Een flink aantal westerse kledingmerken laat nog altijd zijn kleding maken bij dubieuze Indiase kledingfabrieken. Dat blijkt uit een rapport van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en de Landelijke India Werkgroep, zo schrijft de Volkskrant. Het gaat om ruim twintig merken, waaronder C&A, Mexx en Diesel.
De tienermeisjes in textielfabrieken in de Zuid-Indiase deelstaat Tamil Nadu krijgen minder dan het minimumloon betaald en mogen het fabrieksterrein zelfs in hun vrije tijd niet af. Daarbij is contact met vakbonden verboden en wordt bezoek nauwelijks toegestaan. Hoewel gedragscodes van westerse kledingmerken dergelijke praktijken afwijzen, doen veel bedrijven toch zaken met de fabrieken. Zowel Mexx als Diesel zegt niet op de hoogte te zijn van de misstanden in de omstreden fabriek Eastman waarmee ze zaken hebben gedaan.
C&A erkent zaken te doen met Eastman en heeft de afgelopen jaren ook met twee andere dubieuze Indiase fabrieken gewerkt. "Eastman had de technische kwaliteiten in huis om de producten te maken die C&A verlangt", aldus een woordvoerder. Volgens C&A is bij een controle in de fabriek niks van misstanden gebleken. Eastman ontkent zelf ook.
De werkneemsters worden gelokt met een bonus van omgerekend achthonderd euro, die ze na drie tot vier jaar dienst ontvangen. Het geld kan worden gebruikt om een bruidschat te betalen. Dit Sumangali-systeem - sumangali betekent 'getrouwde vrouw' - is volgens C&A niet te vermijden bij contact met kledingfabrieken in India.
C&A laat kleding maken bij dubieuze fabrieken
Gepubliceerd op 23 mei 2011 om 00:00
Reacties 0