Britse ophef rond verkoop “racistische" poppen

In Groot-Brittannië is ophef ontstaan rond de verkoop van gollies, zwarte speelgoedpoppen. De politie heeft drie van deze poppen uit de etalage van een winkel in beslag genomen, omdat deze racistisch zouden zijn. De eigenaar van de winkel riskeerde vervolging, maar daar heeft de politie inmiddels van afgezien. 

De verkoper is zich van geen kwaad bewust. Volgens hem was er veel belangstelling voor de gollies. “Voor veel mensen van middelbare leeftijd is het jeugdsentiment. Ik ben geschokt. Ik ben geen racist. Ik probeer alleen mijn geld te verdienen.” Hij blijft de poppen dan ook verkopen.

The Sun-journalist Anthony France, zelf zwart, noemde de actie van de politie gekkenwerk. “Ik heb met meerdere zwarte en Aziatische vrienden gesproken, en geen van hen had er een probleem mee. We hebben wel problemen met rapteksten met het ‘n-woord’. Maar ik zie de politie niet zo snel de muziekwinkel overvallen.”

De politie vat de zaak echter serieus op. Een woordvoerder: “Het is geen misdaad om deze poppen te verkopen. Een burger heeft echter een klacht ingediend omdat deze de poppen racistisch en kwetsend vond.” De politie wijst op de wet, die het uitstallen van kwetsend materiaal, dat voor onrust of belediging kan leiden verbiedt. En de Worcester Racial Equality Council vindt dat de gollies interculturele relaties kan verslechteren.

De poppen waren tussen de jaren ’20 en ’80 van de vorige eeuw erg populair in Groot-Brittannië. De gollie, afkomstig uit een Amerikaans kinderboek, was tot 2001 de mascotte van jamproducent Robertson. In dit jaar stopte Robertson echter met het figuurtje. Volgens henzelf enkel wegens commerciële redenen – al jaren was er namelijk protest wegens het vermeend racistische karakter van de gollie.