Voor het eerst sinds 2010 stijgt het aantal fysieke winkels in Nederland. Er kwamen vorig jaar vooral winkels in de foodsector bij, het aantal boekwinkels daalde het sterkst.

Op 1 januari 2022 waren er volgens het CBS 83.810 winkels, 655 meer dan een jaar eerder. Ondanks de lichte stijging nog steeds een groot verschil vergeleken met 1 januari 2010, toen er 97.055 winkels waren. In vergelijking met twee jaar geleden, net voor de coronapandemie, waren er op 1 januari 330 winkels minder.

De grootste groep, ruim zestien procent van alle fysieke winkels, bestaat uit kledingwinkels. Daarna volgen winkels in overige huishoudartikelen en supermarkten, beide goed voor een aandeel van bijna acht procent.

Waar het aantal voedingszaken met 3,4 procent toenam, bleef het aantal winkels met non-foodproducten nagenoeg gelijk. Winkels in brood, banket en zoetwaren stegen met 4,7 procent het meest in aantal. Boekwinkels en winkels in lectuur en schrijfwaren daalden met respectievelijk 8,1 en 7 procent. De afname van het aantal boekwinkels was groter dan in de drie voorafgaande jaren samen.

Gemeenten en provincies
In 57 procent van de gemeenten steeg het aantal winkels. Procentueel gezien was de toename het grootst op Vlieland (18,2 procent), gevolgd door het Limburgse Bergen (17,5 procent) en Renswoude (15,8 procent). Oostzaan (-9,4 procent) en Lopik (-8,8 procent) kenden de grootste afname.

In de twintig grootste gemeenten groeide het aantal winkels het meest in Haarlemmermeer (4,3 procent) en Nijmegen (2,5 procent). In Den Bosch (-1,2 procent) was de sterkste afname.

Wat provincies betreft, was de groei het sterkst in Zuid-Holland (1,5 procent) en Overijssel (1,2 procent). Alleen in Groningen (-0,7 procent) nam het aantal winkels af.