De problemen rond de arbeidsomstandigheden in de Nederlandse winkels van Primark zijn niet in algemenere zin aan de orde in de modedetailhandel. Dat schrijft minister Asscher van Sociale Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.

Naar aanleiding van klachten bij Primark, onder meer over een te hoge werkdruk en intimidatie door leidinggevenden, is Asscher in gesprek gegaan met vakbond FNV en brancheorganisaties INretail en VGT. Geen van deze vertegenwoordigers herkende de problemen als karakteristiek voor de moderetail. Extra aandacht hiervoor van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid is daarom niet nodig, concludeert de minister.

Asscher noemt in de brief wel verschillende aandachtspunten in de branche. Zo noemt hij de sterke concurrentie onderling en met webwinkels, waardoor retailers de kosten zoveel mogelijk proberen te drukken. Flexwerk, werktijden, onregelmatigheidstoeslag en verloop zijn volgens hem aandachtspunten die daardoor ontstaan. Hij benadrukt dat arbeidsomstandigheden niet mogen lijden onder de sterke concurrentie en daaruit voortvloeiende kostenbesparingen.

Primark heeft van de Inspectie te horen gekregen dat de geconstateerde problemen binnen drie maanden opgelost moeten zijn. Daarvoor is een ‘eis tot naleving’ geformuleerd, waartegen de retailer niet heeft geprotesteerd.