De omzet van de detailhandel was in het eerste kwartaal vier procent hoger dan een jaar eerder, blijkt uit cijfers van het CBS. De coronamaatregelen zorgden in maart echter voor grote omzetschommelingen in diverse branches. Het omzetverlies van winkeliers als gevolg van de maatregelen is volgens een berekening van ABN Amro al goed voor zes miljard euro.

In de foodsector werd 6,4 procent meer omgezet in de eerste drie maanden van 2020, de grootste stijging sinds het tweede kwartaal van 2008. Mede door het hamstergedrag van consumenten was de supermarktomzet in maart 13,1 procent hoger dan een jaar eerder. De omzet van speciaalzaken zoals slagerijen, groentezaken, kaaswinkels en slijterijen was in het eerste kwartaal 2,6 en in maart 4,9 procent hoger.

In de non-foodsector viel de omzet juist 0,6 procent lager uit ten opzichte van vorig jaar. Het gaat om de eerste omzetafname sinds het derde kwartaal van 2016. De maanden januari (+2,2 procent) en februari (+5,1 procent) leverden nog omzetwinst op, maar in maart leverde de non-foodsector 8 procent omzet in ten opzichte van vorig jaar. Vooral in de kleding- (-16,2 procent) en de schoenenbranche (-15,7 procent) liepen de omzetten terug. Sommige non-foodsectoren noteerden wel een plus in het eerste kwartaal, zoals de doe-het-zelfbranche (+13,6 procent), de drogisterijen (+8,3 procent) en de verkopers van consumentenelektronica (+6,3 procent). 

De internetomzet van de detailhandel was in het eerste kwartaal 19,1 procent hoger; de hoogste groei sinds het eerste kwartaal van 2018 (21,1 procent). Het ondernemersvertrouwen in de sector bereikte aan het begin van het tweede kwartaal met –12,8 het laagste punt sinds de start van de meting (in het vierde kwartaal van 2008). Het vorige dieptepunt werd tijdens de financieel-economische crisis in 2009 bereikt (–9,1).

Volgens een berekening van ABN Amro verloren Nederlandse bedrijven samen al zeker 45 miljard euro aan omzet door de coronamaatregelen. Winkeliers staan in de top vier van grootste verliezers, met een totale omzetdaling van zes miljard euro. Daarnaast zagen vooral groothandels (16 miljard), industriële bedrijven (10 miljard) en transportbedrijven (4 miljard) een groot deel van hun omzet verdampen.