De vernieuwde Europese Erecode inzake Franchising wordt na een finaal akkoord Europa-breed geïmplementeerd. In ons land stuit de nieuwe versie op kritiek van het Vakcentrum, dat de ‘franchisegeverscode eenzijdig en een verslechtering voor franchisenemers’ noemt.

De Europese Erecode werd in 1972 voor het eerst opgesteld en kent een verplichte toepassing voor alle franchiseformules die bij de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) zijn aangesloten. De nakoming van de code wordt in ons land echter niet afgedwongen, stelt het Vakcentrum.

De belangenbehartiger van zelfstandig detaillisten merkt op dat er geen franchisenemersorganisaties betrokken waren bij het opstellen van de nieuwe erecode. De verplichtingen van franchisegevers zouden verder zijn afgezwakt. Zo zijn resultaatsverplichtingen vervangen door inspanningsverplichtingen en kunnen franchisegevers onder meer eenzijdig een eigen e-commercebeleid opleggen. Verder worden franchisenemers verantwoordelijk voor het onderzoek in de precontractuele fase, maar heeft het toekomstig moederbedrijf geen verplichting tot het verstrekken van adequate informatie.

Het meest opvallende is volgens het Vakcentrum dat de eis dat een franchiseovereenkomst schriftelijk vastgelegd moet zijn, is komen te vervallen. De belangenbehartiger wacht met smart op de wettelijke verankering van de nieuwe Nederlandse Franchise Code (NFC), waarvoor binnenkort een wetsvoorstel ter consultatie wordt aangeboden.

De Nederlandse franchisegeversvereniging ziet echter niets in die franchisecode en is grote voorstander van zelfregulering. De NFV hoopt met vertegenwoordigers van franchisenemers tot een NFC te komen waarin de uitgangspunten van de Europese Erecode zijn opgenomen. De vorig jaar opgestelde NFC wordt de komende tijd in diverse sectoren in de praktijk getoetst om op basis daarvan tot aanbevelingen te komen.