De enige serieuze gegadigde voor McGregor bood vele miljoenen minder dan de curatoren wilden vangen. Er lag een bod van zes miljoen euro, terwijl alleen de voorraden al tien tot twintig miljoen euro moesten opbrengen. Dat laten curatoren Marc van Zanten en Marlous de Groot weten in Het Financieele Dagblad.

Dat het bod zo laag uitviel, komt volgens de curatoren doordat uitlekte dat de Chinese eigenaar van een licentie die nodig is om Gaastra-kleding in Azië te produceren zelf een bod op dat merk had uitgebracht. “Dit was een grote ‘red flag’ voor de koper met wie wij spraken, want hij wilde per se Gaastra en McGregor samenhouden”, aldus Van Zanten.

Doordat het bod niet slaagde, kwamen de oorspronkelijke aandeelhouders Jeroen Schothorst, Ben Kolff, Marcel Boekhoorn en NIBC weer in beeld. Zij zeiden na het faillissement geen doorstart te willen realiseren, nadat ze eerder niet bereid waren om vers kapitaal te verstrekken om McGregor te redden. Daarvoor was naar verluidt zo’n zestien miljoen euro nodig, waarvan vier miljoen euro direct.

De aandeelhouders hebben 26,4 miljoen euro betaald voor de doorstart, maar daarvan hoefde 24,5 miljoen euro niet overgemaakt te worden omdat ze zelf een grote schuldeiser zijn. Van de resterende 1,9 miljoen euro was een miljoen euro nodig om de winkels open te houden. De rest is bestemd voor andere crediteuren, waaronder de fiscus en het UWV.

McGregor maakte in juli een doorstart als Doniger Fashion Group, waarbij zo'n 120 banen werden geschrapt. Het is volgens de curatoren het best haalbare resultaat. Ze hebben naar eigen zeggen gekeken naar de levensvatbaarheid van de plannen van de aandeelhouders, zodat het modeconcern niet op korte termijn opnieuw op de fles gaat. “Dat zal in onze ogen niet gebeuren”, aldus De Groot.