Consumenten zijn in de afgelopen twintig jaar steeds meer gaan pinnen aan de kassa. In 2008 werd al 55 procent van de aankoopwaarde gepind, zo blijkt uit woensdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Banken en brancheorganisaties stimuleren pinnen om de kosten van het betalingsverkeer te verminderen en de veiligheid in winkels te verhogen.
Met de komst van de pinpas in 1988 werd het gemakkelijker om contant geld op te nemen. Daardoor daalde het gebruik van cheques en nam het aandeel contant geld in de totale omzet aan de kassa aanvankelijk toe, van 74 procent in 1988 naar 78 procent in 1992. Vanaf 1992 konden consumenten de pas steeds vaker gebruiken als betaalmiddel. Het aandeel van pinnen in de kassa-omzet is hierdoor toegenomen tot bijna 55 procent in 2008. Dit ging ten koste van contant geld en cheques. In 2008 was het aandeel van contant geld teruggelopen tot 41 procent.
Vanaf 1999 is het aantal pinautomaten bij de kassa elk jaar toegenomen met vier tot acht procent. In die periode is het aantal pinbetalingen nog veel sterker gestegen, namelijk met zeven tot negentien procent per jaar. De markt voor pinbetalingen is nog niet verzadigd. Als echter voor het pinnen een toeslag in rekening wordt gebracht, betaalt twee derde van de consumenten liever contant.
Sinds 2005 is de groei van het aantal pinbetalingen versneld. Niet alleen de gestegen acceptatie aan de kassa heeft bijgedragen aan het toegenomen pingebruik, maar ook het frequenter gebruik van de pinpas door consumenten. Mede dankzij de campagnes zit de groei daarbij vooral in de kleine bedragen.
Pinnen aan de kassa flink toegenomen
Gepubliceerd op 10 december 2009 om 00:00
Reacties 0