Een achterkleinkind van V&D-oprichter Willem Vroom vecht de verkoop van de merknaam V&D aan. Samen met ondernemer Richard Otto heeft Marc Vroom een klacht ingediend bij de rechter-commissaris.

De merknaam werd vorige week verkocht aan Roland Kahn, Jaco Scheffers en Ronald van Zetten, die de voormalige warenhuisketen in eerste instantie online nieuwe leven in willen blazen. Otto en Vroom claimen echter dat zij buiten de onderhandelingen zijn gehouden door de curatoren. Ze zouden begin maart al hebben aangegeven op de merknaam te willen bieden.

Otto en Vroom willen opheldering over het verkoopproces, dat volgens hen nu onder de pet wordt gehouden. Een woordvoerder liet vorige week al aan RetailNews weten dat er pas bij het komende faillissementsverslag duidelijkheid komt over het overnamebedrag.

De twee ondernemers wijzen erop dat de curator de taak heeft om een zo hoog mogelijke opbrengst voor de boedel te zorgen. Als de rechter-commissaris concludeert dat er onregelmatigheden zijn bij de verkoop, kan die teruggedraaid worden. Otto en Vroom zouden dan samen met Kahn, Scheffers en Van Zetten een nieuw bod willen doen.

De curatoren hebben aan Otto en Vroom laten weten dat de nieuwe eigenaren meer hebben betaald dan de ‘enkele tonnen’, die zij ervoor over zouden hebben. Dat is volgens de ondernemers echter oncontroleerbaar en bovendien wijzen ze erop nooit een echt bod uit te hebben gebracht. “We hebben puur het bod ‘van enkele tonnen’ genoemd om in de media een signaal af te geven dat we een serieuze partij zijn”, aldus Otto.

De curatoren hebben ‘een zorgvuldig proces gevolgd’ bij de verkoop van de merkrechten, laat een woordvoerder weten in het Algemeen Dagblad. “Op basis van een biedingsprotocol is een selectie gemaakt uit de serieuze gegadigden.”