Supermarktketen Odin richt zich bij zijn groei op ‘een gezond ecosysteem met genoeg klanten die lid willen worden’. “Wij hoeven niet de grootste van Nederland te worden”, zegt commercieel directeur Merle Koomans op RetailWatching.

Odin houdt de komende jaren vast aan zijn ‘slow grow-model’, van één à twee nieuwe winkels per jaar. “We hebben geen rijke investeerder achter ons waarmee we even tien winkels uit de grond kunnen stampen”, zegt Koomans. Ze verwacht dat de retailer bij dertig vestigingen de grens heeft bereikt. Momenteel zijn er negentien winkels.

Het grootste gevaar voor Odin is de toenemende prijsdruk voor biologische producten, zegt Koomans. “Merken die wij groot hebben gemaakt, liggen ineens voor een hele andere prijs bij Plus of Albert Heijn.” Mocht het over een tijdje ook voor biologische producten puur om de prijs gaan, dan heeft Odin volgens haar een probleem.

Odin maakte begin dit jaar zijn Estafette-supermarkten om te bouwen tot Odin-winkels, om onder één merknaam te opereren. De ombouw is ook de start van een nieuwe koers, waarbij gezocht wordt naar samenwerkingsverbanden. Zo werkt de retailer in Amsterdam samen met een vegetarisch restaurant.

Op RetailWatching gaat Koomans uitgebreid in op het coöperatiemodel van Odin, waarbij leden een lagere prijs betalen dan andere klanten.