David Philipoom: 'Bij Kik vroeg ik me al snel af waaraan ik was begonnen'
Hij is sinds drie jaar landendirecteur van de Duitse winkelketen Kik. In Nederland, een land dat voor de eigenaren van de textielprijsvechter altijd een buitenbeentje was. De merkbekendheid is laag, het is lastig om aan personeel te komen, er is regelmatig discussie over het aanbod en de winkeluitstraling en de coronapandemie zorgt voor trage en dure aanvoer. Gemakkelijk is anders. Toch blijft David Philipoom (51) monter: Kik levert een schat aan nieuwe levenslessen
Ouders
“Mijn vader was geen gemakkelijke man. Hij heeft het Utrechtse textielbedrijf dat mijn opa begonnen was, uitgebouwd tot een keten met 21 vestigingen. Dag en nacht was hij met de zaak bezig, het is niet overdreven om te zeggen dat de opvoeding van de kinderen en de kwaliteit van zijn huwelijk daar nogal onder leden.
Daar stond tegenover dat ik als kind al elke vrije dag in de zaak kon werken. Nou ja, kon... Moest, kan ik beter zeggen. Zo leerde ik al vroeg de retailpraktijk kennen. Vooral toen de zaak er op een gegeven moment erg slecht bij stond was de les: bespaar waar je kunt. Dat ging ver. Zo was een van mijn eerste...
Hij is sinds drie jaar landendirecteur van de Duitse winkelketen Kik. In Nederland, een land dat voor de eigenaren van de textielprijsvechter altijd een buitenbeentje was. De merkbekendheid is laag, het is lastig om aan personeel te komen, er is regelmatig discussie over het aanbod en de winkeluitstraling en de coronapandemie zorgt voor trage en dure aanvoer. Gemakkelijk is anders. Toch blijft David Philipoom (51) monter: Kik levert een schat aan nieuwe levenslessen
Ouders
“Mijn vader was geen gemakkelijke man. Hij heeft het Utrechtse textielbedrijf dat mijn opa begonnen was, uitgebouwd tot een keten met 21 vestigingen. Dag en nacht was hij met de zaak bezig, het is niet overdreven om te zeggen dat de opvoeding van de kinderen en de kwaliteit van zijn huwelijk daar nogal onder leden.
Daar stond tegenover dat ik als kind al elke vrije dag in de zaak kon werken. Nou ja, kon... Moest, kan ik beter zeggen. Zo leerde ik al vroeg de retailpraktijk kennen. Vooral toen de zaak er op een gegeven moment erg slecht bij stond was de les: bespaar waar je kunt. Dat ging ver. Zo was een van mijn eerste klusjes in het keldermagazijn het lostrekken van stickertjes op panty’s. Ik was acht jaar en ik had van mijn vader begrepen dat de pantyfabrikant een spaaractie had opgezet.
De klant die tien stickertjes op een kaartje plakte en opstuurde, kreeg van de fabrikant een gratis panty. Mijn vader liet mij de kaartjes volplakken met die stickers en stuurde zelf de kaarten op –kreeg hij een paar gratis panty’s om te verkopen Klinkt dat armoeiig? Laten we zeggen dat het water hem aan de lippen stond. Hij heeft het zakelijk overigens prima overleefd. Maar tot op hoge leeftijd was hij, ondanks zijn middelen, erg op de korting. Reed ’ie veertig kilometer naar een Blokker-filiaal om daar een aanbiedingsartikel te kopen: toch mooi twee euro goedkoper.”
School
“Ik beschouw mezelf als laatbloeier. Lange tijd had ik geen idee welke kant ik op wilde met mijn leven. Ik had de Middelbare Detailhandelsschool afgerond maar wilde doorleren: de heao, commerciële economie. In Amsterdam. Niks aan, veel te droog, dat begreep ik al snel. Dus de stad in, met vrienden avondjes uit, plezier maken. Na anderhalf jaar was het op.
Achteraf denk ik dat een gebrek aan vertrouwen me parten heeft gespeeld. Voor mijn vader deed ik het niet snel goed, mijn moeder cijferde zichzelf nogal eens weg, gaf hem weinig tegengas. Glashelder herinner ik me nog dat we les kregen over een boek van Lee Iacocca, de legendarische ceo van Chrysler Motors. Ik vrat dat boek op en scoorde voor mijn tentamen een 10,3. Ik wist niet dat zoiets kon, het kan ook niet natuurlijk. Beduusd liep ik het klaslokaal uit, waarde docent in de deuropening was blijven wachten om me een hand te geven: dat heb je uitzonderlijk goed gedaan, jongen.
Dat gebaar maakte een enorme indruk op me. Ja, bleek me toen, er zijn wél dingen die me echt interesseren en ja, ik word wél gezien. Zelfs mijn vader was trots die dag. In de laatste fase van zijn leven – hij is in april dit jaar overleden –kwam het overigens helemaal goed tussen mijn vader en mij: hij was enorm trots op mijn levenspad, op mijn keuzes en op wat ik daarmee heb bereikt.”
Cowboy Ben
“De vader van een van mijn beste vrienden was de beste vriend van mijn vader. Ben heette hij, maar iedereen noemde hem Cowboy Ben. Buitengewoon geslaagd zakenman met een onderneming in beugels, maar vooral een totaal dwarse, eigenzinnig levensgenieter. Reed het land in op een lage motorfiets, in een leren jasje met van die franjes eraan, enorme snor. Kluste in een loods achter zijn boerderij in Nieuwegein aan oldtimers, op klompen, omgeven door oude boeken, kitschklokken en andere aangename rommel, af en toe een fles whisky binnen handbereik.
Ik heb hem weleens personeel horen toespreken. Dat was altijd op duidelijke toon, je zou kunnen zeggen: autoritair, maar ook volkomen eerlijk. En als het iemand in zijn omgeving tegenzat, schoot hij zonder poeha te hulp. Duizend keer liever werk ik met mensen die onhandig zijn en direct maar net zo eerlijk, dan met mensen die om de hete brij heen draaien.”
"Mijn vader was dag en nacht met de zaak bezig, ons gezin en zijn huwelijk leden daaronder."
Eerste zakelijke les
“Ik was zestien, mocht voor het eerst de kelder uit en de winkel in, niet langer alleen maar prijskaartjes printen en items labelen. In het filiaal waar ik aan dat baantje begon, stond een ouderwetse, struise dame die als een pitbull waakte over haar zaak. Ik dacht: even een goede indruk maken, en stelde me pontificaal op voor een sorteerbak. Zo stond ik daar heel eventjes tegenover haar voordat ze mij bij mijn schouders pakte en zachtjes dwingend aan precies de andere kant posteerde. ‘Altijd dáár staan waar je naar de klanten kunt kijken’, zei ze droog. En zo is het ook, haha.”
Misvatting
“Over retail wordt vaak gezegd dat het eigenlijk maar een simpel vak is: achter een kassa staan, dozen schuiven, beetje reclame maken. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien zomaar laten we zeggen dat ik nu veertig jaar op allerlei plekken en bij een reeks van grote ondernemingen heb mogen rondlopen – ik kan me niet indenken dat ik ook maar ergens anders zo ontzettend veel zou hebben geleerd. Over groeistrategieën en prijsbeleid natuurlijk, maar ook over soft skills: wat beweegt je medewerkers, wat houdt de klant bezig? Retail draait uiteindelijk vooral om inlevingsvermogen.”
Sport
“Mijn vrouw is Spaanse, we wonen deels in haar moederland. Zowel in Utrecht als in ons appartement in Sevilla staat een crosshybride fiets, waarop ik af en toe een stevig rondje rijd. Vroeger deed ik dat wel met een vriendengroep, maar ik moet nu heel zuinig zijn op mijn vrije tijd, ik kan niet meer zomaar van alles inplannen. En dus trek ik er vaak alleen op uit. Zo raak ik wat calorieën kwijt – en wat stress. Heerlijk, over bospaadjes crossen.”
Blunder
“Een headhunter vroeg me in 2018 of ik iemand wist die Nederland kon gaan leiden voor een Duitse textieldiscounter: Kik. ‘Wat?’ vroeg ik, ik had er nooit van gehoord. Al snel dacht ik: waarom pak ik zelf die handschoen niet op? Het eerste sollicitatiegesprek, in Amsterdam, verliep voorspoedig – ik paste met mijn ervaring in de internationale kledingindustrie kennelijk in het profiel.
Er volgde een uitnodiging voor een onderhoud met de ceo, op het Kik-hoofdkantoor in het plaatsje Bönen bij Dortmund. Ik wist: Duitsers zijn pünktlich, het is bitterkoud, er ligt sneeuw op de weg, ik neem ruim de tijd om daar te komen. Enfin, ik was er een uur te vroeg. In mijn auto voor de deur wachten, en wachten, totdat ik het te koud kreeg. Een half uur van tevoren naar binnen gelopen, waar de secre-taresse zei: Aber, u bent een half uur te laat! Was ik kennelijk vergeten om een tijdswijziging in mijn agenda door te voeren. Met schaamrood op mijn kaken alsnog het kantoor in, om daar te horen dat de baas alweer in een videoconferentie zat.
Toen hij daar uit was, keek hij me even minzaam aan, en begon toen het gesprek. Na een uur – ook nog eens in het Duits, dat ik nauwelijks beheers – dacht ik: dat wordt een enkele reis terug naar huis. Maar bij het afscheid begon ik over het appartement van mijn vrouw en mij in Sevilla, ik had ergens gelezen dat hij daar ooit eerder twee jaar had gewerkt. Zijn blik veranderde: net als ik was hij verliefd op die stad. Een week later kreeg ik bericht dat ik kon beginnen.”
Vrouw
“Met mijn vrienden reed ik in de zomer van 1995 per auto naar Spanje, naar de zon en het strand. Op een wat ongure camping in het Bois de Boulogne in Parijs kwamen we een clubje meiden tegen die precies de andere kant op aan het reizen waren. Ik viel als een blok voor Judith, en toen ze me een paar maanden later meldde dat ze een baantje als au-pair had aan genomen in Zeist heb ik haar uitgenodigd om bij mij te komen wonen – wel zo handig.
De rest is geschiedenis. Judith heeft mijn leven zinvoller en rijker gemaakt, en – ja, het is een cliché, ik weet het en ik zeg het toch – we hebben het mooiste geschenk gekregen dat je je maar kunt wensen: een slimme en lieve dochter, ook alweer tien jaar oud.”
"Onze dochter is ons geweten."
Familiebedrijf
Het lag voor de hand dat mijn broer, mijn zus en ik het bedrijf van onze vader zouden overnemen. Ik had daar niet meteen heel veel zin in, ik zag een toekomst voor mezelf buiten Philipoom Mode. Ik werd filiaalmanager bij Peek &Cloppenburg.
Maar ja: ik moest en zou ook. Mijn vader kon dat nogal overtuigend brengen en ik was gevoelig voor die autoriteit. Mijn zus was er toen alweer uitgestapt, die zag het uiteindelijk ook niet zitten. De verdeling werd: mijn broer deed de inkoop, ik de winkels en het personeel. Maar zijn botte, directe stijl botste nogal met mijn pogingen tot een menselijke aanpak, met nuances en twijfel. Het kwam tot een echte clash, ik ben vertrokken. We hebben elkaar daarna jarenlang niet gesproken.”
Esprit
“Als voormalig directeur van ons familiebedrijf – want dat was ik ten slotte – dacht ik dat ik wel even in een andere aantrekkelijke baan zou rollen: niet dus. Maar bij Esprit, als filiaalmanager van een wat verweesde vestiging in Den Bosch, kon ik mezelf bewijzen. Ik krikte met het team de omzet flink omhoog. Het hoofdkantoor was aangenaam verrast.
Daar dachten ze natuurlijk: we geven hem een onmogelijke klus, kijken of hij zich redt. Ja dus. Daarna kwamen de mooie functies bij Esprit, River Island en Topshop. Ik heb geen seconde spijt gehad van mijn besluit om het familiebedrijf te verlaten. En met mijn broer kwam het weer helemaal goed toen hij me na een aantal jaar out-of-the-blue uitnodigde. Of ik met hem meeging naar een concert van U2. In Turijn. Met de auto. Dat werd een ouderwets fijne rit.”
"Bij Kik vroeg ik me al snel af waaraan ik was begonnen."
Overwinning
“Laat ik eerlijk zijn: mijn start bij Kik was een sprong in het diepe. Mijn functie was nieuw in de organisatie, Nederland was zwaar verlieslatend, de winkelvloeroppervlakten waren te klein, er werd geld besteed aan peperdure reclamecampagnes zonder enig effect, het personeelsverloop was hoog, het was onduidelijk waar het merk voor stond – ja, goedkope kledingen interieuraccessoires, maar verder?
Ik dacht al snel weleens: waar ben ik aan begonnen? Zoveel ballen om tegelijkertijd hoog te houden. Maar al snel boorde ik een nieuwe bron van energie aan in mezelf: the only way is up, laten we gaan klimmen, gewoon met het materiaal wat we hebben. Niet dat je roekeloos wordt, maar ik kon de ideeën die de eigenaarsfamilie Haub ‘typisch Nederlands’ noemt wél met steeds meer overtuiging presenteren. ‘We willen toch uiteindelijk zwarte cijfers? We willen toch een hoofdkantoor dat beter bereikbaar is en afgestemd op het post-coronatijdperk, met ruimte en sfeer? We willen toch onorthodoxe manieren proberen om personeel te werven?’
Ze hadden McKinsey laten invliegen om hun wereldwijde business tegen het licht te houden – twee miljard euro omzet, 3500 winkels, 25 duizend werknemers. En tot mijn vreugde belandde mijn ‘Dutch businesscase’ in de rapportage als een van de wegen voorwaarts. Kun je nagaan: ik ben verantwoordelijk voor maar één procent van de wereldwijde omzet. Dat is dus een succesje. Uit dat soort erkenning put ik de energie die ik beslist nodig heb om de Nederlandse Kik-vestigingen te helpen groeien.”
Lessen van het reizen
“Jarenlang heb ik uit de koffer geleefd, eindeloos op pad, Europa door, telkens andere teams toespreken en aansturen. Tegenover die eenzame diners-voor-één onderweg stond een prettig gegeven: dat ik de meest uiteenlopende culturen kon doorgronden en de beste eigenschappen telkens kon meenemen.
Wij Nederlanders staan bijvoorbeeld bekend als direct. Zelf zeggen we: duidelijk, de rest van de wereld zegt: lomp. Maar het kan enorm helpen als je precies de juiste hoeveelheid ‘Nederlandse aanpak’ verwerkt in het motiveren van een team in bijvoorbeeld Spanje, waar levensvreugde en mooie verhalen weer hoger worden aangeslagen. Met die Spaanse aanpak kun je weer Duitsers uit hun aangeboren hiërarchische mentaliteit trekken. Zo heb ik denk ik een persoonlijke, bruikbare ‘blend’ ontwikkeld voor het omgaan met mensen die ik, als ik achter de dijken was gebleven, nooit had leren kennen.”
Praten, praten, praten
“Mijn ouders hadden geen gelukkig huwelijk. Tijdens mijn jeugd was hun relatie al eens ontspoord en rond mijn achttiende viel het uit elkaar. Ze hebben elkaar jarenlang niet gesproken – mijn moeder vond het vreselijk dat hij een vriendin kreeg van de leeftijd van mijn zus met wie hij ook nog een kind kreeg. En toch, en ik vind dat ontzettend moedig en knap, stuurde ze hem na zeven jaar een kaartje: het wordt tijd om de strijdbijl te begraven. Per kerende post kwam er een bos bloemen retour.
Mijn vader is altijd gek geweest op reizen. Jarenlang gingen we met de hele familie naar hetzelfde hotel op Lanzarote – en nu vond hij het tijd om die draad gewoonweer op te pakken. Zo gingen we ineens weer met zijn allen naar de zon – wij kinderen waren al halverwege de twintig, maar het voelde als vanouds. Zijn nieuwe dochter had hem milder gemaakt, hij had de zaak natuurlijk al overgedaan –eindelijk had hij zichzelf toegestaan om een family man te worden.
De relatie tussen mijn vader en zijn vriendin was na een paar jaar geëindigd, maar mijn halfzus uit die relatie ging gewoon mee op vakantie met alle kinderen én mijn moeder. Mooi dat we dat nog hebben kunnen doen. Het leerde me ook iets wezenlijks: altijd, maar dan ook altijd blijven praten, ook al lijkt een verhouding definitief voorbij. Dat geldt in zaken en privé: zolang je maar in contact blijft met elkaar, blijft er ruimte bestaan voor een dialoog. Over waar het misging en wat je daarvan kunt opsteken. Niet dat het dan weer helemaal goed hoeft te komen, het gaat erom dat je niet eindeloos verbitterd blijft over iets dat is misgelopen.”
"Ik probeer minder te nemen en meer te geven, vooral aan mijn dierbaren."
Les van mijn dochter
“Mijn echtgenote kan weleens in de stress raken van een reis: vertrekken we op tijd, is alles wel ingepakt? Daar reageer ik dan, laten we zeggen, ook niet altijd even tactisch op – ik weet niet beter of reizen dóe je gewoon. Als de spanning thuis dan al te hoog oploopt, zegt onze dochter doodgemoedereerd: ‘Kunnen jullie even ophouden? Het is niet zo belangrijk. We gaan op reis: dat is gezellig, laten we dat dan ook zo zien.’ Gelukkig luisteren we dan ook meteen goed naar haar wijze woorden.
Ze kan ons ook doodleuk wijzen op het feit dat we wel erg met onze mobieltjes bezig zijn. ‘Kunnen jullie die niet even weg leggen en gewoon met elkaar praten? En met mij?’ Natúúrlijk heeft ze gelijk. Onze dochter is soms ons geweten. Ik denk weleens: verwennen we haar niet te veel? Ze krijgt alles waar ze om vraagt. Maar ja, ze is het waard, vind ik dan ook weer.”
Levensdoel
“Vaak hoor je zeggen: het leven draait uiteindelijk om het streven naar geluk. Ik realiseer me steeds meer dat geluk nooit een doel kan zijn. Ik heb genoeg meegemaakt om te weten dat geluk niet afdwingbaar is en dat een soort permanent state of bliss niet bestaat. Geluk is wél iets dat je zomaar even kunt ervaren. In mijn geval: als ik met de zon op mijn kop, een biertje op het formicatafeltje en een schoteltje tapas ernaast, op het terras zit in het Spaanse kunstdorpje waar we een buitenhuisje hebben.
Judith en ik delen dat en dat zorgt voor een diep besef van verbondenheid. Geluk zit hem voor mij dus niet in het opbouwen van vermogen. Integendeel. Ik probeer steeds minder te nemen, steeds meer te geven, eerst en vooral aan mijn dierbaren. Mijn nalatenschap bestaat hopelijk uit het doorgeven van dat goede voorbeeld – dat mijn dochter naar haar vader kijkt en weet: zo zou ik ook best kunnen leven.”
Dit is een premium artikel
Verder lezen?
Sluit je net als 2.500 bedrijven aan bij de RetailTrends-community
Slechts€10voor de eerste maand
Word member van RetailTrends en krijg;
✅ toegang tot alle premiumcontent;
✅ net als 45.000 nieuwsbriefabonnees dagelijks het laatste nieuws in je mailbox;
✅ gratis vacactureplaatsingen op RetailTrends Jobs;