Hugo Boss gaat zijn productiecapaciteit in Turkije uitbreiden. Het Duitse modeconcern wil minder afhankelijk zijn van Zuidoost-Azië, zegt ceo Daniel Grieder tegen de Financial Times.

Door de coronacrisis is de toeleveringsketen ernstig verstoord geraakt, iets waar ook Hugo Boss last van heeft. Het concern vergroot daarom de capaciteit van zijn fabriek in het Turkse Izmir. Er worden duizend extra medewerkers aangetrokken, een derde van het huidige aantal werknemers.

In Izmir werd tot nu toe vooral formele kleding voor Hugo Boss gemaakt. Het concern heeft ook fabrieken in Duitsland, Polen en Italië. Samen met de fabriek in Izmir zijn ze goed voor twintig procent van de productie. Nog eens dertig procent komt van leveranciers in of vlak bij Europa. Volgens Grieder zal dit aandeel de komende jaren alleen maar groter worden.

"Onze strategie is nog meer kledingstukken te produceren in de buurt van de markten waar ze zullen worden verkocht", zegt de ceo, die dit jaar overkwam van Tommy Hilfiger. Hugo Boss wil onder meer productielocaties in steden openen. Begin volgend jaar komt er een proef in Los Angeles, waar denim zal worden geproduceerd.

De omzet van Hugo Boss moet in 2025 vier miljard euro bedragen, twee keer zoveel als nu. De merken Hugo en Boss hebben een nieuwe 'look en feel' gekregen. Zo zijn de logo's en de marketing opgefrist. Daarnaast wordt tachtig procent van de winkels de komende drie jaar in een nieuw jasje gestoken en wordt er extra geïnvesteerd in digitalisering.