Hudson’s Bay Company moet tot 2027 ten minste een deel van de huur betalen voor het pand van zijn voormalige warenhuis in Tilburg. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam besloten. De huursom kan oplopen tot 2,3 miljoen euro per jaar.

Het moederbedrijf van de geflopte Nederlandse Hudson’s Bay-warenhuizen huurde in Tilburg een pand van Royalton, onderdeel van vastgoedbedrijf Wereldhave. Het warenhuis tekende voor twintig jaar en stelde zich garant voor de huurbetaling (ter waarde van bijna 196 duizend euro per maand) voor ten minste tien jaar. Het moederbedrijf probeert sinds het faillissement begin dit jaar van de huurgaranties af te komen. Het concern beschuldigt de verhuurders onder meer van kartelvorming en heeft de huurbetaling voor meerdere panden om die reden verzaakt. 

Eerder besloot de kantonrechter in Amsterdam dat HBC de verhuurders van de winkelpanden in Tilburg en Almere in totaal ruim 3,2 miljoen euro aan huur is verschuldigd voor dit jaar. Het pand in Tilburg is inmiddels verhuurd aan kledingketen De Koopman, maar de rechtbank heeft desondanks geoordeeld dat het Canadese concern tot januari 2027 aansprakelijk is voor eventuele tekorten. Met De Koopman zou immers een ‘aanzienlijk’ lagere huur zijn afgesproken. Hoeveel HBC precies moet betalen, is nog niet duidelijk. Wel moet het bedrijf direct 739 duizend euro overmaken naar Royalton voor drie maanden gemiste huurbetalingen.