Mode heeft moeilijke distributie

Binnen de modewereld zijn er grote verschillen tussen bedrijven. Aan de ene kant zijn er grote merken zoals Nike die zich alleen richten op marketing en verkoop. Productie en ontwerp worden door deze merken uitbesteed. Aan de andere kant zijn er de kleine modehuizen, die hun eigen ontwerpen en naaiateliers hebben. Tussen deze twee uitersten zitten vele combinaties en tussenvormen. Deze grote verscheidenheid heeft invloed op transport en distributie. De meeste productie van Nederlandse mode vindt plaats in Polen, Hongarije en het Verre Oosten. Het volgen en managen van de keten is voor de Nederlandse modebranche een grote uitdaging. Het op tijd in de winkel krijgen van de juiste collectie is voor sommige bedrijven dan ook een grote klus. Daarnaast is het eenvoudige onderscheid tussen een winter- en een zomerseizoen inmiddels bij veel modewinkels al vervangen door twaalf verschillende seizoenen per jaar. De automatisering is voor veel modewinkels de enige mogelijkheid om het voorraadbeheer op niveau te houden. Een centraal distributiesysteem is bij veel ketens allang ingevoerd.