H&M ligt onder vuur omdat de fashionretailer zijn collecties zou laten maken door fabrieken die kinderarbeidwetten schenden. The Guardian meldt dat volgende week in Zweden het boek Modeslavar van Moa Kärnstrand en Tobias Andersson Akerblom verschijnt waarin wordt beschreven hoe twee fabrieken in Myanmar werknemers van veertien jaar meer dan twaalf uur per dag kleding laten maken. H&M was één van de klanten van de fabriek.

Volgens verdragen van de International Labour Organization (ILO) mag in ontwikkelingslanden zoals Myanmar gebruik worden gemaakt van arbeidskrachten vanaf veertien jaar, maar de lengte van de werkdag is in strijd met zowel de internationale overeenkomsten en de eigen wetten Myanmar.

Een ILO-woordvoerder noemt de kwestie ‘een ergste vorm van kinderarbeid’. “Het klopt dat werken op veertienjarige leeftijd in de ILO-definitie van kinderarbeid niet strafbaar is. Dat is het wel als er sprake is van lange uren (met name overwerk) of nachtdiensten.”

H&M laat in een reactie weten het onacceptabel te vinden dat er werkuren worden gehanteerd die in strijd zijn met de lokale wetgeving en internationale afspraken. “Alle overuren moeten in overeenstemming zijn met de wetgeving en onze eigen eisen." Het Zweedse concern kondigde in 2013 al een actieplan aan om lokale fabrikanten te controleren, zoals een scherpe wervingsprocedure van fabrieksmedewerkers.

De fashionretailer verplaatste een deel van zijn kledingproductie naar Myanmar nadat het land na politieke hervormingen in 2011 de grenzen opende voor internationale merken in de kledingindustrie. H&M deed dat naar eigen zeggen na een grondige risicoanalyse.