Decathlon en Zeeman zetten stappen richting een circulair businessmodel door onder meer tweedehands producten aan te bieden. Het moeilijkst is misschien wel om intern alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, merken beide winkelketens. Dit zijn hun learnings tot nu toe.  

Het heeft binnen Decathlon tot op het hoogste niveau prioriteit om te verduurzamen, legt Van Leeuwen uit. Zo werkt men met abonnementsmodellen voor bijvoorbeeld kinderfietsen. “Decathlon onderzoekt al jaren de mogelijkheden om zo te bestaan dat we bijvoorbeeld binnen de CO2-doelstellingen blijven en dan zijn er andere oplossingen nodig. Vanuit de gedachte dat het anders moet en dan moet je uitvinden hoe.”
 

Het kopen en verkopen van tweedehands producten wordt daarnaast mainstream, ziet Van Vliet. “Kijk maar naar de populariteit van Vinted. En als je ergens van overtuigd bent moet je het doen, geloven wij. Dit past ook bij onze kernwaarden van eigenzinnig en zuinig zijn. Bovendien is er een kostencomponent. Nieuwe grondstoffen zijn schaars en worden steeds duurder.”

Het grootste knelpunt zit ‘m volgens zowel Zeeman als Decathlon in de veranderingen die de weg naar circulariteit met zich meebrengt voor de organisatie. Dit zijn hun belangrijkste do’s & dont’s om intern draagvlak te creëren. 

Neem de tijd om mensen mee te krijgen

Ga het gewoon doen, zegt Van Vliet over de beweging richting een circulair businessmodel. Hij wijst daarbij gelijk op het belang van een stapsgewijze aanpak bij bijvoorbeeld de introductie van een tweedehands assortiment.

Van Vliet: “We kijken per assortimentsgroep hoeveel meters ruimte we alloceren. Dus als er dan een nieuwe categorie bij komt krijgen we gelijk de vraag: is daar ruimte voor binnen ons bestaande winkelconcept? Hoe passen we dat in, hoe ziet het eruit? Dit heeft voeten in de aarde bij elke discipline binnen Zeeman en om dat goed te managen is niet altijd makkelijk.” 

Maak van circulariteit een gezamenlijke missie

Om intern draagvlak te krijgen voor de transitie richting een circulair businessmodel is het belangrijk dat het niet te veel als apart eiland binnen de organisatie wordt neergezet, zegt Van Leeuwen. “Probeer de hele organisatie mee te krijgen en het te integreren binnen de bestaande organisatie. Dan wordt het veel serieuzer genomen. Het moeilijkst is om iedereen mee te krijgen in dingen die eerst misschien klein en onbetekenend lijken maar die voor de toekomst van het bedrijf wel heel belangrijk zijn.” 

Onderschat niet wat je moet investeren om het verhaal intern te vertellen en laat de waarde ervan zien. 
Decathlon heeft uitgebreide trainingen op het gebied van sustainability. “Je merkt dat mensen soms die punch in the stomach nodig hebben om in te zien waarom we dit allemaal doen”, vertelt Van Leeuwen. “Dat soort programma’s is heel belangrijk om de awareness te vergroten.”

Ook Zeeman werkt hieraan door onder meer events te organiseren. Zo vindt binnenkort de zogenoemde Slow fashion challenge plaats waarbij het circulariteitsteam mensen informeert over de voortgang, medewerkers kleding kunnen ruilen en een organisatie laat zien hoe je kleding kunt herstellen. “Zo willen we hen activeren op dit thema”, aldus Van Vliet.

Vertel je verhaal aan de consument en neem hem erin mee

Naast de inspanningen om intern de neuzen dezelfde kant op te krijgen is het belangrijk om richting de klant open te zijn over je inspanningen op het gebied van circulariteit, vult Van Leeuwen aan. “Bij Decathlon hebben we daar misschien te weinig aandacht aan besteed, maar bij innovaties is het altijd belangrijk om de klant erin mee te nemen en centraal te stellen. En zeker als je iets heel nieuws doet is het uitgangspunt van aansluiten bij de klant heel belangrijk.” 

Bekijk hieronder het fragment waarin Van Vliet en Van Leeuwen de verschuiving naar een circulair businessmodel bespreken. Het complete gesprek is te zien op ons YouTube-kanaal of te beluisteren als podcast op Spotify.