Granny’s Finest wil dat het aantal actieve breiende ouderen nog dit jaar op duizend komt. Momenteel werken er zevenhonderd ‘breioma’s’ en drie ‘breiopa’s’ voor de Rotterdamse onderneming, zegt oprichter Jip Pulles tegen het Algemeen Dagblad.

Granny’s Finest heeft momenteel 43 breiclubs, waarvan de meeste in de Randstad. In 2019 moeten dat er honderd zijn. Ook is het Rotterdamse modemerk bezig met een brandstore, waar straks ook ter plekke gebreid wordt.

Granny’s Finest, dat eenzaamheid onder ouderen tegengaat door wekelijks handwerkclubs te organiseren, kijkt naar het buitenland voor verdere uitbreiding. Zo heeft het in Duitsland en Engeland al agenten in de arm genomen om de markt warm te maken voor de producten. In België liggen de producten al bij kledingketen Juttu, in Nederland bij de Bijenkorf.

De sociale onderneming is nog altijd afhankelijk van fondsen om zijn uitbreiding te financieren, zegt Pulles. “In steden zijn we vooral afhankelijk van welzijnsinstellingen, maar die kunnen na een misgelopen aanbesteding zo weer van het toneel verdwijnen.” Ook het personeelsverloop, dat vaak wordt veroorzaakt doordat breien lichamelijk niet meer lukt, belemmert de uitbreidingsplannen van Granny’s Finest.

Granny’s Finest wil het maken en de verkoop van spullen dichter bij elkaar brengen, vertelde medeoprichter Niek van Hengel eerder dit jaar in RetailTrends. Consumenten hebben volgens hem steeds meer behoefte aan producten met een verhaal. “Iedere winkelketen kan sjaals inkopen in China, maar zowel de consument als retailer heeft geen idee wie de sjaal heeft gemaakt.”