Jumbo is nog steeds gebonden aan de cao voor de drieduizend medewerkers in zijn distributiecentra. Dat heeft de rechtbank in Den Bosch donderdag bepaald.

De cao voor het logistiek personeel van Jumbo liep van april 2016 tot april 2017. In de wet is bepaald dat die steeds voor een gelijke tijd wordt verlengd, tenzij in de cao anders is bepaald of deze wordt opgezegd. In de cao-tekst is volgens de rechter niet duidelijk beschreven wat er na het aflopen daarvan gebeurt, terwijl Jumbo die ook niet rechtsgeldig heeft opgezegd. De supermarktketen moet deze daarom nu weer naleven, op straffe van een dwangsom van duizend euro per dag, die betaald moet worden aan vakbonden FNV en CNV.

De rechter heeft verder niet Jumbo, maar uitzendbureau Otto Workforce schuldig bevonden aan schending van het stakingsrecht. De supermarktketen zette in 2017 via dit bureau extra uitzendkrachten in toen het vaste personeel in de distributiecentra de werkzaamheden neerlegde. Daarmee handelde volgens de rechter het uitzendbureau onrechtmatig tegenover de vakbonden en niet Jumbo. De wetgeving rondom het breken van stakingen geldt namelijk alleen voor degene die de arbeidskrachten levert, niet voor de werkgever waar wordt gestaakt.

Jumbo laat weten de cao alsnog rechtsgeldig op te zeggen, zodat die per 1 april officieel is beëindigd. Daarnaast benadrukt de retailer dat de eigen arbeidsvoorwaardenregeling (AVR) met 'hogere lonen en een betere generatieregeling dan in de oude cao', die inmiddels door meer dan tachtig procent van de logistieke medewerkers is ondertekend, voor een periode van tenminste vijf jaar van kracht blijft.

Jumbo verving de cao vorig jaar door een AVR, waarmee de vakbonden buitenspel werden gezet. FNV en CNV lieten na hun overwinning in de rechtszaal weten te hopen dat de supermarktketen weer met hen om tafel wil voor nieuwe onderhandelingen.