De curatoren van V&D kregen voor de deadline medio januari geen enkel bod binnen op de warenhuisactiviteiten. La Place trok daarentegen zeven biedingen, voornamelijk uit de hoek van private equity en de foodbranche. Dat laten de curatoren weten in het eerste faillissementsverslag van V&D.
De warenhuizen van V&D trokken weliswaar interesse van internationale warenhuisketens en private equity-partijen, maar die konden op basis van de financiële gegevens geen bindende bieding uitbrengen. Ze wilden eerst met het management spreken over de al voorliggende toekomstplannen voor V&D.
Eind januari lieten alle partijen echter weten af te zien van een overname, omdat ze meer dan 250 miljoen euro moesten reserveren. Er was 150 miljoen euro werkkapitaal nodig, terwijl de warenhuizen voor zo’n honderd miljoen euro gemoderniseerd moesten worden. Daardoor zou het te lang duren om V&D weer winstgevend te maken.
Roland Kahn had zich intussen bij de curator gemeld met interesse in een overname. Hij kon echter geen overeenstemming bereiken met de verhuurders, terwijl er ook geen zicht was op overeenstemming met zijn huisbank ING over de financiering.
Jumbo was eveneens bij de gesprekken met Kahn betrokken. De supermarktketen betaalde in januari al 48 miljoen euro voor alle activa van La Place, met uitzondering van de Duitse activiteiten. De IE-rechten werden gewaardeerd op dertig miljoen euro, de goodwill op tien miljoen euro, terwijl Jumbo acht miljoen euro heeft betaald voor de voorraad en inventaris.
Jumbo won de strijd om La Place van zes andere bieders, die de curatoren niet bij naam noemen. De supermarktketen kreeg de voorkeur vanwege de hoogte van de bieding, de perspectieven voor werknemers en het onderliggende businessplan. Bovendien voerde Jumbo vergevorderde gesprekken met een overnamekandidaat voor V&D en was het concern bereid ‘een substantiële investering te doen in de warenhuizen’.
Reacties 0