De leegstand in de Nederlandse winkelstraten is voor het eerst in tien jaar niet verder opgelopen. Het percentage leegstaande winkels liep zelfs iets terug van 7,5 naar 7,4 procent. Dat blijkt uit cijfers die onderzoeksbureau Locatus dinsdag heeft gepubliceerd.
De winkelleegstand steeg in 2014 nog sneller dan ooit, maar de aantrekkende economie zorgde volgens Locatus vorig jaar voor een toename van de consumentenbestedingen in de winkels. Het totaal aantal leegstaande panden liep in een jaar tijd terug van 16.755 naar 16.562.
De leegstand in de zeventien grootste stedelijke centra daalde van 7,2 naar 6,9 procent, terwijl ook wijk- en buurtcentra (van 8,6 naar 8,1 procent) en meubelboulevards (van 9,4 naar 9,3 procent) zich verbeterden.
De centra van middelgrote steden zagen de leegstand echter oplopen van 11,6 naar 11,9 procent. In stadsdeelcentra als Den Haag Leyweg, Eindhoven Woensel en Haarlem Schalkwijk nam de leegstand het hardst toe: van 7,9 naar 9,4 procent.
Deze verschillen verklaart Locatus door onderscheid te maken tussen doelgericht (dagelijkse boodschappen) en recreatief winkelen. Die eerste variant vindt veelal plaats in wijk- en buurtcentra, die daardoor al jaren stabiel zijn. Recreatief winkelen wordt steeds meer gezien als een dagje uit, waarbij de consument voor centra met het meest uitgebreide aanbod kiest. Grote steden trekken daardoor meer bezoekers, ten koste van middelgrote steden en stadsdeelcentra.
Locatus verwacht dat de leegstand in de Nederlandse winkelstraten de komende maanden weer zal oplopen door de faillissementen die de afgelopen weken werden uitgesproken. Hoe hard de leegstand oploopt, is afhankelijk van een eventuele doorstart van V&D en Macintosh Retail Group.
Reacties 0