Hans Geels (Dille & Kamille) over onzekerheden, leiderschap en zijn samenwerking met Freek Kamerling.
Wat is de grootste les die je geleerd hebt over jezelf als leider?
“Samen met mijn coach Louise Vink heb ik mijn ankerpunt ontdekt: ik wil een creatieve maker van idealen en een betrouwbare partner zijn. Ik probeer af en toe tijd vrij te maken om hierover te reflecteren. Kan ik mezelf nog in de spiegel aankijken? Overigens houdt mijn vrouw me ook vaak een goede spiegel voor.”
Voordat je in de retailbranche aan de slag ging werkte je in de non-profit sector. Wat had je anders dolgraag willen worden?
“Mijn eerste baan was in de journalistiek bij de NCRV. Daar had ik op zich wel in verder gewild. Het is mooi om de ontwikkelingen in de wereld te duiden. Ik ben een nazaat van een domineesfamilie. Mijn opa en overgrootvader waren predikant en ergens zou je kunnen zeggen dat ik een verkondiger van idealen ben. Ik zie merken als de nieuwe kerken en dat geldt zeker voor de merken met een ideaal. Vandaar dat ik me zo thuis voel bij Dille & Kamille.”
...
De selfie van Hans Geels, Dille & Kamille
Hans Geels (Dille & Kamille) over onzekerheden, leiderschap en zijn samenwerking met Freek Kamerling.
Wat is de grootste les die je geleerd hebt over jezelf als leider?
“Samen met mijn coach Louise Vink heb ik mijn ankerpunt ontdekt: ik wil een creatieve maker van idealen en een betrouwbare partner zijn. Ik probeer af en toe tijd vrij te maken om hierover te reflecteren. Kan ik mezelf nog in de spiegel aankijken? Overigens houdt mijn vrouw me ook vaak een goede spiegel voor.”
Voordat je in de retailbranche aan de slag ging werkte je in de non-profit sector. Wat had je anders dolgraag willen worden?
“Mijn eerste baan was in de journalistiek bij de NCRV. Daar had ik op zich wel in verder gewild. Het is mooi om de ontwikkelingen in de wereld te duiden. Ik ben een nazaat van een domineesfamilie. Mijn opa en overgrootvader waren predikant en ergens zou je kunnen zeggen dat ik een verkondiger van idealen ben. Ik zie merken als de nieuwe kerken en dat geldt zeker voor de merken met een ideaal. Vandaar dat ik me zo thuis voel bij Dille & Kamille.”
Medio dit jaar overleed de oprichter van Dille & Kamille, Freek Kamerling. Hij was tot kort voor zijn dood nog betrokken bij het bedrijf. Hoe herinner je je hem?
“De samenwerking met Freek was heel bijzonder. Hij leerde me om niet tien verschillende dingen te doen, maar te durven focussen. Hij was muzikaal, filosofisch en conceptueel sterk, maar ook een jurist. Een multitalent. Hoewel we het niet altijd met elkaar eens waren, was er in de discussies altijd wederzijds respect. Soms kon ik hem wel achter het behang plakken, maar ik mis hem echt. Ik maak een diepe buiging voor hem.”
Wat maakt je onzeker?
“Ik houd niet zo van grote groepen waar de gesprekken over koetjes en kalfjes gaan. Ik ga liever voor echt contact. Vroeger was ik onzeker over mijn leervermogen. Ik was geen goede leerling. Als ik mijn rapport had zei ik altijd tegen mijn vader: ‘Als je mooie cijfers wilt zien moet je ‘m maar omdraaien. Dan zijn die zesjes allemaal negens.’ Later ontdekte ik dat ik in beelden leer, niet van teksten. En ik heb het vwo toch maar mooi afgerond.”
Wat weet bijna niemand van je?
“Ik heb een boek geschreven over de marketing van idealen. Dat wilde ik altijd al eens doen. Ergens was het misschien wel een lange neus naar de mensen die zeiden dat er niks van me terecht zou komen.”
Je hebt veel gereisd. Welke reis staat je het meest bij?
“Voor mijn werk bij het WNF ben ik een aantal keer in Afrika geweest. Een prachtig continent dat mijn kijk op het leven heeft veranderd: de natuur, geuren, de mensen en hun kijk op het leven. Ondanks de honger en het geweld dat daar veel voorkomt zijn ze veerkrachtig en leven ze met aandacht. Heel bijzonder.”
Wat doe je om te ontspannen?
“Als je druk bent in je hoofd moet je met je handen werken, heb ik geleerd. Ik houd van tuinieren en wandelen. Verder ben ik groot PSV-fan. In een Ajax-omgeving, ja. Ik ben bijna naast het PSV-stadion in Eindhoven geboren en ging als kind af en toe met mijn vader naar de wedstrijden. Dat doe ik nog steeds, ongeveer één keer per maand.”
Zou de jongen die je was trots zijn op de man die je bent geworden?
“Zeker. De fietsenmaker uit mijn geboorteplaats zei ooit: ‘Kan ik niet ligt op het kerkhof.’ Dat heb ik in mijn oren geknoopt. Ik ben een doorzetter en een rasoptimist. Als ik terugkijk op de achterliggende jaren, vind ik het mooi om te zien hoe de puzzelstukjes op hun plek zijn gevallen. Ik heb niet het meeste geld verdiend, maar wel mooie ervaringen opgedaan. Die pakt niemand me af, dat is pure rijkdom.”