De winkels hoeven niet heropend te worden. Dat heeft de rechtbank in Den Haag bepaald in een kort geding dat INretail had aangespannen tegen de Staat.

De branchevereniging wees erop dat de winkelsluiting enorme economische en sociale schade tot gevolg heeft. Volgens INretail zijn die belangen door de Staat niet of niet voldoende meegewogen. Ook is volgens INretail het nut en de noodzaak van de maatregel niet gebleken en zijn minder vergaande maatregelen mogelijk.

Volgens de voorzieningenrechter is er geen sprake van 'evident onjuiste afwegingen en/of evident onjuiste beleidskeuzes'. De rechter zegt dat de overheid mag afgaan op adviezen van het Outbreak Management Team, dat oordeelde dat er gezien de vele coronabesmettingen eigenlijk geen ruimte is voor versoepelingen. "Toch heeft de Staat vanwege de grote maatschappelijke roep om perspectief enkele versoepelingen toegestaan." Volgens de rechter stond de overheid in haar recht om bij retailers niet verder te gaan dan het toestaan van click & collect en winkelen op afspraak.

"Een enorme teleurstelling voor alle winkels die al maanden van veiligheid topprioriteit hebben gemaakt en worstelen om te overleven", zegt INretail. "Wij blijven van mening dat de Staat alle belangen die meespelen onvoldoende heeft af- en meegewogen toen zij besloot tot winkelsluiting over te gaan. Met de geboden alternatieven zijn voor te veel ondernemers geen realistische omzetten te halen." INretail zegt zich voor te bereiden op een hoger beroep.

De brancheorganisatie zegt dat de huidige coronamaatregelen zullen leiden tot het verlies van 50 tot 60 duizend banen in de retail. INretail wijst op een actuele impactstudie in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, waaruit blijkt dat een op de vijf winkels dreigt te verdwijnen. "In het centrum van Amsterdam is dat nu al de situatie, blijkt uit de Amsterdam City Index."