Vidrea Retail heeft de rechtszaak verloren die het concern had aangespannen tegen de curatoren die het faillissement van Miller & Monroe afhandelen. De rechtbank laat weten er vertrouwen in te hebben dat de curatoren het faillissement naar behoren afwikkelen. Dat blijkt uit een uitspraak deze week die werd opgemerkt door Quote.

Vidrea spande een rechtszaak aan met als doel het ontslag van de aangestelde curatoren. Het modeconcern stelde onder meer dat de curatoren waren gestart met de verkoop van de in beslag genomen kledingvoorraad, wat in strijd zou zijn met de wet. Daarnaast reageerden de curatoren niet op het bod dat het concern had gedaan op het terugkopen van de onderneming. De curatoren gaven een dag na het bod aan dat het onderzoek naar de eigendomsrechten met betrekking tot de voorraden van Vidrea Retail nog niet was afgerond. 

In de uitspraak laat de rechtbank weten het verzoek van Vidrea Retail af te wijzen. De rechter vindt dat de beslaglegging op de kledingvoorraad, om zo onder meer schuldeisers en personeel te betalen, niet als misdrijf kan worden gezien. Daarnaast ziet de rechter het niet ingaan op het bod van Vidrea onvoldoende als reden tot ontslag van de curatoren. De rechtbank vindt het begrijpelijk dat de curatoren niet binnen een dag op het bod konden ingaan, gelet op ‘de gebrekkige administratie binnen het concern’.

Uit het eerste faillissementsverslag van de curatoren bleek dat Vidrea Retail bij zijn faillissement een schuldenberg van zeker 43 miljoen euro naliet. Het modeconcern stond vorig jaar miljoenen in het rood en een doorstart komt er niet.