In Selfie beantwoorden retailers vragen die een beeld geven van de persoon achter de onderneming.
Dit keer: René Repko (61)
General manager a.i. State of Art
Ook: oud-nachtportier, houdt van zeilen
Wat was de kleine René voor jongen?
“Ik groeide op midden in de biblebelt van Zeeland, in Krabbendijke. Wijzelf waren niet strenggelovig, maar de dominante cultuur was zeer godvrezend. Met mijn oma ging ik altijd mee naar kerk. Mijn vader werkte bij de Boerenleenbank. We hadden het goed thuis, soms gingen we met vakantie naar Biggekerke. Ik was een gewone Zeeuwse jongen: zeilen, vissen, in de boomgaard werken tijdens de vakanties. Ik keek toen al met veel interesse naar het achtuurjournaal en was verbaasd over wat er allemaal in de wereld gebeurde. Een keer gingen we naar het Rubenshuis in Antwerpen. Ik was tien jaar en ik was in shock. Zoveel naaktheid had ik nog nooit gezien. Nog sterker: mannen en vrouwen die plezier maakten.”
Wat voor leerling was je?
“Een onopvallende. Ik kon goed mee komen, er was...
In Selfie beantwoorden retailers vragen die een beeld geven van de persoon achter de onderneming.
Dit keer: René Repko (61)
General manager a.i. State of Art
Ook: oud-nachtportier, houdt van zeilen
Wat was de kleine René voor jongen?
“Ik groeide op midden in de biblebelt van Zeeland, in Krabbendijke. Wijzelf waren niet strenggelovig, maar de dominante cultuur was zeer godvrezend. Met mijn oma ging ik altijd mee naar kerk. Mijn vader werkte bij de Boerenleenbank. We hadden het goed thuis, soms gingen we met vakantie naar Biggekerke. Ik was een gewone Zeeuwse jongen: zeilen, vissen, in de boomgaard werken tijdens de vakanties. Ik keek toen al met veel interesse naar het achtuurjournaal en was verbaasd over wat er allemaal in de wereld gebeurde. Een keer gingen we naar het Rubenshuis in Antwerpen. Ik was tien jaar en ik was in shock. Zoveel naaktheid had ik nog nooit gezien. Nog sterker: mannen en vrouwen die plezier maakten.”
Wat voor leerling was je?
“Een onopvallende. Ik kon goed mee komen, er was namelijk geen enkele afleiding daar. School was ver weg, een uur fietsen. Van mijn ouders mocht ik het reisgeld van de trein houden als ik ging fietsen. Ik herinner me altijd tegenwind. Ik wachtte mijn hele middelbareschooltijd op vertrek naar de grote stad.”
Een van je eerste werkervaringen was als nachtportier bij het Hilton Hotel in Amsterdam. Dat moet nogal een overgang geweest zijn.
“Mannen vroegen ’s nachts om dingen die ik niet kende, dingen die de Bijbel als verderfelijk beschrijft. De allereerste dag vroeg een gast: ‘How are you?’. Ik was oprecht verrast door die interesse en begon een dialoog, die natuurlijk snel strandde. Ik herinner me Zwarte Joop, de koning van de Wallen. Hij parkeerde zijn rode Ferrari voor het bordes, wat verboden was, en zei tegen mij in plat Amsterdams: ‘Hier gast, een meier, ik ben zo terug.’”
Vóór corona kwam je regelmatig in China. Wat fascineert jou aan dit land?
“We zijn op forse achterstand gekomen ten opzichte van deze economie. We dachten in Europa de achterlichten te zien van de Amerikaanse platforms en ecosystemen. Maar we zagen niet de auto die daar al ver voor rijdt: China. Omnichannelretail, data, de snelheid van technologische innovaties: bijna alles is daar light years ahead. Ik was altijd gefascineerd door wat er in Silicon Vally en Manhattan gebeurde. Op de Alibaba Campus en in Shanghai gebeur de ondertussen veel meer.”
Wat helpt jou om te ontspannen?
“Ik ga graag naar het theater en de bioscoop om geïnspireerd te worden, dus dat was de laatste tijd even slikken. Ik probeer de horeca-scene bij te houden in de stad waar ik nu al bijna 45 jaar woon: Amsterdam. Voor de pandemie was dat bijna ondoenlijk. Als ik er echt helemaal uit wil ga ik zeilen. Idealiter op een zeiljacht dat ik huur in Griekenland, met mijn vrouw als bootsman, navigator en kok. Maar met onze sloep door de grachten is een goede tweede.”
Wat is je prettigste moment van de dag?
“’s Avonds laat in de stilte, met een goede krant of de New York Times online. Even de grote dingen in perspectief zien. Ik hoop dan dat alles wat er gebeurt in de wereld een beetje op z’n plaats valt in mijn hoofd. Dat lukt niet altijd meer.”
Wat is het beste advies dat je ooit hebt gekregen?
“Ik was net begonnen als jonge account-executive bij Ogilvy & Mather, een internationaal reclamebureau. Op een dag kwam de oprichter zelf langs, David Ogilvy. Hij vertelde ons, een groep trainees, dat hij iedere nieuwe directeur een set Russische matroesjka-poppetjes gaf. Hij zei er dan bij: “Zorg dat iedereen die je aanneemt groter, sterker en wijzer is dan jezelf. Alleen dan kunnen we groeien. Zie jezelf als het kleinste poppetje.’”
Zou de jongen die je was trots zijn op de man die je bent geworden?
“Ik denk het wel. Ik heb een aantal grote transformaties mogen besturen, heb gewerkt met inspirerende en bevlogen mensen. Mijn handtekening staat op een aantal beeldbepalende retailcases. En ik ben nog net zo nieuwsgierig naar de wereld als toen, daar in Krabbendijke.”