Peek & Cloppenburg en Wellensteyn International zijn door de Duitse kartelwaakhond beboet vanwege verticale prijsafspraken. De boetes bedragen in totaal zo’n 10,9 miljoen euro, meldt het Bundeskartellamt.

Twee jaar terug werd al bekend dat Peek & Cloppenburg werd verdacht van illegale prijsafspraken met leveranciers. De Duitse kartelpolitie doorzocht destijds het hoofdkantoor in Düsseldorf. De doorzoeking had als doel om bewijs te vinden voor de verdenking.

Het onderzoek naar de prijsafspraken werd al in maart 2013 gestart, nadat de waakhond klachten had ontvangen. Er zijn in het geheim afspraken gemaakt over minimumprijzen en retailers mochten geen prijsverlagingen doorvoeren of de kleding online verkopen. In een aantal gevallen werd overgegaan tot leveringstops, stelt voorzitter Andreas Mundt van de kartelwaakhond. Peek & Cloppenburg zou Wellensteyn hebben aangespoord om op te treden tegen andere retailers.

Er zijn volgens Mundt aanwijzingen dat meer van dit soort prijsafspraken in de textielsector zijn gemaakt. De Duitse kartelpolitie treedt de laatste jaren hard op tegen prijsafspraken. Zo werden supermarktketens als Aldi en Edeka in 2015 nog schuldig bevonden. Zij moesten samen met verschillende fabrikanten in totaal 152 miljoen euro ophoesten.

Peek & Cloppenburg is in ons land actief met vestigingen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. De kledingwarenhuisketen was ooit landelijk vertegenwoordigd, maar richt zich tegenwoordig vooral op de Duitse markt. Daar beschikt het concern over bijna zeventig vestigingen. Wellensteyn is vooral bekend als fabrikant van jassen, die onder meer bij Peek & Cloppenburg worden verkocht.