Door Toine van der Heijden
Bron: EtailTrends 5
Wereldwijd wordt gespeeld met nieuwe manieren om producten te bezorgen. Een selectie uit zes steden van opvallende bezorgexperimenten die wel eens navolging zouden kunnen krijgen in onze Randstad.
New York
Om te voorkomen dat Amazon.com het online shoppingproces teveel domineert, investeert Google de komende tijd een half miljard dollar in lokale bezorgdienst Shopping Express. Deze service is al beschikbaar in bepaalde wijken van San Francisco, Los Angeles en New York. Het zijn niet alleen de grote landelijke retailformules zoals Target, Costco en Wholefoods die zich aansluiten, maar ook lokale winkels die van deze same-day delivery gebruik willen maken.
Amerikaanse vakbladen schrijven dat Google evenals Amazon een voet wil tussen de deur van de levensmiddelenmarkt, maar de inzet van Toyota Prius personenauto’s en kleine Ford bestelwagens (whitelabel van 1-800 Courier) suggereert dat koelvers nog niet binnen bereik is. Distributie van bederfelijke waren is lastig, omdat Google een overslagsysteem hanteert in de ‘last mile’. De eerste koerier haalt de bestelling op bij de winkel, een tweede koerier neemt de bezorging bij de klant voor zijn rekening. Alles voltrekt zich binnen enkele uren.
In New York was Manhattan de eerste wijk die verrijkt werd met bestelwagentjes van Google; Queens en Brooklyn volgen dit najaar. De reviews zijn redelijk positief, waarschijnlijk ook omdat Google de kostprijs de eerste maanden laag houdt. Maar de reviewers beschrijven eigenaardige bestellingen van babyvoeding en toiletpapier.
Daar gaat Google de wereld niet mee veroveren. De nieuwe service is voor retailers desondanks een interessant alternatief, zeker omdat samenwerking met Google het inkopen doen vanuit de zoekmachine makkelijk maakt. Een retailer of merkleverancier heeft dan eigenlijk geen eigen webshop meer nodig. Een winkel of opslagcentrum in de buurt volstaat.
Annecy
In Frankrijk is drive-in retail al bijna tien jaar een factor van belang in de opkomst van e-commerce. Vrijwel alle grote supermarkten hebben daar hun eigen drive-through afhaalwinkels en het fenomeen is zich nu aan het verspreiden in andere landen en sectoren. Het drive-in virus slaat toe in Zwitserland, Engeland, Nederland en sinds kort ook in de VS, waar Walmart in Denver nu experimentele shopping stations voor automobilisten geopend heeft. In Frankrijk wordt het model onder andere gekopieerd voor de verkoop van brood, verse groenten, vis en sushi. Liefhebbers bestellen online (kan ook mobiel) en halen vervolgens af per auto. Het fenomeen heeft een landelijke dimensie in de vorm van de Drive Fermier, zoiets als een boerenmarkt op een parkeerplaats. En er is een formule die niets anders doet dan levensmiddelen verkopen via drive-ins:
Chronodrive met zo’n 63 vestigingen. Ook andere branches experimenteren met drives. Er is een opticien die zijn diensten verleent aan automobilisten die voorrijden.
In de buurt van Annecy is men begonnen met de levering van houtproducten die als brandstof dienen via afleveradressen die te vinden zijn op de website Wood-Drive.com.
De klant bestelt en betaalt zijn briquettes of granules online en haalt af bij een houttankstation in de buurt. Er zijn vier Wood Drives in zuidoost Frankrijk. Dat model kan
zo overgenomen worden door de Boerenbond en Welkoop voor de verkoop van brandhout, dierenvoer, tuinaarde, kerstbomen en vuurwerk!
Londen
Waarom krijgen boeren en voedselproducenten slechts een fractie van de prijs (11%) die consumenten voor hun eten betalen? Ben Pugh, een voormalige investment banker bij Morgan Stanley, lanceerde dit voorjaar in Engeland een levensmiddelenafhaalformule onder de naam FarmDrop waar consumenten wekelijks producten kunnen ophalen die ze online besteld hebben uit het assortiment dat de nieuwe formule aanbiedt.
Idee is dat boeren en kleinschalige lokale producenten de dienst kunnen gebruiken om hun producten op de markt te brengen, zonder bemoeienis van inkopers en categorymanagers. In enkele maanden zijn er in Londen en het zuidoosten van de UK zeventien locaties geopend (het merendeel bestaande winkels die zich aansluiten als depot) waar groenten, fruit, vlees, vis, brood, gebak, sap en andere producten over de toonbank gaan. Niet uit voorraad verkocht, maar op bestelling. Via de online boerenmarkt. De charme van deze opzet is dat er relatief weinig uitval in de keten is. Het hele systeem is vraaggestuurd.
De logistieke kosten zijn ook goed te overzien, want de klant neemt zelf de last mile voor zijn rekening. Gevolg is dat tachtig procent van de consumentenprijs bij de leverancier terecht komt en twintig procent beschikbaar is voor de depothouder en de centrale organisatie. In juli haalde FarmDrop binnen twee weken meer dan vierhonderdduizend pond op via crowdfunding.
Dat geld dient om het netwerk versneld uit te bouwen (350 depots binnen twee jaar), maar de snelheid waarmee investeerders toehapten verraste ook de oprichters van de onderneming. Het is de snelste financiering via crowdfunding in Engeland ooit. Het model van deze online boerenmarkt laat zich makkelijk naar andere landen kopiëren. Maar lukt dat ook in andere sectoren? Een FashionDrop wellicht?
Berlijn
In Duitsland experimenteert DHL met een boodschappenbezorgdienst onder het label All You Need. DHL bezorgt geen bestellingen van gevestigde retailers; de koeriersdienst van Deutsche Post heeft zijn eigen online supermarkt opgezet. Het was eigenlijk een overname van de gelijknamige startup in Berlijn, maar Deutsche Post is nu aan het opschalen naar alle grootstedelijke gebieden in de Bondsrepubliek. Bovendien worden bestellingen sinds juli ook naar Denemarken, Frankrijk, Italië en de Benelux verzonden.
All You Need heeft thans een aanbod van twintigduizend sku’s, variërend van conserven tot diepvries en vers. Deutsche Post lijkt zo de concurrentie aan te gaan met potentiële opdrachtgevers (de Duitse supermarkten), maar je kunt ook redeneren dat de thuisbezorgers zo de weg banen en aarzelende retailers over de streep trekken. En een alternatief bieden aan merkleveranciers die DHL willen inschakelen voor directe levering. DHL doet bovendien ervaring op die van pas komt als online verkoop van levensmiddelen groeit.
All You Need heeft een eigen website, een eigen app, een eigen hotline een nieuwsbrief en aanwezigheid in social media. En een eigen bushalte. Een bushalte? DHL beschikt in Duitsland over ruim 2500 zogenaamde Pack Stations waar klanten pakjes kunnen ophalen. Een aantal van die pakjeshaltes in Berlijn is getransformeerd tot bestelkiosken waar klanten hun dagelijkse dosis levensmiddelen kunnen bestellen, met behulp van QR-codes. Die boodschappen worden thuisbezorgd, of achtergelaten in het pakstation.
San Francisco
Retouren zijn een behoorlijke kostenfactor voor webwinkels, met name in fashion. Retourlogistiek wordt daarom afgesteld op het zo snel mogelijk opnieuw in roulatie brengen van geretourneerde producten. Dat retourproces is ook interessant voor retailers die zich specialiseren in tweedehands, tweedekans of vintage. De Amerikaanse startup Twice verkoopt sinds 2012 tweedekans en vintage kleding, en om zich van een constante aanvoer te verzekeren is daar nu een lokale ophaalservice aan toegevoegd. Om te beginnen in San Francisco.
Met hun webshop LikeTwice.com zijn de ondernemers inmiddels actief in de hele VS, maar voor de aanvoer is het bedrijf afhankelijk van klanten die bereid zijn om kleding in een zak te stoppen en op te sturen, ongewis van de waarde die de inkopers toekennen aan hun bijdrage. Twice mikt op vrouwen; mannen- en kinderkleding neemt de startup niet in. Met een ophaalservice neemt het bedrijf een belangrijke drempel weg, zodat de aanvoer sneller kan groeien.
Het businessmodel van Twice heeft alles in zich om een spectaculaire crash te veroorzaken. Er zit nu al bijna dertig miljoen dollar investeringsgeld in en de laatst bekende omzetcijfers zijn een slordige honderdduizend dollar per maand. De nieuwe ophaalservice levert publiciteit op en het initiatief demonstreert creativiteit en ondernemerschap. Maar wie de webwinkel bezoekt, beseft dat elk succesnummer een uniek kledingstuk is dat waarschijnlijk tal van stiefzusters heeft. Vraag blijft: is het duurzaam, is het schaalbaar en is het überhaupt haalbaar?
Zürich
Waarom een aparte bezorgdienst inschakelen als er ook klanten met half lege auto’s heen-en-weer rijden? Zo redeneerden twee jonge ondernemers in Zurich: zeventig procent van alle transportcapaciteit wordt niet benut. Ze lanceerden Bringbee begin 2013 met medewerking van het Wereld Natuur Fonds en IKEA Zwitserland. De service beperkte zich aanvankelijk tot IKEA in Zürich. Belangstellenden konden een boodschappenlijstje invullen op de website van Bringbee, die dan vervolgens gekoppeld werd aan iemand uit dezelfde buurt die van plan was om de winkel te bezoeken. De boodschappen-liftgever wordt beloond met negen Zwitserse franken plus vijftien procent over de inkoopwaarde.
Anderhalf jaar later is de service rond IKEA landelijk uitgerold en worden er in Zürich meer winkels aangesloten. Een nieuwe deelnemer is de lokale stadsbrouwerij Sudwerk. De brouwers weten dat hun speciaalbieren door liefhebbers gekocht worden en veronderstellen dat vaste klanten graag bereid zijn wat extra kratjes en sixpacks mee te nemen voor dorstige buren. Extra leveranciers maakt de dienst interessanter voor deelnemers.
Bringbee telde afgelopen zomer een slordige 1500 bezorgers. Er zijn wereldwijd meer startups in dit domein van crowd-sourced delivery en ook gevestigde ondernemingen zoals Walmart en DHL experimenteren. DHL doet een proef in Stockholm met de app MyWays en Walmart wil in de loop van dit jaar met een proef beginnen.
Zes wereldsteden als logistieke proeftuin
Gepubliceerd op 11 november 2014 om 00:00
Reacties 0