Dat de medewerkers en directie van V&D salaris inleveren is slechts een tijdelijk lapmiddel voor de problemen waarin de warenhuisketen verkeert. Dat zegt marketingstrateeg Paul Moers in het Algemeen Dablad. “Sterker nog: het is maar de vraag wat zoiets doet met de motivatie van het personeel.”
De winkelketen moet volgens hem een duidelijke richting kiezen door zich te focussen op een bepaalde doelgroep. Daarnaast liggen kansen in een betere integratie met La Place. De toekomst van V&D ligt in het creëren van een ontmoetingsplek waar consumenten kunnen eten en drinken en producten kunnen kopen, aldus Moers.
Ook hoogleraar e-commerce Cor Molenaar plaatst vraagtekens bij de effectiviteit van het loonoffer van 5,8 procent. Personeel is voor retailers de kurk waarop de onderneming drijft, aldus Molenaar. “Je medewerkers kunnen klanten helpen motiveren om juist bij jou te kopen. Die mensen moet je niet demotiveren door hun salaris te verlagen.”
Volgens arbeidsrechtadvocaat Mariska Aantjes is de verplichte eenzijdige loonsverlaging daarnaast juridisch niet toegestaan. De warenhuisketen moet aan elke individuele werknemer toestemming vragen. “Het geeft aan hoe hoog de nood is bij V&D.” In veel cao’s is een verbod op loonoffers opgenomen, maar V&D zegde de overeenkomst vorig jaar op. Het is daarom niet ondenkbaar dat de winkelketen de maatregel moet terugdraaien, stelt hoogleraar strategisch management en ondernemingsbeleid Henk Volberda van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. "Individuele werknemers kunnen dit weigeren en zelfs een rechtszaak beginnen", zegt Volberda tegenover NuZakelijk. Hij noemt het loonoffer een 'ordinaire kaasschaafreactie' en 'heel slecht voor de motivatie, cultuur en betrokkenheid binnen het bedrijf."
Reacties 0