De Europese Commissie mag doorgaan met het onderzoek naar belastingdeals die Nederland heeft gesloten met sportmerk Nike en schoenenfabrikant Converse. Beide partijen hadden het Gerecht van de Europese Unie verzocht het onderzoek tegen te houden wegens onvoldoende aanwijzingen. Het Gerecht oordeelde echter dat het onderzoek door mag gaan.

Uit het onderzoek moet blijken of de afspraken die Nike en dochteronderneming Converse hebben gemaakt met de Nederlandse fiscus de merken geen oneerlijk voordeel opleveren ten opzichte van de concurrentie. Indien dat het geval is, is dat in strijd met de Europese staatssteunregels. 

De Europese Commissie stelt dat Nike en Converse een selectief voordeel krijgen door de afspraken met de fiscus. Er is een fiscaal aftrekbare royaltybetaling overeengekomen met Nike European Operations Netherlands en Converse Netherlands. Deze twee ondernemingen, beide gevestigd in Nederland, zijn verantwoordelijk voor de promotie en ontwikkeling van de verkoop van Nike- en Converse-producten in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Alle verkoopinkomsten uit deze regio's worden bij deze ondernemingen geregistreerd. 

Het is nog niet zeker of Nike en Converse tegen de uitspraak van het Gerecht in beroep gaan. Daar hebben de merken twee maanden de tijd voor.