Het volledig bijtellen van de omzetten van dochterondernemingen door Ahold droeg niet bij tot betere inkoopdeals met levensmiddelenproducenten. Dat getuigde voormalig financieel topman Michiel Meurs maandag tegenover het gerechtshof in Amsterdam tijdens de behandeling van het hoger beroep in de strafzaak tegen vier voormalig bestuurders van Ahold.
Het supermarktconcern telde de omzet van dochterondernemingen volledig op terwijl het bedrijf niet de volledige zeggenschap had bij de dochterbedrijven. De voorzitter van het college van rechters wilde van de voormalig financieel topman weten of zoals door anderen verklaard de hogere totaalomzet gunstig uitpakte voor Ahold in zijn onderhandelingen met producten als Unilever of Nestlé.
"Absoluut niet. Een inkoper en een verkoper deden niet met het jaarverslag in de hand zaken", aldus Meurs. De gewezen topman getuigde dat het de producent alleen ging om het aantal winkels en de af te nemen volumes. "Dan zijn ze dolblij."
Tijdens de zitting in Amsterdam waren alle vier de verdachten, oud-topman Cees van der Hoeven, Meurs, oud-bestuurslid Jan Andreae en ex-commissaris Roland Fahlin aanwezig. Meurs was voor het eerst bij een zitting van het gerechtshof. Zijn verhoor wordt later in de middag hervat.
'Ahold profiteerde niet van inkoopdeals'
Gepubliceerd op 16 september 2008 om 00:00
Reacties 0