Maxeda is ook door de pandeigenaar van de voormalige V&D in Deventer voor de rechter gesleept. Elizen Vastgoed wil dat het retailconcern de huur tot en met 2018 betaalt.

Maxeda werd afgelopen juli al gedagvaard door Unibail-Rodamco. Het voormalige Vendex tekende namelijk in 1994 de clausule dat het bedrijf ook na een eventueel faillissement van V&D de huurverplichtingen zou blijven voldoen. In die zaak werd Maxeda veroordeeld tot het betalen van de huur tot en met afgelopen mei, het moment dat de huurcontracten door de curatoren werd opgezegd. Dat kwam neer op ruim 710 duizend euro.

Unibail-Rodamco wilde dat Maxeda ook de huur tot en met 2018 betaalde, maar daar kon de rechter in het kort geding geen uitsluitsel over geven. Het is namelijk niet duidelijk wat de betrokken partijen in 1994 bedoeld hebben met de bewuste ‘concerngarantie’, die voor meerdere interpretaties vatbaar is.

Unibail-Rodamco verkocht het V&D-pand in Deventer eind 2012 aan Elizen Vastgoed, dat op grond van diezelfde clausule huur wil innen bij Maxeda. Het moederbedrijf van onder meer Praxis heeft inmiddels al de huur betaald tot eind april. Dat was het moment dat de curatoren de huur voor het pand in Deventer hebben opgezegd.

De zaak rond het pand in Deventer wordt in december opnieuw behandeld. Elizen Vastgoed moet Maxeda eerst inzicht geven in de wijzigingen van de huurovereenkomst sinds begin 2015, toen V&D huurkortingen probeerde af te dwingen. Ook moeten de afspraken met onderverhuurder Kruidvat en toekomstige retailers gedeeld worden. H&M en The Sting worden de nieuwe huurders van het voormalige warenhuis van V&D.