Na zes jaar krijgt Appingedam gelijk: de gemeente mag winkels aan de rand van de stad weren. Dat heeft de Raad van State bepaald.

Visser Vastgoed wil op het Woonplein een winkel van schoenen- en kledingwinkel Bristol vestigen, maar de gemeente ziet dat niet zitten. Die vreest dat het centrum leegloopt. Het bestemmingsplan staat buiten het centrum alleen detailhandel in 'omvangrijke artikelen' toe, zoals meubelwinkels en bouwmarkten.

Diverse gemeenten hebben het zo geregeld, maar het Hof van Justitie in Luxemburg bepaalde in 2016 dat die regeling dan wel noodzakelijk moet zijn en niet verder mag gaan dan nodig. De Raad van State droeg daarom Appingedam op beter uit te leggen waarom het toestaan van 'gewone' winkels op het Woonplein ervoor zou zorgen dat het centrumgebied minder aantrekkelijk en leefbaar wordt. De gemeente kwam met zo'n analyse en de Raad van State vindt dat de negatieve gevolgen voldoende zijn aangetoond.