om de consument te verrassen.”