Van Ahold-baas tot Euretco-topman. Met een retailcarrière van 45 jaar is Harry Bruijniks een vat vol retaillessen. Bruijniks, nu nog voorzitter in diverse besturen, waaronder bij GS1, schoof onlangs aan in de RetailTrends Podcast. De retaillessen van Harry Bruijniks in vijf quotes. 

‘Als je echt onderscheidend wilt zijn als winkel, moet je één assortiment hebben dat eruit springt’

In 1986 maakt Bruijniks binnen Ahold de overstap naar slijterij Alberto, wat later Gall & Gall wordt. Een kleine keten en een fantastische tijd, zegt Bruijniks hierover. “Je kon er lekker ondernemen. Je stond minder in de kijker van het concern.” Hij ontwikkelt meerdere eigen merken voor de slijterij. “Daar heb ik geleerd dat als je echt onderscheidend wilt zijn als winkel, je één assortiment moet hebben dat echt eruit springt. We hebben bedacht dat whiskey een mooi assortiment is om je mee te onderscheiden.” Bruijniks ziet dat vandaag de dag ‘gelukkig’ nog steeds terug bij Gall & Gall. “Ik vind dat zij een prachtig whiskeyassortiment hebben. Ik durf te zeggen dat dat in die tijd is begonnen.”

‘Branches kennen culturen die ongelofelijk verschillend zijn, je moet afvragen of je past bij die branche’

Bruijniks heeft al een lange carrière in food achter de rug als hij in 2007 de overstap maakt naar non-food. Als bestuurder bij Euretco ziet hij hoe verschillende branches (mode, wonen, sport, doe-het-zelf) compleet andere culturen hebben. Bruijniks haalt de modebranche aan als voorbeeld. “Die mensen zijn zo bezig met hun winkel, hun klant, de kwaliteit. Ze staan ook het liefst op de winkelvloer.” Dat is volgens Bruijniks totaal anders dan de sportretail, waar men zeer competitief is, of de doe-het-zelfbranche, waar servicegerichte ondernemers werken. “Je moet je voor jezelf afvragen of je als persoon past bij die branche.”

‘Als een merk is weggezakt, en in de rode cijfers is geraakt, kun je er toch nieuw elan in brengen’

Zowel bij drogisterij DA als doe-het-zelfketen Hubo zag Bruijniks dat het mogelijk is een merk nieuw leven in te blazen. Een jaar of vijf geleden wordt Bruijniks gevraagd om vanuit een toezichthoudende rol het tij te keren bij fuserende drogisterijketens DA en D.I.O. “Het eerste wat ik gedaan heb, is ervoor gezorgd dat er goed management op kwam te zitten. Dat was eerst Lisette Havermans en naderhand Ruud van Munster.”

Een deel van het probleem blijkt bij de kostenstructuur te liggen. “Hoe konden we die verantwoord omlaag krijgen? Dat hebben we gedaan, ook met een goedkopere kantoorlocatie. Ze zaten ooit op een duurdere locatie in Amersfoort en nu in Lelystad. Het aantal fte’s was veel te hoog voor de omvang van het bedrijf.” Tegelijkertijd moet worden gezorgd dat de formule nieuw elan krijgt. Bruijniks: “Ruud van Munster heeft dat opgepakt. Ook Covid droeg daaraan bij. Mensen kozen weer veel meer voor de winkel in de buurt, de DA. In een paar jaar tijd hebben we er toch weer een goed draaiend geheel van gemaakt.” 

‘Verzamel mensen om je heen die beter zijn dan jezelf’

Bruijniks zag het de familie Heijn al vroeg doen bij Ahold: mensen om zich heen verzamelen die beter waren dan zijzelf. “Durf dat”, luidt het advies van de voormalig Euretco-ceo. “Maar probeer ook jonge mensen de kans te geven.” Bruijniks zegt dat Frits Ahlqvist, voormalig Ahold-bestuurder, een belangrijke rol heeft gespeeld in zijn loopbaan. Zo was het Ahlqvist die ervoor zorgde dat Bruijniks van Gall & Gall weer terugkeerde naar Albert Heijn. “Hij vertelde mij: ‘Het is leuk, die spielerei bij Gall & Gall, maar het echte werk is toch bij Albert Heijn. Dus ik heb graag dat je terugkomt. Zoals hij dat bij mij gedaan heeft, doe ik dat ook graag naar andere jongere mensen, daar een inspiratiebron voor zijn.”

‘Iedere organisatie volgt een levenscyclus en voor al die periodes heb je een ander type mens nodig’

Een andere les die Bruijniks ter harte neemt, komt uit het boek van hoogleraar en managementdenker Ichak Adizes. Adizes stelt dat iedere organisatie een levenscyclus volgt. Wanneer er sprake is van een neergang, moet je op tijd de revival inzetten. Bij elk moment in de levenscyclus, past een ander type mens. “Je hebt in sommige fases veel meer een ondernemer nodig, in een andere fase een beheerder of iemand die in staat is om een transitie of revival te bewerkstelligen. Iemand kan goed zijn, maar het ligt er net aan in welke fase de organisatie op dat moment is. Daar wordt niet altijd naar gekeken.”

De gehele podcastaflevering met Harry Bruijniks is hier terug te luisteren.