Elke dag drie nieuwe kappers

Elk jaar komen er in Nederland minstens duizend nieuwe kappers bij. Ze willen vooral creatieve vrijheid, de zakelijke onderlegdheid is vaak ver te zoeken. Cosmeticabedrijf Aveda geeft cursussen over het zakelijk runnen van een kapsalon.

“De meeste saloneigenaren zijn creatieve types. Ze openen een salon omdat ze mooie en creatieve dingen willen doen, maar over het algemeen hebben ze geen zakelijke achtergrond”, zegt Jeffrey Cook van cosmeticaconcern Aveda. Het bedrijf geeft een cursus voor salonhouders over het zakelijk runnen van een kapsalon. Cook is de bedenker ervan.

De kappers krijgen concrete standaarden waar hun zaak aan moet voldoen om financieel goed te draaien. Zo geldt dat het personeel gemiddeld 85 procent van de tijd aan klanten moet besteden.

In de kappersbranche beginnen veel mensen voor zichzelf. Ze stromen jong in en rond hun dertigste zijn ze vaak te duur voor een salon, verklaart Richard Vixseboxse, bij het hoofdbedrijfschap Ambachten verantwoordelijk voor de kappersbranche. “Een kapper kan met relatief beperkte middelen voor zichzelf beginnen, je hebt alleen een stoel en een schaar nodig. Maar ze zijn vaak niet zo goed voorbereid”, stelt Vixseboxse.

Nederlanders besteden gemiddeld steeds minder bij een kapper. In het derde kwartaal van 2008 gaven mensen nog gemiddeld 28,40 euro uit aan de kapper, in het vierde kwartaal bedroeg dat 26,80. Een oorzaak zou de crisis kunnen zijn, maar waarschijnlijker is de almaar toenemende concurrentie, meent Z24.

Het aantal kappers in Nederland groeit al jaren gestaag. Sinds 2004 komen er elk jaar tussen de duizend en tweeduizend kapsalons bij. Dit zijn vooral zelfstandigen zonder personeel. Het aantal kapperszaken waar twee of meer mensen werken, is al jaren stabiel rond de zesduizend. De rest van de 18.528 kapperszaken die ons land rijk is, zijn eenpitters.