De dwangsom van 20 duizend euro die Getir opgelegd kreeg door de gemeente Amsterdam, is rechtmatig verklaard door de rechtbank in de stad. Ondanks de aangepaste bedrijfsvoering schendt het bedrijf nog steeds het bestemmingsplan. 

De dwangsom werd opgelegd wegens het openblijven van de vestiging in de Eerste Jacob van Campenstraat. Ondanks een poging van Getir om aan te tonen dat de locatie een supermarkt is en geen darkstore, besloot de gemeente in november vorig jaar dat het de deuren moest sluiten. 

Getir stapte vervolgens naar de rechter. Volgens de flitsbezorger zou de inrichting in lijn zijn met het bestemmingsplan en kon het daarom open blijven. Daarna kreeg het de dwangsom van 20 duizend euro opgelegd.

De rechtbank oordeelt nu dat de gemeente in zijn recht stond toen de dwangsom werd geïnd: de supermarktfunctie zou ondergeschikt zijn aan de flitsbezorging. De rechtbank stelt dat het filiaal daarmee is bedoeld voor opslag en distributie, en dus het bestemmingsplan schendt. 

Wethouder Reinier van Dantzig zegt tegen het Parool blij te zijn met de uitkomst. “Getir heeft steeds de bedrijfsvoering enigszins aangepast om toch te kunnen blijven. Daardoor heeft de onzekerheid rondom deze locatie zo lang voortbestaan.” Getir overweegt in hoger beroep te gaan.