De detailhandel zette in april 5,3 procent meer om dan een jaar geleden. Vooral in de foodsector noteerden winkeliers een hogere omzet dan in april vorig jaar. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. 

De omzetstijging is voor de derde maand op rij te danken aan prijsstijgingen: de verkoopvolumes daalden met 4,8 procent. Wel zwakt die daling wat af. Zo was er in maart nog sprake van een volumekrimp van 7 procent. 

De trend zet door dat vooral winkeliers in de foodsector meer omzet noteerden dan een jaar eerder (+8 procent). Met name supermarkten boekten een hogere omzet dan in april vorig jaar: zij zagen hun omzetten met 8,9 procent stijgen. Ook hier speelden prijsverhogingen een rol: het verkoopvolume was 4,3 procent lager dan vorig jaar. 

Anders dan in maart stegen ook de omzetten in de non-foodsector (+2 procent). Drogisterijen, meubel- en woonwinkels en winkels in recreatieartikelen zagen hun verkopen stijgen. Kledingwinkels, schoenenwinkels en winkels in doe-het-zelfartikelen zagen daarentegen een omzetdaling. 

Ook onlineomzetten stegen in maart met 3,2 procent ten opzichte van dezelfde maand in 2022. Opnieuw stegen de omzetten vooral voor webwinkels (+4,8 procent). Anders dan in voorgaande maanden, steeg ook de onlineomzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is (+1,3 procent).