V&D moet voor zijn winkelpand in Hengelo alsnog de volledige huurprijs afdragen. Dat heeft de kantonrechter in Enschede besloten in een kort geding dat door verhuurder Mondia Investments was aangespannen.
De warenhuisketen sloot vorige maand een akkoord met verhuurders van zijn panden om de huur van februari tot en met juli te verlagen om een faillissement te voorkomen. Mondia deed echter niet mee aan deze overeenkomst en hoeft volgens de rechter dan ook niet akkoord te gaan met de eenzijdige huurverlaging.
De rechter veroordeelt V&D tot het betalen van ruim vijftigduizend euro aan huurachterstand, waar ook een contractuele boete en buitengerechtelijke kosten bij zijn inbegrepen. De uitspraak kost V&D volgens de rechter waarschijnlijk zo’n 150 duizend euro. Dat dit bedrag niet in verhouding staat met de schade die V&D zou kunnen gaan lijden is daarbij niet van belang.
Verder wijst de rechter erop dat andere noodlijdende bedrijven de stap van V&D kunnen kopiëren, met een ‘juridische chaos’ tot gevolg. Daarnaast wil hij voorkomen dat er onderscheid ontstaat met particuliere huurders, die geen beroep kunnen doen op het economische belang van hun voortbestaan.
De kosten van de procedure worden gedeeld door V&D en verhuurders IEF Capital en ASR. Die steunden de warenhuisketen bij het kort geding, omdat ze het onredelijk vonden als Mondia wel de volle honderd procent aan huur zou krijgen. Metroprop spande eveneens een kort geding aan tegen V&D om alsnog het volledige bedrag te krijgen, maar in die zaak is nog geen uitspraak.
V&D laat weten dat de uitspraak in de zaak tegen Mondia de financiële positie op korte termijn niet in gevaar zal brengen. De warenhuisketen heeft nog niet besloten of er beroep wordt aangetekend.
Reacties 0