Nederland heeft voor het eerst meer webwinkels dan fysieke winkels. Begin 2023 werden er iets meer dan 82.000 fysieke winkelvestigingen geteld, zo’n 1600 minder dan een jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

Winkels in schoenen- en lederwaren, wit- en bruingoed en audio- en video-opnamen verdwenen vorig jaar het meest in Nederland. Het is de sterkste daling sinds het uitbreken van de coronapandemie. Het aantal winkels nam in 2021 nog toe tot een aantal van 83.800, een incidentele stijging. Ook zijn er voor het eerst meer webwinkels (84.100) dan fysieke winkels (82.100) gemeten in Nederland.

De meest voorkomende winkels zijn kledingwinkels (13.300). Daar was ook een daling in het aantal winkels te zien van 16,2 procent. Winkels in overige huishoudartikelen en supermarkten volgen met respectievelijk 6.500 en 6.400. De meeste webwinkels handelen in kleding en mode (19.300) en huis- en tuinartikelen (15.300).

In ruim zeven op de tien gemeenten is het aantal winkels gedaald. In Baarle-Nassau steeg het aantal winkels relatief gezien het sterkst (10,9 procent). In Alphen-Chaam was de daling (17 procent) het sterkst. In de twintig grote Nederlandse gemeenten steeg het aantal winkels alleen in Zoetermeer en Arnhem. In de overige gemeenten daalde het aanbod.