Van Ronnie Flex tot Michelle Obama: het Nederlandse fashionmerk Daily Paper rekent opvallende namen tot zijn fans. Niet gek voor een merk dat nog geen tien jaar geleden begon met een collectie T-shirts – betaald van de studiefinanciering van de oprichters. De vierde winkel opende in Londen
Jefferson Osei, Abderrahmane Trabsini en Hussein Suleiman zijn begin twintig als ze een blog over mode, design en hiphop beginnen. De drie studievrienden hebben Afrikaanse roots: Trabsini stamt uit een Marokkaanse familie, Osei heeft Ghanese wortels en Suleiman kwam als kind met zijn ouders uit Somalië. Om hun blog te promoten maken ze een collectie T-shirts – betaald van hun studiefinanciering – met verwijzingen naar hun wortels. De shirts blijken zo populair dat de drie hun eigen kledinglijn beginnen.
Tien jaar later verkoopt Daily Paper inmiddels modecollecties met subtiele Afrikaanse invloeden. “We willen onze cultuur embracen, maar wel op een moderne manier”, zei Trabsini eerder daarover tegen Trouw. “We hebben alle drie een Europese mentaliteit. We maken kleding die we zelf...
Van Ronnie Flex tot Michelle Obama: het Nederlandse fashionmerk Daily Paper rekent opvallende namen tot zijn fans. Niet gek voor een merk dat nog geen tien jaar geleden begon met een collectie T-shirts – betaald van de studiefinanciering van de oprichters. De vierde winkel opende in Londen
Jefferson Osei, Abderrahmane Trabsini en Hussein Suleiman zijn begin twintig als ze een blog over mode, design en hiphop beginnen. De drie studievrienden hebben Afrikaanse roots: Trabsini stamt uit een Marokkaanse familie, Osei heeft Ghanese wortels en Suleiman kwam als kind met zijn ouders uit Somalië. Om hun blog te promoten maken ze een collectie T-shirts – betaald van hun studiefinanciering – met verwijzingen naar hun wortels. De shirts blijken zo populair dat de drie hun eigen kledinglijn beginnen.
Tien jaar later verkoopt Daily Paper inmiddels modecollecties met subtiele Afrikaanse invloeden. “We willen onze cultuur embracen, maar wel op een moderne manier”, zei Trabsini eerder daarover tegen Trouw. “We hebben alle drie een Europese mentaliteit. We maken kleding die we zelf dragen.” Consumenten waarderen het verhaal achter de kleding, merkt hij. “Elke afkomst draagt onze kleding, dat is echt tof. We representeren Afrika, maar iedereen kan het dragen.”
Daily Paper heeft inmiddels vier winkels: twee in Amsterdam, een in New York en sinds afgelopen zomer een in Londen. Daarnaast heeft het merk ruim tweehonderd verkooppunten in ruim dertig landen. De echte liefhebbers kunnen sinds kort lid worden van Daily Paper Unite, een onlineplatform waar members het hebben over gedeelde interesses en de oprichters hun inspiratie achter de collecties delen. De drie willen hier laten zien wat mensen van diverse afkomst verenigt. Vandaar het motto: creating a community of belonging rather than exclusion.
Londen
De studievrienden Jefferson Osei, Abderrahmane Trabsini en Hussein Suleiman zijn de grondleggers van Daily Paper.
In zowel de collecties als het storedesign zitten subtiele verwijzingen naar de Afrikaanse roots van de oprichters.
Het merk begon met streetwearcollecties, maar is inmiddels een allround fashionbrand.
De producten zijn vaak kleurrijk en voorzien van Afrikaanse prints.
De winkel in Soho, Londen is de vierde vestiging voor het merk. Daily Paper had eerder al een pop-upstore in Shoreditch.
Amsterdam
Amsterdam was in 2016 het toneel voor de eerste winkel van het merk. 'We kiezen ervoor om te openen in het stadsdeel waar de oprichters zijn opgegroeid', liet Daily Paper destijds weten.
'We willen onze cultuur embracen, maar dan wel op een moderne manier'
Een Daily Paperwinkel in 'elke toffe stad' is wat het trio betreft de grootste droom.
Nederlandse streetwearlabels als Daily Paper en Patta zijn zo populair omdat ze jongeren aanspreken die zich niet begrepen of gehoord voelen, zei Peter Leferink van het Amsterdam Fashion Institute eerder tegen de NOS. "De modewereld is behoorlijk wit. Merken als Patta en Daily Paper laten een realistisch en divers straatbeeld zien."
'We representeren Afrika, maar iedereen kan onze kleding dragen’
Naast de eigen vestigingen zijn de Daily Paper-producten te koop bij ruim tweehonderd verkooppunten in dertig landen.
New York
De winkel in Manhattan was de eerste vestiging over de grens. Het Masaischild, het logo van Daily Paper, komt op meerdere plekken terug.
Met een combinatie van mozaiëken, beelden en schilderingen moet zowel de Afrikaanse als Europese cultuur zichtbaar zijn in het storedesign.
De muren doen denken aan een patroon van Afrikaans kralenwerk, maar bestaan uit panelen van gerecyclede blikjes.
Voor fans moet de winkel ook een clubhuis zijn, met events, een café en een lounge area.
Het winkelpand moet ook fungeren als clubhuis met events, een café en een lounge area.
Klanten moeten het gevoel krijgen dat ze door een museum wandelen door 'het highlighten van hedendaagse producten tegen een klassieke achtergrond.'